Deze docuserie laat alle kanten van down zien (niet alleen de rooskleurige)

‘Als ik heel eerlijk ben, zou ik niet zo’n kind als Ike willen hebben, als vader zijnde,’ zegt presentator Jos de Jager tegen zijn medepresentator Sjoerd Fleur. ‘Ik ook niet’, antwoordt Fleur.

Ze zijn bij Ike thuis geweest en zijn met hem gaan zwemmen. Hij heeft het syndroom van Down, en kan onder andere niet praten. Maar: Fleur heeft zelf ook down. Hij hoort bij de grofweg 20 procent van de patiënten die redelijk goed kan functioneren.

Vlak voordat in 2017 de kwam de EO met de documentaireserie De laatste Downer, mede gepresenteerd door mensen met down. Over wat het betekent om down te hebben in Nederland, en hoe de toekomst er dan uitziet.

Nog altijd relevante vragen, zeker nu het met de NIPT makkelijker dan ooit is om het syndroom op te sporen en die test vanaf 1 april kosteloos wordt aangeboden. Als prenataal onderzoek op down wijst, beslissen ouders

De presentatoren gaan naar Denemarken, waar al langer gratis prenataal onderzoek bestaat en nauwelijks nog kinderen met down geboren worden; ze bezoeken een RIVM-onderzoeker die voorrekent hoeveel een downer ‘kost’; ze gaan in gesprek met ouders – ook hun eigen – over de zorg voor een kind met het downsyndroom.

In tijden van – in de woorden van Arjen Lubach – vond ik deze documentaireserie een verademing. Ja, Fleur is een ‘goede downer’, net als de derde presentator Eveline Kamperman, maar ze laten alle kanten van het syndroom zien. Niet alleen de rooskleurige.

EO: ‘De laatste Downer’ op NPO (Kijktijd: 4 afleveringen van 40 minuten)