Zes Dikke Pillen om te lezen tijdens je vakantie

Rob Wijnberg
Oprichter
Foto: Nationaal Archief/Spaarnestad Photo/Fotograaf onbekend

De komende week tippen onze correspondenten vakantievoer: boeken, films, series of games voor waar dan ook ter wereld. Voor het gemak onderscheiden we zeven categorieën, te beginnen met de Dikke Pil.

1. The Border Trilogy − Cormac McCarthy

Sommige boeken kunnen niet dik genoeg zijn. In de loop der jaren ben ik gaan houden van trilogieën. William Faulkner is nog altijd ongeëvenaard met de Snopes-trilogie (The Hamlet, The Town en The Mansion), over de teloorgang van de Amerikaanse Droom en nog zo veel meer. Enkele jaren geleden viel ik op McCarthy bedient zich van een taal die gemaakt lijkt van stof, van regen, van wind, bloed en tegenslag. Zijn personages bewegen zich zo goed en kwaad als het gaat door een veeleisende omgeving, vol onheil en geweld.

McCarthy werd beroemd met zijn extreem donkere novelle The Road, maar de drie delen van The Border Trilogy vind ik nog beter. All the pretty horses, The Crossing en Cities of the Plain gaan over de Werdegang van twee broers. Hun lotgevallen spelen zich af in het zuiden van de Verenigde Staten en vooral in Mexico. Een plot is er niet, je wordt gewoon meegevoerd, als in het leven zelf. En in dat leven is niets ontroerender dan een oude boer die een verhaal over een verschrikkelijke tragedie beantwoordt met een herinnering aan een heftig onweer. Echt. Lezen. (Tip van Jos de Putter.)

2. The Goldfinch − Donna Tartt

De dertien-jarige Theo Decker overleeft wonderwel een terroristische aanslag in een museum. Zijn moeder komt te overlijden. De aanslag zal zijn leven bepalen, want hij verlaat het museum met een bijzonder kostbaar klein schilderij van een goldfinch, een puttertje. Decker komt via enkele omwegen in de kunsthandel terecht en raakt verstrikt in allerlei louche praktijken. Het laatste boek van Donna Tartt is een prachtige roman die van begin tot eind boeit, met een fascinerend plot en mooie, rijke personages. Tartt kreeg voor haar boek de prestigieuze Pulitzer Prize voor fictie. Ik heb het audioboek beluisterd, wat ik van harte kan aanbevelen. David Pittu, de voorlezer, brengt de personages en het verhaal echt tot leven. (Tip van Dimitri Tokmetzis.)

3. The Luminaries − Eleanor Catton

The Luminaries van de 28-jarige Nieuw-Zeelandse schrijfster Eleanor Catton won vorig jaar de Man Booker Prize. Dit jaar verscheen het in het Nederlands als Al wat schittert. Het boek werd overal omschreven als ‘ambitieus’, en dat had dan niet alleen met de lengte te maken (832 pagina’s in het Nederlands, ietsje meer nog in het Engels), maar ook met de setting (de door een goudkoorts bevangen westkust van Nieuw-Zeeland, omstreeks 1866), de vertelstructuur (twaalf verschillende personages, die vanuit verschillende momenten in de tijd vertellen) en de verwijzingen (iets met de stand van de sterren en de maan). Er zijn meerdere mysteries die opgelost moeten worden, die natuurlijk op elkaar ingrijpen, maar niemand weet precies hoe.

Er zijn meerdere mysteries die opgelost moeten worden, die natuurlijk op elkaar ingrijpen, maar niemand weet precies hoe

In mijn geval duurde het even voor ik begreep wat de bedoeling was, maar daarna blééf ik maar lezen. Over de jonge advocaat Walter Moody, de aan opium verslaafde prostituee Anna Wetherwell, de spoorloos verdwenen goudzoeker Emery Staines, en de dood in zijn woning aangetroffen kluizenaar Crosbie Wells. Stukje bij beetje krijg je als lezer het overzicht waaraan het de personages ontbreekt; het gaat langzaam, maar dat geeft niet, want in de tussentijd zijn er fascinerende hoofd- en bijrolspelers, nodeloze maar vermakelijke zijsprongetjes, en het algehele gevoel op bezoek te zijn in een frontier-town. Een roman om in te verdwijnen dus – goed voor lange, lege dagen waar dan ook. (Tip van Lynn Berger.)

