Wat je moet weten over het nieuwste (en voorlopig laatste) klimaatrapport
Elke tiende graad extra opwarming vergroot de risico’s en gevaren die de mensheid loopt, schrijft het IPCC in het nieuwste klimaatrapport. Maar we kunnen een leefbare en duurzame toekomst nog veiligstellen.
Zie het als ‘een handboek om klimaatverandering aan te pakken’, zei de voorzitter van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC).* Alle kennis die tot nu toe wereldwijd is verzameld over de klimaatopwarming, honderdduizenden wetenschappelijke artikelen, is samengevat in het ‘syntheserapport’ van het VN-klimaatpanel dat deze maandag verscheen.
De Nederlandse klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren is een van de dertig hoofdauteurs.
Van Vuurens specialisatie is klimaatverandering voorkomen, ‘mitigatie’, en in het bijzonder: uittekenen en uitrekenen wat er nodig is om de opwarming onder een bepaalde temperatuur te houden. Hij brengt dus veel tijd door met klimaatmodellen en de grafieken die eruit volgen, waarin dalende lijntjes toekomstige scenario’s beschrijven waarin we minder uitstoten, en de wereld minder opwarmt.
En hij ziet óók dat de wereld weigert zich op die lijntjes te begeven.
Ik spreek Van Vuuren zondagavond, wanneer hij na een week van onderhandelingen onderweg is naar huis.
Waarom wordt er eigenlijk over een IPCC-rapport onderhandeld?
‘Het begin van dit rapport, de “samenvatting voor beleidsmakers”, wordt woord voor woord uitonderhandeld door wetenschappelijke auteurs van het IPCC en delegaties uit alle landen. Landen accepteren die samenvatting volledig, waardoor ze er op een later moment niet meer op terug kunnen komen. Wanneer wereldleiders samenkomen voor klimaatonderhandelingen is er dus al overeenstemming over de feiten.’
Welk spel wordt er gespeeld in de onderhandelingen over de samenvatting?
‘Het is duidelijk dat er verschillende belangen zijn. Er zijn landen op deze aarde die erg kwetsbaar zijn voor klimaatverandering, denk aan kleine eilandstaten of landen in Afrika. Die hebben veel belang bij sterk klimaatbeleid. Er zijn ook landen die fossiele brandstoffen produceren, of vinden dat ze historisch niet verantwoordelijk zijn voor het klimaatprobleem – hun prioriteit ligt bij verdere ontwikkeling [op basis van fossiele brandstoffen, JM]. Alle landen willen dat er in de samenvatting veel aandacht is voor dingen die stroken met hun prioriteiten.’
Welke conclusie is onvermijdelijk op basis van dit rapport?
‘De urgentie. We hebben steeds de afslag gemist om op een rustige manier klimaatbeleid te voeren, met als gevolg dat we op dit moment aan de rand van een klif staan. De IPCC-rapporten die sinds de klimaattop in Parijs (2015) zijn verschenen, hebben gekeken naar het beleid dat nodig is om onder de 1,5 graad Celsius opwarming te blijven. Als we niet uitkijken is dit het laatste rapport dat nog relevant is in die discussie rond die 1,5 graad. De volgende reeks IPCC-rapporten verschijnt op zijn vroegst in 2027-2028.’
De 1,5 graad is nu nog niet volledig uit beeld?
‘Nee, hoewel we daar heel dicht tegenaan zitten. We zeggen nu al dat in vrijwel alle scenario’s 1,5 graad overschreden wordt. Technisch kan ik me nog paden voorstellen waarmee we onder de 1,5 graad blijven. Economisch ook, dat is prima te doen. De vraag is vooral: hoe krijg je het politiek voor elkaar? Omdat die veel moeilijker wetenschappelijk te beantwoorden is, gaan we die vraag gedeeltelijk uit de weg.’
We gaan met zevenmijlslaarzen door het koolstofbudget heen
Als er een nieuw IPCC-rapport verschijnt, is de teneur in de media vaak: ‘Het is allemaal nog veel erger dan u dacht.’ Zegt dit rapport dat ook?
‘Gedeeltelijk wel. Vooral omdat we er nog steeds niet in slagen te doen wat we moeten doen. Begin 2020 was het koolstofbudget voor 1,5 graad opwarming nog 500 gigaton CO2. Ondertussen is daar alweer 120 gigaton vanaf, want de jaarlijkse uitstoot is ongeveer 40 gigaton. We zijn er simpelweg niet in geslaagd om die uitstoot naar beneden te krijgen. Zolang we op zo’n absurd hoog niveau blijven uitstoten, gaan we met zevenmijlslaarzen door dat koolstofbudget heen.’
‘Maar het is niet alleen maar kommer en kwel. We stellen ook vast dat klimaatbeleid op bepaalde plekken effectief is geweest. Dat het gigatonnen aan uitstoot heeft vermeden. En dat er ontwikkelingen hebben plaatsgevonden die het makkelijker maken om de uitstoot naar nul te krijgen. Over transport zei het IPCC eerder nog: dat wordt heel lastig. Nu zien we dat elektrische auto’s de uitstoot van personenvervoer naar nul kunnen brengen. Zo’n route zien we ook voor hernieuwbare energie, die op veel plekken al goedkoper is dan fossiele energie.’
‘Een ingenieur die dat ziet zal denken: ja, dat klopt, ze hebben gelijk. Maar als je cynisch kijkt, zie je ook dat het historisch steeds niet gelukt is om al die belangen te doorbreken. Een politicoloog zal zeggen: ik moet het nog maar zien.’
