Wie een psycholoog nodig heeft, staat maanden op de wachtlijst. Dit initiatief verzacht het wachten
De zorg in Nederland loopt vast, maar niet overal leggen mensen zich daarbij neer. Bij de WachtVerzachter in Utrecht kunnen jongvolwassenen die wachten op geestelijke gezondheidszorg terecht voor gezelschap en een luisterend oor. Een lapmiddel en reddingsboei ineen.
Oké, nu komt het erop aan, dacht Mark toen hij een jaar geleden een appje kreeg van Marije. Het was een vrijdagmiddag na vijven, haar therapeut was niet meer te bereiken, Marije was in paniek en ‘liep compleet vast’. Of ze Mark mocht bellen, vroeg ze.
Mark (44) en Marije (28) kenden elkaar toen nog niet zo lang. Ze hadden een paar keer gewandeld langs de Singel in Utrecht. Marije worstelde met somberheid en depressieve klachten, en die wandelingen hielpen haar om naar buiten te gaan, in beweging te komen.
Dat ze, nu het even helemaal niet goed met haar ging, om hulp vroeg, vond Mark best spannend. ‘Maar toen we elkaar eenmaal spraken, wist ik precies wat ik moest vragen en zeggen. Ik dacht: dit is wat het betekent om ervaringsdeskundige te zijn. Het ging gewoon vanzelf.’
Marije knikt. ‘Zo heb ik dat ook ervaren. Het ging vanzelf en dat was heel fijn.’
Mark en Marije ontmoetten elkaar begin 2022 via de WachtVerzachter, een initiatief dat mensen op de wachtlijst voor geestelijke gezondheidszorg (ggz) in contact brengt met ervaringsdeskundigen. Op dit moment staan 84.000 Nederlanders op zo’n wachtlijst.* Ruim de helft daarvan wacht langer dan vier weken op een intakegesprek, en langer dan tien weken op de start van een behandeling.
En wie wacht, die lijdt: depressies, angststoornissen of ernstige eenzaamheid gaan doorgaans niet vanzelf over, en klachten kunnen zelfs verergeren zolang je geen hulp krijgt. De stroom aan berichten over deze problematiek alleen al is genoeg om somber van te worden – het zoveelste bewijs dat de zorg in Nederland volledig vastloopt, dat het ons niet lukt om goed voor elkaar te zorgen.
Toch zijn er ook plekken waar het stroomt. Plekken waar mensen proberen die vastlopende zorg vlot te trekken. Of, als dat niet lukt, om de gaten te dichten die zijn veroorzaakt door een krimpende verzorgingsstaat, een groeiende prestatiedruk en een gebrek aan zorgprofessionals.
De WachtVerzachter, in 2020 opgericht door ervaringsdeskundigen Saskia Schurman en Liane Wolfert, is zo’n plek.
Het begrip van ervaringsdeskundigen
Het concept is simpel: wie in afwachting is van professionele hulp of naast professionele hulp behoefte heeft aan extra ondersteuning, meldt zich bij de WachtVerzachter. Dat gebeurt bijvoorbeeld op aanraden van de huisarts of het wijkteam. Een coördinator ‘matcht’ deelnemers (niet ‘cliënten’) zoals Marije met ervaringsdeskundigen (niet ‘hulpverleners’) zoals Mark.
Dronten kreeg de primeur; later volgden Eindhoven, gericht op jeugd tussen de 12 en 18, en Utrecht, speciaal voor jongvolwassenen tussen de 18 en 27 jaar. Inmiddels hebben er ruim driehonderd ervaringsdeskundigen en deelnemers meegedaan.
Bij Mark voel ik meer warmte én meer begrip, ook door zijn eigen ervaring
Net als alle andere ervaringsdeskundigen kreeg Mark een training waarin hij leerde hoe hij er het best voor ‘zijn’ deelnemers kon zijn (naast Marije heeft hij nog twee ‘maatjes’, zoals hij ze noemt). Sindsdien wandelen Mark en Marije geregeld met elkaar.
