Na de winst van Shell komt zonneschijn
Filmrolletjesgigant Kodak maakte in 1999 een recordwinst van 2,5 miljard dollar. Iets meer dan tien jaar later was het bedrijf failliet.
Daar moest ik aan denken toen ik vorige week de berichten las over de recordwinst van Shell.
Bijna 38,5 miljard euro bleef er afgelopen jaar over. Daar kan je alle zeshonderdduizend Nederlandse gezinnen die nu kampen met energiearmoede* een modaal jaarsalaris van geven – en dan hou je nog steeds 14 miljard over. Over profiteren van een crisis gesproken.
De mondkapjeshandel is er niks bij.
Maar tegelijkertijd dacht ik: het is ook alsof een terminale patiënt vlák voor zijn dood nog de Staatsloterij wint. Want laten we wel wezen: Shell is, hoe mindblowing de jaarcijfers ook mogen zijn, een dead man walking. Het is Kodak, vlak voor de eerste iPhone. Een videotheek, met Netflix aan de horizon. Succes met je businessmodel.
Je zou bijna médelijden krijgen met de olieboer.
Kodak durfde een radicale overstap niet aan – en de oliereuzen ook niet
De gelijkenis met Kodak is op sommige punten opvallend. Net zoals Shell in de jaren tachtig als een van de eerste energiebedrijven het klimaatprobleem signaleerde, had Kodak in de jaren zeventig als een van de eerste fotofirma’s door dat analoge fotografie weleens ten onder zou kunnen gaan aan digitalisering. Sterker, het vond zélf een van de eerste digitale camera’s uit en voorspelde, bijna tot op het jaar correct: rond 2010 is het einde oefening voor onze huidige core business.*
Maar net als Shell durfde Kodak een radicale overstap niet aan. Het investeerde, net als Shell, slechts mondjesmaat in alternatieven, was héél eventjes marktleider in digitale camera’s (zoals Shell in de jaren negentig ook heel even groot was in de productie van zonnepanelen), maar werd uiteindelijk omvergeblazen door een golf van betere technologische alternatieven, met de digitale camera in de smartphone als nagel aan de doodskist.
Duurzame energie is langzaam maar zeker op bijna ieder vlak superieur ten opzichte van fossiel
Je hoeft geen glazen bol te hebben om zoiets ook met de oliereuzen te zien gebeuren. Duurzame energie is langzaam maar zeker op bijna ieder vlak superieur aan fossiel. Olie en gas zijn eindige bronnen, steeds moeilijker te winnen en dus steeds kostbaardere investeringen op de langere termijn. Bij zon en wind is het precies andersom: die zijn oneindig voorradig, steeds efficiënter om te zetten in elektriciteit en – niet onbelangrijk – steeds goedkoper.
Dat komt mede doordat zon en wind fundamenteel andersoortige energiebronnen zijn. Olie en gas zijn grondstoffen, die je uit de grond moet halen, verbranden en zo omzetten in bruikbare energie; duurzame energie daarentegen is meer een technologie. Er zit daardoor een enorme innovatiecurve in, die fossiel niet of nauwelijks heeft. Je kunt olie en gas niet veel efficiënter in energie omzetten dan we nu al doen. Zonnepanelen, daarentegen, worden elk jaar beter, en beter, en beter.
Die vooruitgang gaat zo snel dat zonnestroom nu al goedkoper is dan fossiel.* En die voorsprong wordt alleen maar groter. De installatie van zonnepanelen breekt momenteel record na record – de groei in zonne-energie is zelfs zo goed als exponentieel. Daar kun je geen boorplatform of pijpleiding tegenop bouwen.
Onderaan de streep geldt: olie en gas gaan dit niet winnen
Natuurlijk, er zijn allerlei hordes in de overgang naar duurzaam: ook zonnepanelen, windmolens en vooral batterijen hebben grondstoffen nodig, die net als olie en gas gewonnen moeten worden. Grootschalige opslag van duurzame energie is ook een uitdaging. En dan moeten er ook genoeg monteurs zijn om al die wind- en zonneparken aan te leggen.
Maar onderaan de streep geldt een simpele waarheid: olie en gas gaan dit niet winnen.
De verbrandingseconomie loopt op haar laatste benen en het alternatief is inmiddels de kinderschoenen meer dan ontgroeid. De jaarcijfers van Shell mogen dan indrukwekkend zijn, ze staan op een grafsteen geschreven. Dat er meer winst wordt uitgekeerd aan aandeelhouders dan er wordt gestopt in groene energie,* kan met recht roekeloos worden genoemd. Maar het past ook perfect in het plaatje van een sterfhuis: nog even het laatste rendement eruit wringen, in plaats van te investeren in de toekomst.
Zo bezien had satiresite De Speld precies het juiste nieuwsbericht te pakken, toen ze schreef: ‘Shell nuanceert recordwinst: “Het is maar geld, dat gaat ook ons straks niet redden’”.
Zo is het precies.