Daar stond ik dan, op de winderige P+R van station Kruiningen-Yerseke. De conducteur had net omgeroepen dat de trein niet meer verder reed. Waarom? Onduidelijk. Kwam er vervangend vervoer? Geen idee. Maar of we even wilden uitstappen.

Vanaf de P+R sloeg ik het kluitje passagiers gade dat zich voor het stationsgebouw had verzameld. Ik zag ze bellen, lachend zwaaien naar een auto, hun tassen in een achterbak tillen. Ook ik zou worden opgepikt, mijn vader was al onderweg.

Maar ik zag ook mensen die niemand belden en bedremmeld om zich heen stonden te kijken. Een man met een grote zak rijst bij zijn voeten, een andere met een grote felblauwe koffer. Het kluitje werd kleiner, maar zij bleven staan.

Toen mijn vader arriveerde, riep ik: ‘Moet er nog iemand naar Middelburg?’ En voor ik het wist reden we op de A58, met in de kofferbak een zak rijst en een felblauwe koffer, en op de achterbank een Ethiopiër en een Spanjaard.

Random acts of kindness

Het wordt ook wel een ‘random act of kindness’ genoemd, zo’n actie die aardig bedoeld is en waar je niks voor terug verwacht. Een complimentje geven, de deur openhouden, iemand een lift geven. Wereldwijd worden er zelfs speciale dagen voor georganiseerd – op 17 februari was het in de Verenigde Staten

Die lift deed me realiseren dat ik maar zelden zo’n aardige actie onderneem. Zelfs daar op de P+R had ik staan twijfelen. Ik kon het ook níét doen. Misschien vond mijn vader het wel een raar idee. Of zou ik daar staan roepen en zou het vooral heel ongemakkelijk zijn. Tegenover deze ene keer dat ik het tóch besloot te doen, stonden talloze keren dat ik niets deed. Dat ik in gedachten verzonken bij de kassa stond, een dakloze voorbijliep, hoopte dat iemand anders zou opstaan voor die oudere in de trein.

En volgens mij ben ik niet de enige. Leuk dat er allemaal initiatieven zijn om aardigheid aan te wakkeren, zoals zo’n dag, maar waarom zijn die eigenlijk nodig? Waarom doen we het niet gewoon? Een nieuwe studie geeft een mogelijk antwoord.

Doe vandaag iets tegen verharding

Maar eerst: waar dient die aardigheid toe? Ruim een kwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over de manier van samenleven in het land; zij noemen verharding, korte lontjes, egoïsme en andere tekenen dat het er onderling

Daar zijn natuurlijk allemaal structurele verklaringen voor te bedenken – hijgerige (sociale) media, populisme, toenemende ongelijkheid – die vragen om structurele oplossingen. Maar wat als jij, als doodnormale Nederlander, vandaag iets wil doen tegen die verharding? Doe iets aardigs, dan zijn er alleen maar winnaars.

Want het is niet alleen leuk voor een ander, maar ook voor jezelf. De helft van de deelnemers werd verteld dat ze het geld aan zichzelf moesten uitgeven; de andere helft kreeg te horen dat ze iets moesten kopen voor een ander. Die tweede groep bleek gelukkiger te zijn dan de groep die iets voor zichzelf had gekocht.

Maar wat als jij vandaag iets wil doen tegen die verharding? Doe iets aardigs, dan zijn er alleen maar winnaars

Toen andere onderzoekers deze en andere experimenten stelden ze vast: iets aardigs doen voor een ander heeft een ‘klein tot middelgroot’ effect op je eigen geluk. (Wel waren de steekproeven in veel van de studies klein, dus dit blijft een voorbarige conclusie.)

Bovendien: aardigheid blijkt besmettelijk. keken onderzoekers naar wat het effect was als een chauffeur een andere auto voor liet gaan. Ze zagen dat een chauffeur die net voorrang had gekregen meer dan twee keer zo vaak een andere auto liet voorgaan.

Dat was niet alleen lekker voor degenen die voor mochten piepen, de doorstroom van het verkeer werd ook beter. Met andere woorden: het collectief profiteerde van dat aardige gedrag.

Het lijkt er dus op dat een beetje aardig zijn een win-win-winsituatie is: jij, de ander en de omgeving profiteren.

Al die effecten maakte ik mee toen mijn vader en ik de lift aan de twee mannen gaven. Onze passagiers waren opgetogen dat ze voor hun deur werden afgezet, ik was zelf wat down geweest die dag, maar ik kwam vrolijk aan in Middelburg, en was het niet voor iedereen beter dat ze niet in een vervuilende taxi waren gestapt? En wie weet deden die Spanjaard en Ethiopiër bij thuiskomst op hun beurt ook weer iets aardigs voor een ander.

Wat houdt je tegen?

Terug naar die vraag: waarom doen we het niet vaker? Een artikel in het Journal of Experimental Psychology van afgelopen januari geeft een mogelijke verklaring:

Psycholoog Amit Kumar en gedragswetenschapper Nicholas Epley organiseerden acht experimenten. In een daarvan kregen deelnemers bij een ijsbaan een warme choco van de koek-en-zopie. Ze mochten hem zelf houden, maar ze werden aangemoedigd om hem weg te geven.

Na afloop vroegen de onderzoekers aan de weggevers: hoe ‘groot’ ze dachten dat hun actie was en hoe positief of negatief ze dachten dat de ontvanger zich voelde als gevolg ervan. De ontvangers van de choco vroegen ze hetzelfde, en zo konden ze vergelijken of de gevers de impact van hun actie goed konden inschatten.

Het antwoord: nee. Dachten de gevers dat hun actie niet zo groot was – nog geen 4 op een schaal van 0 (heel klein) tot 10 (heel groot) – de ontvangers gaven haar een 7. En dachten de gevers dat hun actie op zich wel een positief effect zou hebben – 2,7 op een schaal van -5 (veel negatiever dan normaal) tot 5 (veel positiever dan normaal) – de ontvangers schatten haar met gemiddeld een 3,5 hoger in.

Die conclusie kwam terug in de andere experimenten. Of ze nu studenten een kaartje aan een bekende lieten sturen, bij een klimmuur mensen een cupcake weg lieten geven, of in een stadscentrum mensen een cadeautje uit lieten kiezen voor een ander – telkens onderschatten deelnemers hoe groot de impact van hun actie op de ander was. Ook realiseerden ze zich niet hoezeer hun actie ervoor zorgde dat de ander op diens beurt ook aardiger was – Zoals de titel van de studie zegt: ‘A little good goes an unexpectedly long way’.

Er is heus wel wat aan te merken op de studie, ook deze steekproeven konden groter, maar het is een begin. Bovendien: – over spontaan contact opnemen met iemand – vond ook dat mensen stelselmatig onderschatten wat het betekent voor een ander.

Dus als ik de volgende keer op een winderige P+R sta, of waar dan ook, ga ik eens ontzettend hoog inschatten wat een aardigheidje voor iemand anders betekent. Wat als iedereen dat gaat doen? Dat lijkt me pas een mooi experiment.

Ik kwam het nieuwe onderzoek op het spoor die het op LinkedIn plaatste, samen met de studie op de parkeerplaats.

Standaardbeeld bij nieuwsbrief Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Ik schrijf over onzekerheid. In mijn nieuwsbrief houd ik je op de hoogte van wat ik schrijf, hoor en lees. Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Verder lezen?

Doe niet zo stellig! Stelligheid domineert het publieke debat. Maar hoe hoor je dan de mensen die niet willen schreeuwen? Lees mijn artikel