Wanneer ik vroeger zei dat ik Nederlands studeerde, voegde ik daar altijd aan toe: ‘Maar ik word geen leraar Nederlands!’

Want eens in de zoveel tijd schrijft iemand ergens dat de leraar weinig status heeft, en dat het leraarschap een beter imago verdient. Op de is de afgelopen decennia gezakt van plaats 17 in 1982 naar de 43ste plek in 2016, onder bijvoorbeeld de chirurg (1), apotheker (18) en programmeur (35). De is

Wat te doen?!

Status is een kwestie van perspectief

Status is relatief. Wie volgens brede maatschappelijke normen veel status heeft en zich uitsluitend omringt met mensen met nog meer status, zal zich niet zo bijzonder voelen. Andersom geldt dat net zo.

Zo vertelt journalist Will Storr in het boek The Status Game het verhaal van Ben, een Amerikaanse gevangene die tien, twintig, dertig jaar in een cel zit. Telkens wanneer hij vrij kan komen, verzint hij een reden om toch in de gevangenis te kunnen blijven. Want hij heeft de regels van het justitieel systeem zó goed leren kennen dat hij medegevangenen met succes kan verdedigen tegen machtsmisbruik van bewakers. In de gevangenis heeft hij status, terwijl hij in de samenleving een nobody is.

Een goede leraar heeft veel status in zijn klas en op school

Op een vergelijkbare manier heeft een goede leraar veel status in zijn klas en op school, maar in de maatschappij in z’n geheel minder dan een commandant bij de brandweer (14), hotelmanager (31) en makelaar (34). Als status dus een kwestie van perspectief is, dan is de vraag: wie verspreiden buiten de muren van de school, in de maatschappij, het beeld dat de leraar weinig status heeft?

Het dedain voor leraren komt vooral uit één hoek

Vijf jaar nadat ik riep nooit leraar Nederlands te zullen worden, werd ik leraar Nederlands.

De schampere opmerkingen over het leraarschap kwamen van een collega-leraar, die me op het hart drukte niet in het onderwijs te blijven. En van een trendwatcher op een onderwijscongres, die – vlak voor z’n keynote over leraren die het verschil maken – een denigrerende opmerking maakte over leraren, en een beetje schrok toen ik zei dat ik er ook een was. Of er ging van opmerkingen van vrienden en collega’s iets bewonderend kleinerends uit: ‘Ik vind het zó gaaf dat jij gewoon leraar bent geworden!’

Dat de leraar niet bovenaan de statusladder staat, komt ook door het voortdurende herhalen dat de leraar weinig status heeft

Maar sprak ik op de ouderavond een ouder die zelf niet zo veel naar school was geweest, dan voelde ik me opeens gewaardeerd. Stapte ik in een taxi, dan was ik juist de held. Ik was degene die hun kind kon helpen iets van het leven te maken, zoals de taxichauffeur mij kon helpen van A naar B te komen.

Het zijn in m’n hele lesgevende leven alleen universitair opgeleiden geweest die met enig dedain over het lerarenberoep spraken of schreven. En dat zijn er dus steeds meer: het aantal mensen dat naar de universiteit ging, Deze mensen hebben ‘definitiemacht’: ze bepalen de taal waarmee we de wereld proberen te beschrijven, omdat ze tot de economische, politieke en wetenschappelijke elite behoren.

Hoe journalisten over leraren kunnen schrijven

Ze worden bijvoorbeeld journalist.

hoe kranten over leraren schrijven. Vijfentwintig jaar lang analyseerde ze 50 krantenartikelen per week, 65.000 artikelen over leraren in totaal. Nooit eerder deed iemand zulk langdurig, grootschalig onderzoek naar hoe er over leraren geschreven wordt.

Ze ontdekte drie dingen. Eén: er werd in de loop der jaren steeds vaker over teacher quality geschreven. Daarmee werd het systematisch falen van het onderwijssysteem in de schoenen van leraren geschoven. Twee: het leraarschap werd voorgesteld als een simpel beroep, dat je met een beetje common sense kunt uitoefenen. Drie: in verreweg de meeste artikelen kwam de leraar er niet goed van af.

Dat de leraar niet op nummer één van de statusladder van beroepen staat, komt ook daardoor: het voortdurende herhalen dat de leraar weinig status heeft. Terwijl je ook zou kunnen zeggen: de leraar heeft meer status dan de dominee (45), kok (75) en melkveehouder (96). En willen journalisten iets veranderen aan de lage status van de leraar, dan zouden ze eens moeten schrijven: ‘Waarom de leraar opeens zo veel status heeft’.

Meer van mij lezen? Eens in de twee weken stuur ik een mailtje waarin ik je op de hoogte houd van mijn journalistieke zoektocht. Wil je mijn verhalen in je inbox ontvangen en een kijkje krijgen achter de schermen? Schrijf je hier in

Lees ook:

Hoe hogeropgeleiden discrimineren Leidt kennis tot beschaving? Ook hogeropgeleiden oordelen hard over anderen. Met één verschil: voor hun favoriete vorm van discriminatie is maar weinig aandacht. Ga naar dit artikel