4. Capital in the Twenty-First Century − Thomas Piketty

‘Thomas Piketty is niet een naam die veel belletjes doet rinkelen,’ schreef ik een paar maanden geleden nog, net voor de verschijning van de Engelse vertaling van Capital in the Twenty-First Century. Inmiddels moet je wel in een grot hebben geleefd om niets van Piketty te hebben gehoord. Toch is er iets vreemds aan de hand. Hoewel het boek al honderdduizenden keren over de toonbank ging, heeft vrijwel niemand het gelezen. The Wall Street Journal rekende uit (op basis van gegevens van lezers van het e-book) dat Capital misschien wel de slechts gelezen bestseller allertijden is.

En dat is toch jammer. Want hoewel het boek soms wat langdradig is, is het toch goed leesbaar en zit het tjokvol eyeopeners over de groei van de ongelijkheid, de geschiedenis van het kapitalisme, het belang van de staatsschuld, het minimumloon, de salarissen van topverdieners en noem maar op. Als je het daadwerkelijk leest, kom je er ook al snel achter dat veel recensenten dat niet hebben gedaan – veel van hun kritiek wordt namelijk al behandeld in het boek zelf (zo ging The Financial Times een paar weken geleden nog flink de mist in). Als je weinig weet van economie kan dit een taaie pil zijn. Maar ben je een geïnteresseerde leek die niet bleek wegtrekt bij een mooie grafiek, maak er dan eens je zomerproject van. Voor je het weet behoor je tot de selecte groep die Piketty daadwerkelijk gelezen heeft. (Tip van Rutger Bregman.)

5. History of Western Philosophy − Bertrand Russell

Het is cliché (niet bepaald origineel dus), geen fictieboek (zoals de bedoeling was) en bovendien een tip die is ingegeven door het feit dat ik al drie jaar niet op vakantie ben geweest (en dus nooit vakantieboeken lees). Maar als u mij die zonden vergeeft, tip ik deze pil met liefde: History of Western Philosophy van de Britse filosoof Bertrand Russell.

Deze klassieker is precies zo dik (895 pagina’s) als dat hij fascinerend is (mateloos) - en bovendien gehonoreerd met de wereldbeker voor schrijvers: het was de voornaamste reden dat Russell in 1950 de Nobelprijs voor de Literatuur ontving.

Ten eerste: het is een van de diepgravendste boeken over filosofie die je zelfs als leek kan lezen. Denk: Heidegger die een TED-talk geeft. Ten tweede: je bespaart je in twee weken strand vier jaar studeren

Wat het boek geweldig maakt? Ten eerste: het is een van de diepgravendste boeken over filosofie die je zelfs als leek kan lezen. Denk: Heidegger die een TED-talk geeft. Ten tweede: je bespaart je in twee weken strand vier jaar studeren. Werkelijk alles wat ons denken heeft bepaald, komt in magistrale volzinnen voorbij.

Maar het mooiste: je doet de meest wonderlijke ontdekkingen. Dat de oude Grieken drie eeuwen voor Christus al een eigen evolutietheorie erop na hielden bijvoorbeeld, die helemaal niet eens zo vreselijk veel onderdeed voor die van Charles Darwin. En: dat Plato’s tijdgenoten 2.400 jaar geleden al precies dezelfde huis-tuin-en-keukenadviezen gaven aan iemand met de hik (adem inhouden! laten schrikken!) als wij.

Sommige kwesties zijn nu eenmaal tijdloos. Net als dit boek. (Tip van Rob Wijnberg.)

6. Dode zielen − Gogol

Ik ben volop bezig in de nieuwe vertaling van Dode zielen van Gogol en dat is een genot van de eerste tot, nou nee, niet de laatste pagina want daar ben ik nog niet, maar in ieder geval al tot tweehonderddrieënveertigste bladzijde. Maar wat een superieure schrijver! En wat een superieure vertaling! Dit is van het mooiste Nederlands dat ik in tijden las. Alleen al de uitgestrekte woordenschat voert dronken. Of hoe lang is het geleden u woorden gebruikte als ‘foezelsmaak’, ‘fielt’, ‘smiecht’, ‘kippigheid’, ‘kaftan’ en ‘de rijn’ (onderdeel van een watermolen)? Om nog maar te zwijgen over de vertaling van ambtelijke rangen of de heerlijke meanderende zinnen? Hulde aan Aai Prins. En dan heb ik nog niets gezegd over Gogol zelf: een smiecht is het, een fielt, maar je kan er wél héél erg mee lachen. (Tip van David Van Reybrouck.)