Zo ziet het tanken van een containerschip eruit

Als je een schip bent, ga jij niet naar het tankstation, maar komt het tankstation naar jou.

Dat ziet er dan ongeveer zo uit.

Het schip waarop ik deze foto nam, is een zogenoemd bunkerschip. Het ligt hier langszij bij een enorm containerschip, met als doel: bunkeren. Scheepsjargon voor tanken.

Dat gebeurt met een ‘bunkerarm’: een lange slang die onder gigantische druk komt te staan om zo de inhoud van het bunkerschip over te pompen naar de buik van het containerschip.

Terwijl kranen boven ons hoofd rustig doorgaan met het laden en lossen van containers, sluiten twee matrozen de bunkerarm aan. Ze proberen een rubberen seal goed te laten sluiten tussen de stalen mond van de slang en de stalen ingang van het schip. Om lekken te voorkomen, draaien ze de boel aan met gigantische moersleutels. Fysiek zwaar werk. En minder hightech dan ik had verwacht.

En daarna is het wachten. Want het tanken van een groot containerschip kan uren en uren duren – dat krijg je als je een paar duizend ton brandstof per keer nodig hebt.

Over die brandstof – of eigenlijk, over de uitstoot die die brandstof veroorzaakt – gaat de derde aflevering van onze podcastserie Containerbegrip.

Om maar met de deur in huis te vallen: de uitstoot die de brandstof van internationale scheepvaart veroorzaakt, is gigantisch. Dat komt omdat containerschepen varen op zo’n beetje het smerigste afvalproduct van het raffineren van olie: stookolie. Een soort asfalt, waar je bij kamertemperatuur op kunt lopen. Lekker goedkoop natuurlijk. Maar ontzettend slecht voor het milieu.

De uitstoot van de internationale scheepvaart is jaarlijks dan ook groter dan die van de luchtvaart. We hebben wel vliegschaamte, maar waarom dan geen containerschaamte?

Daarover gaat de derde aflevering van Containerbegrip: ‘Pompen of verzuipen’.

Luister nu aflevering 3 van Containerbegrip Wil je deze making-of voortaan in je inbox? Schrijf je dan hier in voor mijn nieuwsbrief