Komende verkiezingen is élke stem er een voor boeren
De BoerBurgerBeweging doet net alsof er maar één partij is die boeren een toekomst gunt. Maar dat is onzin: alle partijen (zelfs die voor de dieren) vinden de landbouw ontzettend belangrijk – ook in de toekomst. Je stemt dus niet voor of tegen. De vraag is: hoe ziet die toekomst eruit?
Op welke partij moet je 15 maart stemmen als je boeren een toekomst gunt? Simpel: BBB!
Althans, dat suggereert de stemwijzer op geefboerentoekomst.nl. Alsof er maar één partij vóór landbouw is. Dat is onzin. Alle partijen – zelfs die voor de dieren – vinden een florerende landbouwsector belangrijk. Maar over hoe de landbouw kan floreren, verschillen de meningen als dag en nacht.
Ook al is het de regering die het natuur- en landbouwbeleid bepaalt, de Provinciale Staten en de waterschappen moeten dat beleid gaan uitvoeren. Ze krijgen daarin veel vrijheid, dus je stem is belangrijk. Daarom, hier nog eens de vijf stellingen van geefboerentoekomst.nl, maar nu mét de broodnodige nuance.
Stelling 1. Betaalbaar en veilig eten uit Nederland moet gewaarborgd blijven
Geefboerentoekomst.nl doelt met deze stelling op het strenge stikstofbeleid: minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal (VVD) wil duizenden veehouders in de buurt van kwetsbare natuurgebieden uitkopen, en duizenden andere verplichten om veel minder stikstof uit te stoten. Krimp, dus.
Omdat krimp onherroepelijk ten koste gaat van de productie, worden gehaktballen schaarser en duurder, waarschuwt BBB. Zeker met een duurzaamheidsbijdrage op dierlijke producten – de wens van links.
Krimp helpt de natuur bovendien niet eens, meent de partij. Buitenlandse boeren zullen het gat in de markt vullen, waardoor de vervuiling zich gewoon verplaatst.
Maar zo simpel is het niet: veel van de stikstof die wordt uitgestoten, bijvoorbeeld door een varkensstal, dwarrelt neer in de directe omgeving. Met een beetje stikstof is niets mis – dat is voor planten noodzakelijk. Maar, omdat we in Nederland een recorddichtheid aan vee hebben, is de dosis hier zo hoog dat het giftig wordt.
Omdat krimp onherroepelijk ten koste gaat van de productie, worden gehaktballen schaarser en duurder, waarschuwt BBB
Wat vinden andere partijen hiervan? CDA snapt dat krimp nodig is, maar wil boeren niet dwingen – ook niet tot verkoop. Hetzelfde geldt voor de VVD – in tegenstelling tot de plannen van hun eigen minister.
CDA en VVD stellen daarom geen grenzen aan de hoeveelheid vee, maar liever aan de stikstofneerslag die veehouderijen in beschermde natuurgebieden veroorzaken. Zo kan de boer zelf beslissen op welke manier hij zijn uitstoot beperkt.
Dat wordt wel ingewikkeld: koeien kan je tellen, maar om te berekenen in hoeverre iedere koe met haar uitstoot een natuurgebied vervuilt heb je ingewikkeld beleid en onzekere modellen nodig. Het beleid en de modellen uit vier VVD-kabinetten zouden op papier de stikstofvervuiling flink verminderen, maar in de praktijk werkten ze niet.*
D66 en de partijen links daarvan doen eerst een stapje terug. Wat is veilig en wat is betaalbaar – ook op de lange termijn? Zij denken daarbij in de eerste plaats aan landbouw die de bodem gezond houdt en de biodiversiteit niet verkleint, maar juist stimuleert. Zo wordt het land weerbaarder tegen droogte, hebben we minder kunstmest nodig, gaan we de uitstoot van broeikasgassen tegen, wordt meer CO2 in de bodem opgenomen, en wordt de kans op een pandemie kleiner.
Je levert bij krimp dus koeien, varkens en kippen in, maar krijgt er een gezond ecosysteem voor terug. Goede ruil, zegt links – zo houden we de Nederlandse landbouw veilig en betaalbaar.
