Nog even en de VVD is een klimaatsceptische partij

Huib de Zeeuw
Journalist, gespecialiseerd in het Midden-Oosten
'The Great Wave' van de Japanse kunstenaar Hokusai (1760-1849). Illustratie: Getty Images

De denktank van de grootste partij van Nederland, de VVD, toont zich in haar nieuwe energierapport sceptisch over het klimaatprobleem. Sterker nog, de Teldersstichting adviseert vooral niet te veel haast te maken met het terugdringen van de CO2-uitstoot. Tegelijkertijd trekt VVD-minister Henk Kamp de komende jaren miljarden euro’s uit om het aandeel duurzame energie te vergroten. Een lange, interne partijstrijd lijkt geboren.

Het was een surreëel beeld, afgelopen woensdagmiddag in het Haagse . Minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) nam met lovende woorden de publicatie ‘Zeker van Energie’ van de Teldersstichting in ontvangst. Hij bedankte het wetenschappelijk bureau van de VVD voor dit om een minuut later afstand te nemen van de belangrijke aanbeveling van het rapport: stoppen met jarenlange subsidies voor

Het wetenschappelijk bureau van de VVD heeft niet alleen grote moeite met de duurzame ambities van Nederland, het zaait ook twijfel over het klimaatprobleem. De wetenschappelijke consensus over de snelle opwarming van de aarde en de rol van het menselijk wordt gewoonweg genegeerd. Zo schrijft de Telderstichting: ‘Gezien de vele onzekerheden waarmee klimaatverandering is omgeven, is het de vraag hoe erg het is als het bereiken van de CO2-reductiedoelen wat langer op zich laat wachten.’

Een paar maanden geleden was VVD-coryfee Ed Nijpels, verantwoordelijk voor het bewaken van de doelstellingen van het te gast in het tv-programma Op de vraag of hij een groene VVD’er is, iemand die duurzame energie heel belangrijk vindt, antwoordde de oud-minister van Milieu: ‘Ja nog sterker, ik vind dat iedere VVD’er duurzame energie belangrijk zou moeten vinden [...] maar als je hiermee bedoelt, vindt u dat uw partij veel doet op dit terrein, dan vind ik eigenlijk dat mijn partij afwezig is in de discussie over het energiebeleid.’

Nijpels had met oud-minister Pieter Winsemius en andere groene liberalen vlak voor het verkiezingsprogramma in juli 2012 nog een oproep gedaan om de energietransitie centraal te stellen in het energiebeleid. Het begrip belandde niet in het VVD-programma. In hun pleidooi schrijven de groene liberalen ‘in 2050 moet 80 procent van onze energie kunnen worden opgewekt uit betaalbare hernieuwbare energie

Dat minister Kamp nu veel groener is dan het wetenschappelijke bureau van zijn partij, valt alleen maar te verklaren door de samenstelling van de commissie

De nieuwe publicatie van de Teldersstichting voelt deze urgentie totaal niet en legt de nadruk op de betaalbaarheid van energie. Dat wordt vooral geïllustreerd door de bewering: ‘Nederland [hoeft] wat betreft de transitie naar een CO2-neutraal energiebeleid niet koste wat kost bij de voorlopers in Europa of zelfs de wereld te horen.’

Dit is een zeer wonderlijke opmerking, gezien het lage aandeel groene energie in Nederland. Alleen Malta, Luxemburg en Engeland hebben een lager aandeel. Met 4,5 procent loopt Nederland ver achter op het Europees gemiddelde van Precies dat laatste percentage moet via het Energieakkoord gehaald worden in 2020. Het volgt hiermee het kabinetsbeleid van de VVD en de PvdA. Nederland moet dus het aandeel duurzame energie verdrievoudigen in krap 5,5 jaar. Deze megaklus valt onder het beleidsterrein van VVD-minister Kamp van Economische Zaken, terwijl VVD’er Nijpels optreedt als bewaker van het akkoord.

Dat minister Kamp groener is dan het wetenschappelijke bureau van zijn partij, valt alleen maar te verklaren door de samenstelling van de commissie die het rapport ‘Zeker van Energie’ heeft geschreven. De Teldersstichting heeft zich laten gijzelen door de fossiele lobby en heeft alleen klimaatsceptici geïnterviewd.

Geen wonder dat het één groot pleidooi is om de gassector te versterken en een poging de impasse in het kernenergiedebat te doorbreken. Daarnaast voelt de denktank geen urgentie voor de energietransitie omdat ze vooral de nadruk legt op de ‘onzekerheden in het klimaatdebat.’