‘We hebben geen vaste dag, wel een vast rondje’, vertelt Marije. Het contact geeft haar iets wat ze niet vond bij haar therapeut, en ook niet in haar eigen sociale kring. ‘Bij Mark kan ik mij makkelijk openstellen. Mijn vrienden weten soms minder goed hoe ze me moeten helpen, en het contact met mijn therapeut is relatief formeel. En soms gaat het juist de dag ná een therapiesessie niet goed met je, en moet je een hele week wachten tot de volgende afspraak. Bij Mark kan ik ook tussendoor terecht. Bij hem voel ik meer warmte én meer begrip, ook door zijn eigen ervaring.’
Toen Mark zelf jong was, worstelde hij onder meer met een mentaal afwezige moeder, zijn seksuele identiteit, en een grote gevoeligheid. Hij weet hoe het is om mentaal in de knel te zitten én om in de wacht te staan voor psychische hulp.
Veel meer dan dat is er ook niet nodig om je aan te melden als ervaringsdeskundige bij de WachtVerzachter. Nu komt die gevoeligheid juist van pas, zegt Mark: ‘Ik kan me goed inleven in een ander, en durf ook lastige dingen te bespreken, omdat ik weet hoe het is om je zo te voelen.’
Een reddingsboei voor wachtenden
Naast het koppelen van deelnemers en ervaringsdeskundigen organiseert de WachtVerzachter elke week een groepsactiviteit, zoals een groepswandeling, een creatieve workshop of een potje bowlen. Die activiteiten geven deelnemers structuur, een ‘stukje activering’, in de woorden van Marije, en vooral: laagdrempelig contact met gelijkgestemde zielen.
In sommige gevallen is dat al zo helend dat iemand daarna geen professionele hulp meer nodig heeft, al is dat zeker niet het doel, vertelt coördinator Alize Roos (60): ‘Wij zijn geen alternatief voor hulpverlening, maar een aanvulling erop.’ Toch: voor wie maandenlang op professionele hulp moet wachten, heeft die aanvulling veel weg van een reddingsboei.
Vandaag treffen Mark en Marije elkaar in Rotsoord, een grote kinderboerderij annex moestuin midden in Utrecht. Hier organiseert de WachtVerzachter deze zaterdagmiddag een ‘huiskamer’: er zijn ballonnen, er is taart, en een stuk of tien deelnemers en ervaringsdeskundigen zitten op het terras, de ogen half geloken vanwege de felle lentezon.
Het gesprek aan tafel is even licht als het weer. Een jonge vrouw die psychologie studeert meldt dat ze vanaf nu principieel geen winterjas meer aantrekt, het is tenslotte al april. De aanwezigen memoreren een jeu-de-bouleswedstrijd van een tijdje terug – hoe fanatiek het eraan toe ging, het meetlint waar Mark mee rondliep om er zeker van te zijn dat de puntentelling eerlijk verliep. Uiteindelijk was het gelijkspel geworden. Mark, lachend: ‘Dat was mentaal gezien beter voor iedereen.’
Een jonge man met zijn haar in een lange paardenstaart zit stilletjes te luisteren. Hij is al een paar maanden deelnemer, maar dit is zijn eerste fysieke bijeenkomst. Tot nu toe vond hij het te eng om te komen.
Weinig om bang voor te zijn, zo blijkt: gewoon een groep mensen op een terras, iedereen van goede wil en vol goede bedoelingen. De psychologiestudent stelt een wandelingetje over het terrein voor, en daar gaan ze, langs een joekel van een Vlaamse reus, een kudde cavia’s, schandalig uitgedoste kippen en twee geitjes die elkaar verdringen bij de uier van hun moeder.
Er voor een ander zijn is een kunst
Juist in dat gewone, in die ongedwongenheid, schuilt de kracht van de WachtVerzachter, vertelt Alize Roos. Als coördinator heeft ze meer dan vijftig matches gemaakt, hier in Utrecht. Dat doet ze ‘op basis van iemands worsteling, iemands persoonlijkheid, en mijn eigen gevoel’.