Wat vind je zelf de grootste meevaller?
‘“Parijs” was eigenlijk een heel zwak akkoord: het legt verplichtingen op aan de wereld in z’n geheel, maar vraagt individuele landen daar alleen vrijwillig een bijdrage aan te leveren. Maar de afgelopen jaren hebben veel landen vrijwillig “netto-nul”-doelen op zich genomen.’
Landen beloven daarmee dat ze in 2050 of 2060 netto geen broeikasgassen meer uitstoten. Tegenover CO2 die dan toch nog de lucht in gaat, moet dan compensatie staan, bijvoorbeeld door de aanleg van een nieuw bos.
‘Dat is voor beleidsmakers makkelijk, want die zijn er dan zelf niet meer en kunnen zich er dus makkelijk over uitspreken. Maar het is ook cruciaal, want ontwikkelingslanden zeiden heel lang: jullie [rijke landen] hebben de opwarming veroorzaakt, laat eerst maar eens zien dat jullie van de fossiele brandstoffen afkomen. Maar met die netto-nul-doelen hebben ook ontwikkelingslanden verplichtingen op zich genomen. De nationale doelen liggen nu dus meer in lijn met de afspraak van maximaal 2 graden opwarming uit het Parijs-akkoord. Tegelijkertijd blijft de implementatie van die doelen, de vertaling naar beleid, achter.’
De kritiek is dat de ‘netto-nul’-doelen rekenen op grootschalige negatieve emissies later deze eeuw, waarmee we de uitstoot van vandaag ongedaan zouden maken.
‘Ja, daar zit een moreel gevaar: “Ik hoef nu niks te doen, want ik los het straks op.” Daar hameren wij ook op. Negatieve emissies zijn niet oneindig, hun potentieel is beperkt. Daarom is het hoofdverhaal: voorkomen van uitstoot.’
Wat als we de 2 graden toch voorbijgaan? In mijn bubbel zijn mensen bang voor een ‘ineenstorting’.
‘Dat woord staat niet in dit rapport. Wat we wel schetsen, zijn forse gevolgen. Voor de gezondheid: we zagen afgelopen zomer al hoe mensen in India lijden onder veel te hoge temperaturen.* Voor de voedselvoorziening: we hebben gezien hoe droogtes daarop inwerken. En de extreme weersgebeurtenissen, zoals in Limburg. Zelfs als je het verlies aan biodiversiteit niet meeweegt en puur kijkt naar menselijk welzijn, is klimaatbeleid extreem verstandig beleid.’
‘Hoe ontwrichtend de opwarming is, is een heel stuk moeilijker te beantwoorden. Er zijn allerlei mogelijke tipping points, waarmee we abrupte of onomkeerbare veranderingen in het klimaat riskeren. We weten niet goed waar de kantelpunten liggen, maar de kans dat ze optreden is veel kleiner als we de uitstoot nu fors omlaag brengen. Er zijn ook maatschappelijke tipping points. Als er droogte optreedt en mensen als gevolg daarvan een andere plek zoeken, weten we dat dat tot allerlei druk kan leiden.’
‘Ik denk persoonlijk dat je niet een verhaal nodig hebt over totale ontwrichting om duidelijk te maken dat je dit niet moet willen. De risico’s zijn enorm. En de economische baten van ingrijpen zijn veel groter dan de kosten.’
Is er sprake van oncontroleerbare opwarming?
‘Wij denken van niet. We weten dat er zelfversterkende effecten zijn. Bijvoorbeeld: meer opwarming leidt tot minder poolijs, wat leidt tot meer zichtbaarheid van oceaanwater. Dat is donkerder van kleur dan ijs en neemt daardoor meer warmte op. Er zijn meer van dit soort effecten die “meekoppelen”, maar die zijn in principe in de berekeningen meegenomen.’
Naarmate de temperatuur verder toeneemt, wordt de schade heftiger
Veel mensen denken dat de aarde zichzelf verder opwarmt. Stopt de opwarming wel als de uitstoot stopt?
‘Als we uitkomen op netto nul CO2 en de uitstoot van andere broeikasgassen fors lager is, dan stopt de opwarming. En als we met de uitstoot van alle broeikasgassen, zoals methaan, ook naar netto nul gaan dan zal de temperatuur zelfs dalen.’
Wat je ook hoort, is dat de uitstoot van aerosolen – luchtvervuiling – door auto’s en fabrieken een afkoelend effect heeft. Wordt het niet juist warmer als we die vervuiling stoppen?
‘Het reduceren van fossiele brandstoffen levert netto een fors positief effect op, want het voorkomt CO2-uitstoot. Maar het zorgt ook voor een schonere lucht. Dat is goed voor de gezondheid, maar heeft inderdaad ook een opwarmend effect. De beste schatting is dat er nu enkele tienden graden [van de opwarming] gemaskeerd worden door aerosolen. Als je dat allemaal tegen elkaar wegstreept, en dat proberen we in onze modellen zo goed mogelijk te doen, dan stopt de opwarming als de uitstoot netto nul is.’
We zijn dus nog niet te laat om klimaatverandering aan te pakken?
‘Nee. Het heeft ook weinig zin om zo te denken. Wat we weten: naarmate de temperatuur verder toeneemt, wordt de schade heftiger. Als we de 1,5 graad gemist hebben, dan wordt het nog veel belangrijker om bij de 1,6 gaden te stoppen. Elke tiende graad telt. We moeten nu maximaal doen wat we kunnen.’