Verdeeldheid over subsidies voor windenergie

De VVD heeft vooral veel moeite met de hoge voor windenergie. En dat is geen groot geheim. Kamerlid René Leegte laat geregeld weten geen voorstander te zijn van windmolenparken. In een uitzending van Nieuwsuur Leegte dat Europese landen meer uit moeten gaan van hun eigen kracht. Zo kan Nederland gebruikmaken van de vele windenergie uit Duitsland en wanneer het niet waait kunnen onze gascentrales stroom leveren.

In een opiniestuk op het blog De Dagelijkse Standaard ‘Ook in Nederland zijn er steeds meer mensen die pleiten voor de enorm dure optie van windturbines op zee. Maar de kans dat die turbines ooit rendabel worden wordt steeds kleiner, als die kans al ooit heeft bestaan’.

Ongeveer dezelfde opvatting is te vinden het rapport van de Teldersstichting. Het wetenschappelijke bureau van de VVD wil alleen een eenmalige ontwikkelingssubsidie en een einde aan de huidige regeling waarin minister Kamp jaarlijks subsidie toekent voor . Het wetenschappelijk bureau is ontevreden met het bestaande beleid omdat ‘de levering van stroom langer dan een decennium gegarandeerd gesubsidieerd [wordt]. Op die manier worden marktverstorende prikkels afgegeven, die bovendien normaal ondernemerschap met bijbehorende risico’s ondermijnen.’

Een duur streven

In het Haagse Novotel-hotel is minister Kamp van Economische Zaken geheel oneens met deze argumentatie. ‘Het is geen marktverstorend beleid. Bij een eenmalige subsidie ben je het geld kwijt, terwijl we nu alleen per jaar betalen en alleen wanneer een windpark energie levert.’

De ongeveer honderd aanwezige partijleden zijn er nog niet gerust op. Een statenlid uit Friesland zegt dat ze ‘overspoeld wordt met die windmolens’ en daar zitten ze helemaal niet op te wachten. Kan de minister niet kijken of een geen optie is? Een andere VVD’er wil nu weleens weten hoeveel miljarden subsidies er eigenlijk naar windenergie gaan. Is dat niet weggegooid geld?

De VVD-minister pareert de kritiek door te wijzen op de doelstelling van 14 procent duurzame energie. Daar is Nederland aan en zo wijst hij de VVD’ers fijntjes terecht, het Energieakkoord volgt daarin netjes het percentage uit het VVD-verkiezingsprogramma.

Toch is dat niet helemaal de waarheid. De VVD had het iets omzichtiger geformuleerd, ‘de VVD streeft ernaar dat in 2020 14 procent van de energie Daarmee geeft het tegenstanders van windenergie ook munitie in handen, want waarom niet wat langer wachten tot er betere en goedkopere opties zijn en in de tussentijd groene stroom uit het buitenland inkopen? En was het niet premier Rutte die tijdens een verkiezingsdebat in juni 2010 die ‘malle windmolens draaien op subsidie, niet op wind.’

Scepsis klimaatprobleem

Het verzet tegen windmolens en het versnellen van de energietransitie heeft bij de VVD ook een dieperliggende oorzaak. De alarmerende rapporten van VN-klimaatpanel IPCC over de snelle opwarming van de aarde worden gewantrouwd. Dat is duidelijk merkbaar in de publicatie van de Teldersstichting. De liberalen hebben er veel moeite mee dat de bevindingen van het klimaatpanel door Europese landen geïnterpreteerd worden als leidend voor de politieke besluit- en beleidsvorming.

Zo schrijft de Teldersstichting, ‘...gezien de conclusies die het panel in de loop van de tijd heeft getrokken leidt dat in de praktijk tot grote of soms zelfs onrealistische ambities. Een voorbeeld is de in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II uitgesproken ambitie om in 2023 tot een aandeel duurzame energie van 16 procent te komen in Nederland terwijl dat aandeel in 2013 nog rond de 4,4 procent lag.’

Met deze opmerking bekritiseert het wetenschappelijk bureau van de VVD overduidelijk het onlangs gesloten Energieakkoord. Die vrijheid moet de Teldersstichting ook hebben (ze geven tenminste uiting aan de onvrede die er leeft bij veel VVD’ers over de subsidies voor windenergie), maar de denktank slaat de plank mis doordat ze ontkent dat een energietransitie nodig is. Niet over twintig jaar, maar nu. Dat is de consensus van meer dan 95 procent van de klimaatwetenschappers en bijna het gehele Europarlement. De Teldersstichting plaatst zich met haar klimaatscepsis dan ook in de hoek van anti-Europapartijen zoals het Franse Front National, het Britse UKIP en natuurlijk de PVV. Dat zijn juist de grootste tegenstanders van de Europese liberalen.

