Brekend: deze vader werkt fulltime
Iedereen kan zorgen, maar als er kinderen komen is het vrijwel altijd de vrouw die qua betaald werk een stapje terug doet. Zo niet Tim Gouw, die zijn baan opzegde om fulltime voor zijn jonge kinderen te zorgen. Hij is de uitzondering – terwijl het zo vanzelfsprekend kan zijn.
Een jong koppel krijgt een kind. In Canada, ver van familie in Nederland. De baby slaapt nauwelijks en dus slapen de ouders ook niet. De ene ouder heeft onregelmatig en vermoeiend werk, de ander begint bijna met een drukke baan bij een bank. Iedereen loopt op zijn tandvlees, hulptroepen zijn er niet, en dan besluit een van de ouders het werk tijdelijk neer te leggen.
Om voltijd te kunnen zorgen voor de baby en het huishouden. Om de schaarse energievoorraad van het prille gezin zo goed mogelijk te bewaken. En ook: om tijd door te kunnen brengen met het kind dat zo gewenst is, door haar ouders met zo veel liefde op de wereld gezet.
Gezinnen maken dit soort beslissingen voortdurend. Meestal is het de moeder die na de komst van een baby minder betaald werk gaat doen. In het geval van Tim Gouw en zijn vrouw Iris was hij het die zijn consultancypraktijk op pauze zette en besloot thuisblijfvader te worden. Voor zes maanden, was het idee: het werd uiteindelijk vijf jaar.
Over die vijf jaar, waarin het gezin van Canada naar Spanje verhuisde en een tweede baby kreeg, schreef Gouw De thuisblijfvader. Waarom mannen net zo goed voor hun kinderen kunnen zorgen. Daarin wisselen persoonlijke ervaringen en culturele beschouwingen elkaar af, met een ondertoon van zacht activisme: niet iedere vader wil net als hij voltijd zorgen, en niet elke vader hoeft dat te doen, schrijft Gouw. Maar hij hoopt wel dat lezers van zijn boek zich gaan afvragen ‘of de tijd- en taakverdeling binnen het gezin wel optimaal is’ – waarna ze mogelijk andere keuzes kunnen maken.
Iedereen kan zorgen
De ondertitel van Gouws boek is belangrijk. Iedereen is gemaakt om te zorgen, maar toch vindt nog altijd 25 procent van de Nederlandse vrouwen en 40 procent van de Nederlandse mannen dat moeders meer geschikt zijn om voor de kinderen te zorgen dan vaders. Ook vindt 80 procent van de Nederlanders dat moeders van jonge kinderen niet meer dan drie dagen per week buiten de deur zouden moeten werken.* En besteden moeders ruim anderhalf keer zoveel tijd aan de verzorging en begeleiding van hun kinderen als vaders.
Hoewel die percentages een paar decennia geleden nog veel hoger waren, geven ze aan hoe sterk de rolpatronen zijn voor vrouwen en mannen, moeders en vaders. En dus ook hoe uitzonderlijk het nog altijd is om als man het leeuwendeel van je tijd te besteden aan het zorgen voor je gezin. Voor moeders en vaders gelden nu eenmaal verschillende maatstaven: was Tims vrouw degene geweest die deze keuze had gemaakt, dan was haar hooguit verweten dat ze niet geëmancipeerd genoeg was. Gouw wordt juist zo geëmancipeerd gevonden dat sommige mannen in zijn omgeving er ongemakkelijk van worden.
Hoe het ouderschap je wereld verkleint en vergroot
In De thuisblijfvader doet Gouw verslag van zijn ervaring met een slapeloze baby in Canada en, vervolgens, een peuter en een baby in Spanje. Hij laat zien dat oefening kunst baart – dat zorgen geen aangeboren eigenschap is waarover vooral vrouwen beschikken, maar iets wat iedereen kan leren.
Dat neemt niet weg dat zorgen zwaar is, schrijft Gouw: het houdt nooit op en vergt meer geduld dan de meesten van ons kunnen opbrengen. Wat daar tegenover staat is een ongekende vergevingsgezindheid. ‘Mijn dochter vertrouwt mij volledig’, merkt Gouw verwonderd op. Zijn dochter heeft geen keuze, natuurlijk – maar voor wie door zijn betaalde werk gewend is dat vertrouwen vooral volgt op succes, is dit een nieuwe ervaring – een die het leven van de vader verbreedt en verdiept.
Zelfs de doelbewuste thuisblijfvader is niet immuun voor eeuwenoude rolpatronen
Gouw laat zien dat je wereld klein wordt wanneer die vooral om een baby draait, maar ook groot: ‘Er zijn nog zoveel speeltuinen om te ontdekken, unicorn-ijsjes om te proeven en gekke insecten om je over te verwonderen. Dingen die ik zonder kinderen waarschijnlijk niet eens zou opmerken. Kijkend door de ogen van een kind kun je niet anders concluderen dan dat de wereld een magische plek is.’
Meer dan een lofzang
De thuisblijfvader is geen sentimentele lofzang op het (thuisblijf)vaderschap. Gouw merkt op hoezeer zijn identiteit als man is vervlochten met het hebben van betaald werk: ‘Werk betekent status, sociale contacten, ontwikkeling, inkomen en ertoe doen.’ Wie is hij als hij dat allemaal niet meer heeft? Zorg en ouderschap brengen veel minder status met zich mee, sociale contacten beperken zich tot een minimum, en naar een inkomen kan je als voltijdouder fluiten.
Zijn omgeving lijkt ook niet goed te weten wat ze met Gouw aanmoet. Zo vraagt zijn moeder elke week wanneer hij weer gaat werken. De Spaanse kinderarts wil liever dat zijn vrouw voortaan meekomt, want moeders ‘kennen hun kind door en door’. De buren vragen of zijn vrouw misschien ziek is, ze zien haar zo weinig met de kinderen.
En hoewel Gouw voltijd zorgt en Iris een voltijdbaan heeft, neemt zij nog altijd meer van de ‘mentale last’ op zich – het nadenken over, en regelen van, het reilen en zeilen van het gezin. Zelfs de doelbewuste thuisblijfvader, wil hij maar zeggen, is niet immuun voor eeuwenoude rolpatronen.
Een luxe die iedereen zich zou moeten kunnen permitteren
Gouw weet dat de keuze die hij en Iris hebben gemaakt niet voor iedereen is weggelegd – voor veel gezinnen is het simpelweg onmogelijk rond te komen van één salaris. Tegelijkertijd vraagt hij zich af ‘of meer tijd met onze kinderen doorbrengen niet gewoon een luxe is die iedereen zich zou moeten kunnen permitteren. Papa dus ook. Of dat nu door langer en ruimer verlof is, flexibelere werkuren of simpelweg minder werken.’
Nu overwegen de meeste mannen die luxe niet eens – niet alleen omdat ze het zich niet kunnen permitteren, maar ook omdat niemand het van ze verwacht. Dat is zonde, vindt Gouw: voor de kinderen, voor de partners, en voor de vaders zelf. De thuisblijfvader laat zien dat we andere keuzes kunnen maken dan de tijdgeest voorschrijft, dat we kunnen afwijken van het geijkte pad. Zulke keuzes maken het leven niet per se makkelijker, maar wel, voor iedereen, een heel stuk rijker.