Bijstand vergokt? Dan ben je geen fraudeur, maar heb je verslavingshulp nodig
In een voormalige seksbioscoop bij mij om de hoek zit een casino met wat roulettetafels en een batterij gokkasten. Het tapijt is warmrood, de kroonluchters lonken, de tent is tot vier uur ’s ochtends geopend. Binnen zitten doorgaans vooral eenlingen achter fruitmachines. Veel lijken ze niet te makken te hebben.
In casino’s zoals deze, er zijn er tientallen in de stad, komen regelmatig mensen die van de bijstand leven. Ofwel van iets meer dan 1.000 euro in de maand. Dat ze gokken is triest, maar niet raar. Juist wie arm is, droomt van de jackpot. Juist wie sores heeft, verliest zichzelf eerder in de lokroep van de fruitautomaat. En het casino deelt soms gratis broodjes uit.
Voor die mensen is alleen al wat kleingeld in een automaat werpen – vaak zonder dat ze het weten – een enorme gok. Want de afgelopen jaren vorderde de gemeente veelvuldig de bijstandsuitkering terug van mensen die in het casino waren geweest.
Bijstandsgerechtigden moeten bij controles hun bankafschriften overhandigen. De gemeente beschikt over een lijst met alle pinautomaten in casino’s, las ik in Trouw. En als een ambtenaar constateert dat je hebt gepind in een casino, dan heb je een probleem.
Kasboekje mee de gokhal in
Op zich mag je best gokken als bijstandsgerechtigde. Maar je hebt ook een inlichtingenplicht. Als je bijvoorbeeld wat geld hebt bijverdiend, als familie je wat heeft toegestopt, dan moet je dat melden. Maar mensen die gokken hebben toch doorgaans juist geld verloren in plaats van verdiend, daar leven casino’s immers van?
De gemeente redeneert anders: wie gokt heeft mógelijk de straatprijs gewonnen
Klopt, maar de gemeente redeneert anders: wie gokt heeft mógelijk de straatprijs gewonnen. En als dat niet zo is, moet die betrapte gokker dat maar bewijzen. Bijvoorbeeld met ‘een verifieerbaar overzicht waarin de kosten en winsten per afzonderlijke gokbeweging zijn vermeld’. Maar ja, welke gokverslaafde zit er nu met een kasboekje achter de fruitautomaat?
Vorig jaar eiste de gemeente Rotterdam de bijstandsuitkering terug van minstens 21 gokkers. De bedragen die ze moesten terugbetalen varieerden van 4.000 tot 21.000 euro, berichtte dagblad Trouw.* Ze vormden het topje van de ijsberg; dit waren alleen de zaken van gokkers die het lef hadden om tegen de gemeente in te gaan. Bij de rechter kregen ze trouwens bijna allemaal nul op het rekest.
Boete ter grootte van de straatprijs
Het leek de toeslagenaffaire wel: arme burgers die harde financiële klappen kregen vanwege een kleine onvolkomenheid. Alsof je een boete krijgt ter grootte van de straatprijs, omdat je een kraslot hebt gekocht en bent vergeten te melden dat je daar niks mee won.
In de ideale samenleving zou een ambtenaar die constateert dat een arm persoon regelmatig in het casino is niet diens uitkering moeten stopzetten, maar verslavingshulp moeten aanbieden.
Misschien is die samenleving minder ver weg dan ik dacht. Afgelopen zomer gebeurde iets bijzonders. Een groep Rotterdamse rechters had al een poosje buikpijn van het feit dat de gokkers zo zwaar werden gestraft. Ze staken de koppen bij elkaar, keken nog eens goed naar de ruimte die de Participatiewet bood. En ze oordeelden dat de strenge aanpak van de gemeente niet deugde.
Hun overwegingen waren weinig spectaculair, eerder broodnuchter. De kruimelgokkers hadden waarschijnlijk geen grote bedragen verdiend (zie dat businessmodel van casino’s). En het was ook niet echt realistisch om van een gokverslaafde een gedetailleerde administratie van de fruitmachineactiviteiten te verlangen. Het terugvorderen van de héle uitkering schoot het doel voorbij, vonden de rechters. Dat doel was dat een bijstandsgerechtigde de bijstand krijgt waar die recht op heeft.
En dus kwamen ze met een nieuwe vuistregel: de gemeente mag alleen de bedragen die er zijn vergokt dan wel gepind terugvorderen, niet de hele mikmak.
Een groepje dissidente rechters
Dat is goed nieuws voor kwetsbare burgers, zoals de 65-jarige Ursila, die haar verhaal deed in NRC. Ze zat door familieomstandigheden in een depressie. ‘Met gokken sloot ik me af en zocht ik spanning op’, vertelde ze. Ze moest 12.389,96 euro terugbetalen, maar daar zetten de rechters dus een streep door.*
Het spectaculaire zit ’m in het feit dat ze hiermee afweken van vrijwel alle eerdere rechtspraak. Rechters zijn beroepshalve conservatief. Ze streven naar rechtseenheid: iedereen hetzelfde behandelen. Rechters worden óók aangesteld om levenslang eigenwijs te zijn: niet in automatismen te vervallen, altijd zelf te blijven nadenken. Maar zulke eigenwijsheid is zeldzaam.
Bijna een jaar lang keerden zij zich met hun vonnissen tegen de Belastingdienst. Je zou kunnen zeggen: ze voerden actie
Dat opbeurende berichtje deed me denken aan een groep dissidente Rotterdamse rechters. Jaren geleden, we spreken 2013, ver voor de toeslagenaffaire in het nieuws was, had je in Rotterdam een eigenwijs stel rechters dat vond dat de keiharde praktijk van de Belastingdienst – één foutje, al je toeslagen kwijt – niet deugde. Ze constateerden dat die keiharde aanpak niet dwingend uit de wet volgde.
Bijna een jaar lang keerden zij zich met hun vonnissen tegen de Belastingdienst. Je zou kunnen zeggen: ze voerden actie. En terecht, zou later blijken. Maar die rechters werden destijds steeds teruggefloten door de Raad van State. Uiteindelijk staakten zij hun verzet maar.
In hoger beroep 'om helderheid te krijgen'
Ook de Rotterdamse rechters die zich nu keren tegen de snoeiharde aanpak van arme gokkers, kunnen nog teruggefloten worden. De gemeente is namelijk in hoger beroep gegaan. Vooral om ‘helderheid’ te krijgen, vertelde een woordvoerder me. De gemeente is intussen zelf ook al milder jegens kruimelgokkers.
Volgende maand dient het hoger beroep. Het is wat mij betreft een kleine testcase voor de vraag of het tij echt gekeerd is, of die veelgeprezen ‘menselijke maat’ in de praktijk gebracht wordt. Wie weet komt er inderdaad een overheid die beseft dat wie arm is geen straf nodig heeft, maar zorg.
Hoe die zaak ook afloopt: ik bewonder intussen die bijstandsgerechtigden die in hoger beroep zijn gegaan. En ik bewonder die rechters omdat ze ‘moeilijk’ deden terwijl ze ook veilig de bestaande rechtspraak hadden kunnen volgen, omdat ze hun nek een beetje hebben uitgestoken. Ik zou bijna zeggen: ze waagden een gok. Zij het een heel goed beredeneerde.