Zo ziet de leefwereld van zeelieden eruit
Er zijn weinig mensen die belangrijkere diensten voor je leven leveren. En toch heb je ze nooit ontmoet. Sterker nog: er is niet eens een kans dat je ze tegenkomt in de supermarkt, op straat of in de trein. Want hoewel deze mensen ervoor zorgen dat 90 procent van al onze spullen bij ons komt, zetten ze nooit een voet aan wal in Nederland. Ze brengen hun levens door op gigantische schepen, die wel aanmeren in ons land, maar dan zo snel mogelijk, ver weg achter hoge hekken, laden en lossen. Om vervolgens nog meer spullen op te gaan halen.
Een van de eerste dingen die mijn collega Maaike Goslinga en ik wilden doen voor onze podcastserie over containervaart, was aan boord gaan van een megaschip om met de crew te praten. Want die joekels die meer dan 20.000 containers mee kunnen nemen, worden vaak bediend door slechts 20 tot 25 mensen. Wie zijn zij, vroegen wij ons af. Hoe ziet hun dagelijks leven eruit? En waarom kiezen zij voor dit werk?
Helene Perfors gaat als havenpastor aan boord van megaschepen. Om, als het even kan, een luisterend oor aan de crew te bieden. En voor de tweede aflevering van onze podcastserie Containerbegrip nam ze Maaike en mij een dag mee op sleeptouw.

Als we eenmaal achter de hekken, slagbomen en poorten van de Rotterdamse Maasvlakte zijn beland, is het vanaf de kade een lange metalen trap op, om aan boord te komen.
Binnen niets dan galmend staal.

En na een bezoekje aan de stuurhut, waar het een drukte van jewelste is, en de kapitein vooral graag van ons af wil zijn – strijken we via een klein liftje en een paar gangetjes neer op de plek waar Helene zich altijd installeert: de messroom, of kantine. Het is de plek waar de bemanning komt eten, en waar ze vaak hun pauzes doorbrengen. Áls er tijd is om te praten, dan is dat hier, weet Helene.

Dit is de messroom van de Filipijnse crew – de Oost-Europese officieren hebben hun eigen kok en kantine.
Als we aankomen is het stil. De mannen zijn aan het werk.

Het valt me meteen op hoe benauwd zo’n schip voelt. Het uitzicht vanuit deze ruimte is geen zee, maar een dek met een oranje reddingsboot erop.

Al snel gaat het als een lopend vuurtje over het schip dat er iemand aanwezig is – Helene – die een tripje van het schip af kan regelen. Dat doet ze namelijk, samen met het zeemanshuis in Oostvoorne: busjes regelen om deze mannen een paar uur van boord te gunnen. Volgens haar is het cruciaal voor de mentale gezondheid van deze mannen: éven een boom zien, een stukje lopen, of een zak chips halen in een supermarkt. De rederij waarvoor zij werken regelt dat niet voor hen, en van deze afgelegen haventerreinen kom je op eigen houtje niet zomaar af.
Als de mannen eenmaal binnenkomen, en wij koffie en Filipijns gebak krijgen voorgeschoteld, komen ook de verhalen. Over thuis, over waarom ze dit werk doen, en hoe dat is.

Het valt me op dat ze vaak vertellen dat het niet zozeer hun eigen keuze is om dit werk te doen, maar die van hun familie. Want met het geld dat zij verdienen onderhouden ze vaak een heel netwerk aan familieleden op de Filipijnen. Het is dan ook – vergeleken met de lonen in hun thuisland – een goedbetaalde baan.
Maar dat geld vraagt een tol: zo veel van huis zijn, daar worden weinig mensen gelukkig van. Een van de mannen heeft een tatoeage van de wereld, vol rode puntjes: de havens waarin hij is geweest. Hij vindt dat het voordeel van het werk, zegt hij: de wereld zien. Maar meteen daarachteraan: ‘Maar het is wel zwaar hoor, vooral als je kinderen hebt die je niet herkennen als je thuiskomt...’

Als Maaike even naar de wc gaat, treft ze daar een mooi inkijkje in deze mannenwereld – aan boord van dit schip, en van de meeste schepen, werken geen vrouwen.


En als we vragen wat de mannen doen om aan boord te ontspannen, is het antwoord vooral wat gemompel over een filmpje kijken, of instructies voor de motoren lezen om een nieuw examen te halen.
Behalve dan op zondag, zeggen ze. Dan spelen ze basketbal, tegen de officieren. En zo eindigt ons bezoek aan het schip dan ook: op een basketbalveld in de buik van de containerreus. De mannen zijn uitgelaten – deze afwisseling van hun dagelijkse bezigheden krijgen ze niet vaak.


Als we hen gedag zeggen, spreken we af contact te houden. Maar door het beperkte internet aan boord blijkt dat in de maanden die volgen nagenoeg onmogelijk.

Over de verhalen van deze Filipijnse mannen en miljoenen zeevarenden zoals zij – en over hoe moeilijk het voor hen is om betere werkomstandigheden af te dwingen – gaat aflevering 2 van Containerbegrip: ‘De beste stuurlui staan aan wal’. Luister nu.
Luister hier aflevering 2 van Containerbegrip Wil je deze making-of voortaan in je inbox? Schrijf je dan hier in voor mijn nieuwsbrief