Als je het nieuws mag geloven, is het één grote ramp in de woningbouw. Onder invloed van de hoge rente, stijgende bouwkosten en dalende huizenprijzen stellen ontwikkelaars projecten uit en trekken beleggers zich terug. Om van de stikstofnormen nog maar te zwijgen.

Toch is er ook goed nieuws.

Er is namelijk een verschuiving gaande in het woonstelsel. Terwijl commerciële ontwikkelaars en beleggers een stapje terug doen, neemt de rol van woningcorporaties juist toe. Vorig jaar investeerden die maar liefst 1,8 miljard euro in de aankoop en bouw van huurwoningen. Dat is ongeveer

En als het aan de corporaties ligt, zet deze trend de komende jaren door. Tot en met 2030 willen ze en bouwen. Dat betekent meer dan een verdubbeling van het aantal woningen dat ze op dit moment bouwen.

Een belangrijke oorzaak voor deze kentering is een ogenschijnlijk saaie beleidswijziging: de afschaffing van de verhuurderheffing. Dat was een belasting voor verhuurders van sociale huurwoningen, waar corporaties de afgelopen jaren zo’n Geld dat ze niet in onderhoud of nieuwbouw konden steken.

Onder druk van strenge regels bouwden corporaties minder

De verhuurderheffing is in 2013 ingevoerd. Sinds dat jaar geven corporaties een stuk minder uit aan huurwoningen. En dan kregen ze er twee jaar later ook nog allerlei extra regels bij.

Corporaties hadden zich in de voorgaande jaren namelijk te veel veroorloofd, was de algehele mening in de politiek. Sinds ze in de jaren negentig bouwden corporaties steeds meer dure huizen om hun sociale huurwoningen te financieren. Dat had hier en daar geleid tot projecten die wel érg megalomaan waren, En tot bestuurders die zichzelf te veel luxe toestonden,

Tegelijkertijd veranderde het politieke sentiment over het woonstelsel: corporaties moesten een kleinere rol krijgen,

Deze maatregelen misten hun uitwerking niet. Er zijn geen exorbitante misstanden meer onder woningcorporatiebestuurders

Al deze factoren samen leidden ertoe dat de Tweede Kamer in 2014 met een wijziging van de Voortaan mochten corporaties alleen nog woningen verhuren aan huishoudens met een inkomen onder de Ze kregen er bakken aan administratie bij doordat ze bijna elke stap die ze deden moesten verantwoorden. Dit kostte tijd, geld en arbeid die weer niet gebruikt konden worden voor de woonopgave.

Deze maatregelen misten hun uitwerking niet. Er zijn geen exorbitante misstanden meer onder woningcorporatiebestuurders. Maar ook is het aantal woningen dat corporaties jaarlijks bouwen Beleggers vulden het gat dat de corporaties achterlieten. Maar zij bouwen

Nu ze minder belasting hoeven te betalen, komen corporaties uit de proteststand

Nu het economisch minder gaat, komen beleggers in de problemen. Door de stijgende rente zijn bouwprojecten voor hen niet meer rendabel. Corporaties hebben daar minder last van, omdat het Rijk garant staat voor de leningen Dat vermindert het risico, en dus kunnen ze tegen een lage rente lenen. 

Het was dus een goed moment om de verhuurderheffing af te schaffen. Dat is pas in januari gebeurd, maar de eerste effecten zijn nu al zichtbaar. Jarenlang zaten de corporaties in de proteststand tegen de strenge regels, en discussieerden ze onderling of het wel hun taak was om woningen te bouwen voor de middeninkomens. Nu maken ze weer volop plannen.

En er zijn meer manieren om de corporaties de komende jaren te helpen. Bijvoorbeeld als het Rijk en gemeenten meer bouwlocaties ter beschikking stellen. Of als corporaties geld kríjgen,

Ideeën genoeg dus. Wat in ieder geval duidelijk is: als het om woningbouw gaat, spelen corporaties weer een rol van belang.

Meer lezen?

Deze historicus wil dat huurders weer meebeslissen over hun huis en buurt Sociale huurwoningen ontstonden ooit als initiatieven vanuit de gemeenschap, maar juist aan inspraak van bewoners ontbreekt het nu. Historicus Wouter Beekers laat zien wat er de afgelopen eeuw verloren is gegaan en waarom het belangrijk is bewoners zelf weer over hun eigen leefomgeving te laten beslissen. Ga naar dit artikel