Toen op 23 januari 2020 de miljoenen inwoners van Wuhan binnen moesten blijven, er nauwelijks nog auto’s door de straten reden en vrijwel alles dichtging in de stad waar covid-19 voor het eerst opdook, bleef – naast ziekenhuizen en drogisten – de Yangtze Memory Technologies Corporation (YMTC) open.
YMTC maakt chips. Het bedrijf fabriceert een bepaald type geheugenchip – geen hypergeavanceerde variant. China pompte miljarden in YMTC omdat het een serieuze speler op de chipmarkt wil worden en minder afhankelijk wil zijn van andere landen, en YMTC was een belangrijk onderdeel van dat plan. Zo belangrijk dat de fabrieken door mochten blijven draaien tijdens die ongekende lockdown van drie jaar geleden.
Lees je het boek Chip War van de Amerikaanse onderzoeker Chris Miller, dan snap je beter waar die Chinese chiplust vandaan komt. Een pandemie bedwingen is belangrijk, maar een grote speler worden op de markt van de kritiekste technologie der kritieke technologieën is cruciaal.
Een geopolitieke machtsstrijd
Chips zijn de bouwstenen van elektronische apparaten en digitale technologieën, en vormen daarmee het fundament van de moderne economie. Zonder chips geen computerkracht, geen bitcoin of kunstmatige intelligentie, geen clouds, drones of satellieten, geen Tesla’s of duurzame revolutie. Het is de technologie die ongeveer alle technologieën mogelijk maakt, de technologie die in haar meest geavanceerde vorm het summum is van menselijk vernuft.
Het verhaal van chips is vooral ook een verhaal over macht
Maar chips zijn niet alleen technologie. Chris Miller laat in Chip War zien dat het verhaal van chips vooral ook een verhaal is over macht – technologische, (geo)politieke, militaire en economische macht.
De kranten staan er de laatste tijd vol van: chips zijn de inzet van een geopolitieke strijd tussen China en de VS, met een voorname bijrol voor Nederland. China wil koste wat kost de meest geavanceerde chips maken en heeft daar de nieuwste lithografiemachines van het Nederlandse bedrijf ASML voor nodig. De Verenigde Staten willen dat niet hebben, Biden en Rutte onderhandelen erover en de export naar China gaat niet door.
Het indrukwekkende historische onderzoek van Miller toont dat het met chips áltijd over geopolitiek en technologische wedlopen is gegaan – vanaf het ontstaan van de chipindustrie begin jaren vijftig. Toen begonnen NASA en het Amerikaanse ministerie van Defensie veelbelovende chipstart-ups te financieren. Het was de Koude Oorlog, en de technologie van deze bedrijfjes zou de Amerikaanse ruimtevaartambities kunnen waarmaken en tegelijkertijd de wapenindustrie omhoog stuwen. De chips werden gemaakt van silicium – silicon in het Engels.
Zo ontstond Silicon Valley, niet als een Big Tech-walhalla gecreëerd door grote geesten als Steve Jobs en Bill Gates, maar als een industriegebied mogelijk gemaakt door de Amerikaanse overheid.
Een gezonde dosis patriottische trots
Nog steeds is Silicon Valley de belangrijkste plek van de mondiale chipindustrie.
Vanzelf gaat dat niet. De Verenigde Staten trekken alles uit de kast om andere landen de baas te blijven en vooral niet te groot te laten worden in de chipindustrie.
Nu is dat China, dat met honderden miljarden dollars een koppositie probeert te kopen. In 1962 was dat de Sovjet-Unie, dat per decreet van leider Nikita Chroesjtsjov het dorp Zelenograd bouwde dat het epicentrum van de chipindustrie moest worden. Daarna kwamen de Japanners die in rap tempo een gevaarlijk grote speler werden.
Miller legt het allemaal uit in korte, toegankelijke en spannende hoofdstukken mét diepgang. Je vergeeft hem daardoor de af en toe iets té Amerikaanse platgetreden non-fictiestijl. Zo wemelt het boek van de briljante mannelijke genieën ‘die de wereld voorgoed veranderden’.
Maar wie wil begrijpen hoe macht in deze tijd werkt – wie deze tijd wil begrijpen – leze Chip War.
Het boek levert bovendien voor Nederlanders als bonus een gezonde dosis patriottische trots op. Je leest er veel over het wonder van ASML uit Veldhoven – op dit moment met afstand het grootste Europese technologiebedrijf. En over die Brabantse ingenieurs, die erin slaagden ‘de meest complexe machines die ooit door de mens zijn gebouwd’ te fabriceren, die in al hun vernuft en complexiteit niet na te maken zijn – niet door Amerikanen, niet door Chinezen.
Meer lezen?


…dit verhaal heb je gratis gelezen. Maar het maken van dit verhaal kost tijd, geld en energie. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping, verbinding en optimisme brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Steun ons en doe mee!