Maar dan moeten we wel minder vlees eten. Daar helpt die duurzaamheidsbijdrage bij. Die duurdere gehaktbal maakt het mogelijk dat boeren betaald krijgen om duurzamer te werken én dat de koopkracht van de laagste inkomens niet daalt.
Stelling 2. Nederland moet zoveel als mogelijk zelfvoorzienend blijven op gebied van voedselproductie
Minder vee betekent niet alleen minder voedselproductie, wil geefboerentoekomst.nl zeggen; we zullen dan ook meer moeten importeren.
Klinkt wederom simpel, maar het klopt niet. Als je de veestapel halveert, beperk je de voedselimport juist gigantisch: dan hebben we veel minder veevoer nodig! Van alle landbouw die buiten de grenzen plaatsvindt – in dienst van onze voedselconsumptie – is nu maar liefst de helft veevoerproductie.*
Bovendien: 60 tot 80 procent van onze eigen kaas, eieren en speklappen is niet bedoeld om Nederland te voeden, maar voor export. Dus als het om zelfvoorzienendheid gaat, kunnen we beter de helft van ons vee wegdoen en broodgraan gaan verbouwen (want dat halen we nu uit Frankrijk).
Bovendien: 60 tot 80 procent van onze eigen kaas, eieren en speklappen is niet bedoeld om Nederland te voeden, maar voor export
De vraag is dus: hoe bereik je voedselzekerheid? BBB en VVD willen vooral onze economische groei veiligstellen. Dat doet de landbouwsector nu vooral door middel van internationale handel. Met krimp staat die op de tocht, want alleen met maximale productie-efficiëntie en de nieuwste technologie kunnen onze melk en varkenslapjes concurreren met die uit andere landen.
Linkse partijen als de PvdA, GroenLinks en de SP (en in dit geval ook D66) denken bij voedselzekerheid in de eerste plaats aan natuur, klimaat en sociale gelijkheid. Productie die minder vervuilend is, en waarvoor we minder afhankelijk zijn van grondstoffen uit het buitenland, bespaart de maatschappij op de lange termijn geld. De Partij voor de Dieren gaat het verst, en wil helemaal geen veevoer meer waar ook mensenvoedsel kan groeien.
Deze vorm van voedselzekerheid gaat ten koste van internationale handel – en dus van economische groei. Het is niet goed voor de multinationals die nu nog het gros van de winst opsouperen. En dat geldt het meest voor zuivel: melkveehouders ontvangen slechts een zevende van de omzet. De rest gaat naar groothandelaren en veevoerbedrijven: de financiers van geefboerentoekomst.nl.*
Stelling 3. Er moet worden ingezet op innovaties om de klimaatdoelen te bereiken
Geefboerentoekomst.nl wil zoveel mogelijk geld reserveren voor zogenaamde ‘stalsystemen’ die de uitstoot van stikstof ‘met 70 tot 80 procent’ verminderen.
Klinkt goed, maar het is vooralsnog onwaarschijnlijk dat zulke poepzuigers en luchtwassers – want daar gaat het om – zo’n enorme reductie realiseren. Vertrouwen op onbewezen technieken is een gok met het ecosysteem als inzet. De vraag is dus vooral: hoe erg vind je het als het niet lukt?
BBB maakt zich helemaal geen zorgen. VVD en CDA een beetje, maar in de eerste plaats om de vrije handel en bestaande boerenbedrijven. Ze wagen liever de gok, dan dat ze op safe spelen ten koste van ondernemers.
D66 en de linkse partijen nemen liever het zekere voor het onzekere: hoe dan ook willen ze minder vee, meer biologische landbouw en meer natuur. Zo loopt niet de natuur, maar de schatkist een risico. Zij vertrouwen op de kracht van de overheid, sociale regelingen, én de flexibiliteit van boeren om van de landbouwtransitie een succes te maken.
Stelling 4. Boeren moeten een belangrijke rol krijgen in het landschapsbeheer van hun provincie
Boeren beheren hoe dan ook de helft van Nederland. Aan hen de taak om de bodem te verzorgen, sloten te baggeren, bomen en heggen te onderhouden, de waterhuishouding te regelen. Zo bepalen zij in hoeverre dit land leefbaar is voor andere levende wezens dan de mens – van pinksterbloemen tot eiken, van vlinders tot ooievaars, en van wormen tot bunzings.
