Puberale weerstand helpt niemand verder in het leven, maar is wel lekker voor de kijkcijfers
Al zes seizoenen laat Dream School zien hoe probleemjongeren zich in de nesten werken met hun puberale weerstand – en hoe je daar met de juiste aandacht verandering in brengt. Maar de ironie is: de camera krijgt geen genoeg van die worsteling.
Wat heeft meervoudig wereldkampioen kickboksen Lucia Rijker wat andere lifecoaches niet hebben?
Na zes seizoenen van het NTR-programma Dream School, waarin Rijker schoolverlaters inspireert om hun toekomst serieus te nemen, kan ik het nog steeds niet precies aanwijzen. Maar het heeft iets te maken met haar vermogen om barsten te laten ontstaan in de puberale weerstand die de grote smaakmaker is van het programma.
De coach, boeddhist en voormalig kickbokser bedient zich van dezelfde zalvende clichés die de coachende klasse tot zo’n bevredigend doelwit van spot maken – ‘Omarm het verwonde kind in jezelf!’ Maar Rijker doet iets met die verwonde kinderen, als een paardenfluisteraar; je zou iedere docent dit vermogen toewensen.
In Dream School krijgt een groep boefjes tussen de 16 en 23 jaar twee weken les van mensen die ‘het gemaakt hebben’, van influencers tot officieren van justitie. Tussendoor ‘werken ze aan zichzelf’ onder het mentorschap van een doorgewinterde schooldirecteur en Rijker, de sensei, die de schooldagen opent met lesjes kickboksen – gooi alles er maar uit, ush!
Of de leerlingen nu belhamels zijn, verwaarloosd, misbruikt of al het bovenstaande, wat hen bindt is hun halsstarrige verzet tegen de alledaagse orde die vereist dat ze wat van hun leven maken. De rebellie uit zich soms in middelengebruik of woedeaanvallen, en bijna altijd in een aanstootgevende desinteresse.
Onder al die mediagenieke weerstand zit pijn – je hoeft geen psycholoog te zijn om dat te zien. Dat maakt deze jongeren tot explosieve goudmijntjes voor tv-makers. Maar ook voor coaches zoals Rijker. Het verwonde kind verschuilt zich ergens in die grote, boze hoodie, zo wil de aanname; je moet het naar buiten lokken, zodat je het kunt omarmen.


Catharsis dankzij een boksbal
Hoe dat werkt, zagen we dit seizoen bij de zwaar getraumatiseerde Caitlin, wier weerzin zich keer op keer samenbalde in een verbeten ‘Ik ga echt niet…’
Caitlin ging echt niet boksen, echt niet sporten in de zon, ze ging niet helend schreeuwen, niet figuurzagen, ze ging al helemáál niet door de sloot waden in een overall. Krijg toch allemaal de klere. Wat ze wel ging doen: ‘Jonko roken.’
Caitlin – haar gezicht een gekwelde rozijn – mocht erop los slaan
Een van Lucia Rijkers kwaliteiten is een boeddhistisch geduld, maar tegen Caitlin was zelfs dat niet opgewassen. Het lokken van het verwonde kind is een tijdrovende kunst, zagen we, waarin je eigen menselijkheid niet buiten schot kan blijven. Toen Caitlin voor de zoveelste keer haar snor drukte, verloor ook Rijker haar zelfbeheersing en verhief haar stem in plat Amsterdams.
Pas in de laatste aflevering kwam de catharsis. Eindelijk zagen we Rijker haar wonderen verrichten. Er kwamen een honkbalknuppel en een boksbal aan te pas. Caitlin – haar gezicht een gekwelde rozijn – mocht erop los slaan. ‘Er’ in dit geval: ‘De klootzakken die jou dit hebben aangedaan.’
Ze ging echt niet, begon Caitlin al bijna. Maar ze ging toch. Ze beukte erop los; ze brak. Rijker zeeg bij haar neer op de grond en deed wat ze doet: luisteren, ruimte geven, aanwezig zijn. Zoiets.


Grote bek, meer aandacht
Wat hier gebeurt heeft meer weg van therapie dan van school. Van kennisoverdracht is in Dream School nauwelijks sprake. En ja, het is een terugkerende retorische vraag in het publieke debat over geestelijke gezondheid: waarom leren kinderen op school niet met emoties omgaan? Maar wat we hier zien is het andere uiterste.
Nu is de weerstand bij deze drop-outs doorgaans zo groot dat die kennisoverdracht in de weg staat. Eerst breken, dan bouwen, lijkt het devies. De ironie is dat juist de weerstand het zo goed doet op tv.
De meeste schermtijd gaat naar de bokkigste gevallen
Het programma laat elk seizoen ook zien wat pubers aan die weerstand hebben: het is een pantser, een identiteit, het levert je (negatieve) aandacht op. En: the camera loves it. De meeste schermtijd gaat naar de bokkigste gevallen. De lieve, rustige Latoya, die toch ook aanzienlijke problemen had, zagen we veel minder in beeld dan Caitlin.
Het lijkt me een klassiek onderwijsprobleem: grote bek, meer aandacht. Maar Dream School lijdt ook gewoon onder de mediadynamiek die het hele gesprek over geestelijke gezondheid teistert – op tv, op sociale media, in kranten. Aandacht voor geestelijke gezondheid, dat is de paradox, trek je het makkelijkst met geestelijke ongezondheid, met extreme voorbeelden en ernstige verhalen.
Je lifecoach kan ‘die muur om je heen’ nog zo vakkundig afbreken. Een omgeving vol camera’s, het vooruitzicht van een genadeloos twitterend publiek en een torenhoog opgelopen aantal volgers op Insta en TikTok zal daar niet bij helpen. Media prikkelen nu eenmaal tot gedrag dat geen therapeut zou willen stimuleren. Weerstand is slecht voor je leven, maar goed voor de views.