Geen interview met klimaatwetenschappers

De Telderstichting is zo kritisch over de ‘opvatting’ van een snel opwarmende aarde omdat ze alleen klimaatsceptici heeft geïnterviewd. De wetenschapsjournalist Marcel Crok, bekend van zijn boek De staat van het klimaat, krijgt alle ruimte voor zijn Daarnaast hebben de liberalen ook de bekende klimaatscepticus Hans Labohm gesproken. Geen enkel interview is afgenomen met klimaatwetenschappers van het KNMI of andere instellingen of universiteiten. De uitkomst van het rapport van het wetenschappelijk bureau over het klimaatprobleem leek al bij voorbaat vast te staan.

Klimaatsceptici twijfelen niet aan de opwarming van de aarde, maar vooral aan de snelheid daarvan

Tijdens de bijeenkomst in het Novotel-hotel afgelopen woensdag, reageerde minister Kamp heel summier op klimaatscepsis uit het VVD-rapport. Hij trok de vergelijking met een negentigjarige die heel zijn leven heeft gerookt zonder ziek te worden. ‘Betekent dit dat roken niet slecht is?’ Opwarming van de aarde door CO2-uitstoot is ‘onmisbaar aangetoond’ volgens de minister van Economische Zaken.

Dit betekent geen einde aan de discussie, want klimaatsceptici twijfelen niet aan de opwarming van de aarde, maar vooral aan de snelheid daarvan en de gevoelde urgentie om de aarde zo snel mogelijk te redden.

Gegijzeld door fossiele en nucleaire belangen

De nadruk van de Teldersstichting ligt dus niet op duurzame energie, maar op de betaalbaarheid, betrouwbaarheid en leveringszekerheid van energie. Gezien de samenstelling van de commissie is het niet vreemd dat het rapport vooral een lans breekt voor de gassector en kernenergie. Een van medeauteurs van het rapport is de Groningse econoom Caterinus Jepma. Met functies als wetenschappelijk directeur van het Energy Delta Gas Research Center (EDGAR) en het (door de gaswereld betaalde) Energy Delta Institute, is Jepma vooral bezig met het versterken van de Nederlandse gassector.

Een andere auteur is de VVD-ondernemer Peter Rauwerda. Hij is verklaard voorstander van kernenergie. Op een bijeenkomst van het Europese Liberale Forum in Den Haag in 2009 om minder afhankelijk te zijn van onstabiele energielanden en eindelijk eens een discussie te starten over kernenergie, in plaats van te focussen op de nadelen en gevaren van nucleair. Dit is geen vreemde opvatting aangezien kernenergie heel goed past binnen de doelstelling om zo snel mogelijk minder CO2 uit te stoten, maar de Teldersstichting moet hier wel transparant over zijn. Wanneer je iemand zitting laat nemen in een VVD-rapport over energie moeten de leden van de partij weten wat het eventuele belang is van een auteur om mee te schrijven aan zo’n publicatie.

Daarnaast is het ook opmerkelijk dat Jannes Verwer, de voormalige directeur van energiebedrijf E.ON Benelux mocht meeschrijven aan het liberale perspectief op het Nederlandse energiebeleid. Verwer heeft in 2007 in NRCHandelsblad nog voor de komst van nieuwe kolencentrales. Die zijn er ook ruimschoots gekomen, waaronder de E.ON-kolencentrale op de Rotterdamse Maasvlakte.

Opspelende gasbelangen of een nieuwe koers?

Het is een gemiste kans dat de VVD bij zo’n belangrijk energierapport vooral de fossiele belangen op het oog heeft en vergeet te zien welke grote kansen de energietransitie biedt. Een opvatting die ook te vinden is bij veel ondernemers. Niet voor niks pleit de topman van Unilever, Paul Polman, in bijna elk interview voor versnelling van de energietransitie. Maar ook andere Nederlandse bedrijven zoals AkzoNobel, DSM, Philips, Heineken, ASN en Triodos Bank zijn er al lang van doordrongen dat duurzaamheid niet alleen een modegril is, maar ook de toekomst van het

Het rapport van de Teldersstichting lijkt vooral geschreven te zijn voor de ‘oude’ spelers in de energiesector, met veel belangen in de gassector. Zoals Gasunie, GasTerra, en RWE Essent. Een aantal van hen wil dat de afspraken uit het Energieakkoord worden nageleefd, sommigen zijn zelfs medeonderhandelaar. Maar de duurzame plannen van het kabinet mogen niet ten koste gaan van hun eigen fossiele belangen.

Net zo makkelijk, zij het wat omfloerst, ontkent het bureau de realiteit en de urgentie van klimaatverandering. Voor groene VVD’ers zal dit rapport aanvoelen als een mes in de rug, terwijl klimaatsceptici en tegenstanders van windenergie vinden dat de VVD verraad pleegt aan haar kiezers vanwege de handtekening onder het Energieakkoord. De interne strijd over het energiebeleid kan de grootste partij van het land nog flink gaan op breken.