Geefboerentoekomst.nl suggereert dat wie dat belangrijk vindt, op BBB moet stemmen. Als het aan hen ligt, worden boeren betaald om die maatschappelijke taak te verrichten.
De regering zet in op een systeem waarin duurzame praktijken punten opleveren. Die punten worden vervolgens in klinkende munt uitbetaald
Gelukkig kun je hiervoor óók bij alle andere partijen terecht. Dit is eindelijk iets waar ze het van links tot rechts over eens zijn. Logisch, want elke euro die de overheid aan boeren geeft om duurzaam te werken, komt terug; als boeren die taak niet uitvoeren, kost het de maatschappij klauwen met geld.
De regering zet in op een systeem waarin duurzame praktijken punten opleveren. Die punten worden vervolgens in klinkende munt uitbetaald.
Maar welke praktijk is duurzaam, en welke niet? Hier verdampt alle eensgezindheid weer: rechtse partijen willen ook punten geven voor efficiënte productie, ook als die in absolute zin tot meer vervuiling leidt. Want als je daarmee relatief veel produceert, is het per product wel duurzaam. Geef je die efficiëntiepunten niet, vindt rechts, benadeel je de bedrijven die innovatief bezig zijn – bijvoorbeeld door te investeren in de modernste stalsystemen.
Linkse partijen gaan daar niet in mee. Volgens hen moeten die punten uitsluitend gebaseerd worden op de absolute hoeveelheid vervuiling. Mooi dat bedrijven efficiënt kunnen produceren, maar als ze daarmee het landschap vervuilen is dat toch niet duurzaam. Dan moeten we er maar minder van consumeren. Kortom: het debat begint weer van voren af aan.
Stelling 5. Verplichte uitkoop is een slecht plan
BBB is mordicus tegen uitkoop, ook al is dat noodzakelijk om verdere achteruitgang van de natuur tegen te gaan. De partij ontkent simpelweg dat er een natuurprobleem is – in weerwil van de wetenschappelijke consensus én de Europese wet.
VVD en CDA ontkennen dat probleem niet en willen de stikstofvervuiling reduceren. Toch zijn ze expliciet tegen gedwongen uitkoop. Liever vrijwillig. Hoe dat dan verder moet als de ergste vervuilers zich niet massaal vrijwillig opdoeken, laten ze niet weten. Wie dan leeft, wie dan zorgt.
BBB ontkent simpelweg dat er een natuurprobleem is – in weerwil van de wetenschappelijke consensus én de Europese wet
D66 en alle partijen links daarvan zijn wel voor gedwongen uitkoop. Het kan simpelweg niet anders, vinden ze, als je het behoud van de laatste restjes natuur op de eerste plek zet. Bovendien eisen de Europese richtlijnen dat – en die hebben we zelf ondertekend.
Links benadrukt daarbij graag dat boeren al decennialang bij bosjes gedwongen stoppen. In de continu verdergaande industrialisering (denk aan dure stalsystemen) móeten bedrijven blijven groeien om rendabel te blijven. En omdat er geen landbouwgrond bij komt, gaat hun groei per definitie ten koste van hun collega’s. Treurige verhalen van weggeconcurreerde familiebedrijven zijn na een eeuw van industrialisatie nog steeds aan de orde van de dag.
Het enige verschil met gedwongen uitkoop: concurrentie heb je als bedrijf deels in eigen hand. Je afstand tot een kwetsbaar natuurgebied niet.
Ga stemmen
De vraag is deze verkiezingen dus niet of je boeren een toekomst gunt. Je kiest volgende week sowieso vóór boeren. De vraag is hoe jij die toekomst voor je ziet.
Wil je dat Nederland zijn natuur beschermt en zich aan de Europese wet houdt? Of vind je dat de overheid niet mag tornen aan de veehouderij?
Vind je het goed dat de Nederlandse weilanden er vooral zijn voor de export van zuivel? Of wil je dat er zoveel mogelijk voedsel groeit dat we zelf kunnen opeten?
Maak je je meer zorgen om bestaande boerenbedrijven óf om de houdbaarheid van de landbouw op de lange termijn?
Wat je ook vindt, ga stemmen. En geef de landbouw een toekomst waarmee we allemaal kunnen leven.
Meer lezen?
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!