‘Wat wij bieden’, zegt ze, ‘is contact van mens tot mens.’ Klinkt simpel, maar het is, kennelijk, lang niet altijd makkelijk te verkrijgen. ‘Nederland heeft niet echt een groepscultuur. Jongeren zijn vaak alleen, en dus ook eenzaam met hun problemen.’
Hoewel het initiatief een lapmiddel is, voorziet het in een behoefte die voorlopig nog wel zal bestaan
De gemeente Utrecht financiert de WachtVerzachter uit een subsidiepotje dat na de coronapandemie werd geoormerkt voor ‘herstel en veerkracht Utrechtse jeugd’. Dat is een tijdelijke regeling; over hoe een vervolg er na 2025 uit kan zien, zijn WachtVerzachter en de gemeente Utrecht in gesprek.
Hoewel het initiatief in essentie een lapmiddel is, voorziet het in een behoefte die voorlopig nog wel zal bestaan. Een op de drie jongeren heeft last van mentale klachten, rapporteert het RIVM, en bijna de helft voelt zich vaak tot zeer vaak gestrest.*
Volgens staatssecretaris Maarten van Ooijen, die jeugdzorg in zijn portefeuille heeft, kunnen die jongeren zich niet allemaal tot professionele zorgverleners blijven wenden: ook ‘sportvereningen, buurthuizen en ouders’ zouden moeten kunnen helpen bij somberte, stress of angst.*
Maar voor wie somber, gestrest of angstig is, is de drempel naar een sportvereniging of buurthuis vaak huizenhoog. En niet elke sportclubgenoot, buur of ouder is in staat een getroebleerde jongere te helpen. Sterker: er voor een ander zijn is óók een kunst, of in elk geval een praktijk – iets dat je moet leren.
Zo ziet Alize Roos dat veel ervaringsdeskundigen aanvankelijk geneigd zijn ‘iets te doen’. Roos: ‘Ze willen iets oplossen voor een ander. Dat moeten ze dan een beetje afleren, want bij de WachtVerzachter hoeven ze alleen maar naast iemand te staan. Luisteren, meeleven, dat is genoeg.’ Ze houdt haar armen op haar rug terwijl ze dit vertelt, als om de benodigde houding uit te beelden.
Verzachter van verdriet
In feite werkt de WachtVerzachter op twee sporen. Deelnemers als Marije krijgen steun; ervaringsdeskundigen als Mark krijgen de mogelijkheid zich in het geven van die steun te bekwamen. Of nou ja, steun geven: ‘Ik ben er niet voor Marije, we zijn er eigenlijk een beetje voor elkaar’, zegt hij. ‘De gesprekken die we voeren zijn heel gelijkwaardig, en ook van mijn eigen levenservaringen gaan de scherpe randjes af.’
Met Marije gaat het inmiddels een stuk beter dan een jaar geleden. ‘Dat voel ik zelf nog niet altijd zo’, zegt ze, ‘maar Mark herinnert mij eraan dat het wel zo is.’ Ze komt gemakkelijker haar bed uit, haar angstklachten zijn minder geworden. Bovendien verruilde ze haar studio voor een appartement en heeft ze weer een baan, nadat ze een hele tijd niet had gewerkt.
Mark had verwacht dat hij wel vaker zo’n telefoontje zou krijgen als vorig jaar, toen Marije compleet was vastgelopen. Dat bleek niet zo te zijn. ‘Preventief is misschien een te groot woord’, zegt hij. Maar toch: ‘Wandelen, praten, nieuwsgierig zijn naar elkaar – dat lijkt enorm te helpen.’
Ze zitten er ontspannen bij, hier op het terras, net als iedereen eigenlijk. Misschien komt het doordat wat er tussen Mark en Marije is ontstaan, inmiddels verdacht veel weg heeft van dat even alledaagse als magische goedje, dat wondermiddel tegen eenzaamheid, die verzachter van verdriet: vriendschap.