Eindelijk: in deze talkshow komen mensen die in armoede leven zélf aan het woord
Ja, het gaat veel over armoede in de media. Maar bij Nadia zaten voor de verandering eens geen onderzoekers, filosofen of bekende Nederlanders aan tafel. Ervaringsdeskundigen vertelden hún verhaal, over hún armoede.
De eerste aflevering van het televisieprogramma Nadia ontroerde me. Onder leiding van presentator Nadia Moussaid voerden ervaringsdeskundigen en een studio vol andere mensen een dialoog over armoede en ongelijkheid.
Die ontroering had niets te maken met de besproken onderwerpen, want die zijn niet nieuw. Sterker nog: gesprekken over armoede en ongelijkheid zijn – terecht – gemeengoed in de media. Regelmatig zit iemand aan een talkshowtafel om het erover te hebben, vaak als er weer eens een rapport is gepubliceerd.
Voor een gesprek over armoede, zo is het mediabeleid, moet een actuele aanleiding zijn. Af en toe schrijft iemand een column, waarin bijvoorbeeld staat dat ongezond eten simpelweg een keuze is. Of een krant laat een deskundige de proef op de som nemen en voor weinig geld boodschappen doen. En ondanks dat die deskundige niet slaagt, mag die wel tips geven – die vind je vervolgens achter een betaalmuur. Of er worden rijke weldoeners op het podium gehesen om te vertellen wat zij voor mensen in armoede kunnen betekenen, zonder die mensen te hebben gevraagd naar wat ze willen en nodig hebben.
Ja, het gaat over armoede. Maar de afstand tot die armoede is in deze verhalen levensgroot. Voor mij was armoede lange tijd alledaags en overal: op onze eettafel, het matras, aan de muren, voor de portiekdeur, in de speeltuin, in m’n schooltas.
Er was ruimte voor de getuigenissen van de moeder, de tranen van haar zoon die gepest wordt en met zijn stagevergoeding daarom maar nieuwe kleren koopt in plaats van iets leuks
In de aflevering van Nadia zag ik dat eindelijk terug. De aflevering doet recht aan de werkelijkheid, omdat op het podium ervaringsdeskundigen zaten. Er was ruimte voor de getuigenissen van de moeder, de tranen van haar zoon die gepest wordt en met zijn stagevergoeding daarom maar nieuwe kleren koopt in plaats van iets leuks. Een gesprek over het ervaren van schaamte, maar tegelijkertijd de noodzaak voelen die te doorbreken.
De ervaringsdeskundigen – ‘gewone mensen’ werden ze in verschillende artikelen genoemd – waren een moeder die met negentig euro in de week haar vier kinderen en zichzelf moet voeden, een ex-miljonair die inmiddels een miljoen euro aan schulden heeft, een vrouw die is opgegroeid in armoede en zich daar letterlijk en figuurlijk uit heeft gewerkt, een man die chronisch ziek is, in een rolstoel zit en negen jaar lang in armoede leefde, en een werkende arme.
Dit waren eens geen onderzoekers, filosofen of bekende Nederlanders. En, al was een aantal van hen weleens eerder in de media geweest, leven in armoede kreeg zo meerdere gezichten. Een unicum, in ons medialandschap. Want: op hoeveel podia staan de mensen die het sociaal-maatschappelijk niet al te best hebben? Aan welke tafel analyseren zij de samenleving? Wie leeft in armoede en mag eens een column schrijven? In welk boek lezen we hun pleidooi?
Uiteraard: kunnen schrijven is een vak. Maar als je slechts je verhaal kunt delen in een bepaalde taal en in een specifieke vorm, lopen we belangrijke bijdragen aan het maatschappelijke debat mis. Niet iedereen kan meepraten, als-ie zou willen. De lat ligt te hoog. De toegang tot media, waarin belangrijke gesprekken worden gevoerd, bijvoorbeeld over armoede en ongelijkheid, is ongelijk. Ik vind dat oneerlijk. Ruimte maken is geen moeilijke opgave. Nadia laat het zien.
Het zou mooi zijn als ook andere media, over de gehele linie, minstens één iemand aan de andere kant van de kloof een podium, een column of een podcast geven. Dat zal vast écht handige tips opleveren, leiden tot vergezichten en een weerwoord hier en daar, waardoor er een beeld ontstaat van armoede dat beter rijmt met de werkelijkheid. Dat beeld maakt dat mensen die zich in eenzelfde positie bevinden zich in de verhalen in de media kunnen herkennen. Armoede is er immers niet alleen in rapporten en de denkkaders en gedachtespinsels van de intellectuele elite.
Eindelijk, dacht ik na het kijken van Nadia. Hopelijk inspireert het andere media en is het een goed begin.