Miljoenen zonnepanelen maken nog geen rechtvaardige samenleving

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat

Met technologie kunnen we ons leefpatroon minder schadelijk maken voor het milieu. Dat is hard nodig, maar een duurzame en rechtvaardige samenleving vraagt meer, zeggen twee transitiewetenschappers. Ook dwarse ingenieurs en radicale activisten spelen een belangrijke rol.

Vraag. Wat is beter voor het klimaat: bloemen kweken in een Nederlandse kas, of ze laten invliegen uit Kenia?

Antwoord: het ontloopt elkaar niet veel. Dat zei energieanalist Martien Visser onlangs in de populaire podcast Studio Energie van journalist Remco de Boer.

Je kunt je ook afvragen waarom je überhaupt een bosje bloemen in huis zou halen, mijmerde De Boer vervolgens. Planten zijn toch veel mooier? ‘Die leven tenminste, en ze staan niet binnen een week weg te rotten. Maar goed,

Dat geheel terzijde. Onderzoekers en hoorden het De Boer zeggen en dachten: daar héb je het weer. 

Die ogenschijnlijk nietszeggende opmerking is exemplarisch voor het debat over de energietransitie, zeggen Bosman en Diercks, beide als transitiewetenschapper gespecialiseerd in het nadenken over álle aspecten van grote maatschappelijke veranderingen. Telkens valt het hen op dat insiders en experts eindeloos met elkaar praten over de minst vervuilende manieren om te blijven doen wat we al doen. Wat je van snijbloemen vindt, is dan een ‘terzijde’. Dat snijbloemen voor het klimaat sowieso een slecht idee zijn, wordt niet eens benoemd.

Voor Bosman en Diercks is het ter discussie stellen van onze gewoontes juist een essentieel onderdeel van de duurzame transitie. Hun hele vakgebied gaat over de complexiteit en veelzijdigheid van maatschappelijke verandering: het in kaart brengen van de vele factoren die meespelen, en hoe die elkaar onderling beïnvloeden. Maar in het energiedebat is daar bar weinig oog voor.

Waar maken jullie je precies boos over?

Bosman: ‘De discussie over de minst vervuilende technologie verraadt een eendimensionale kijk op de energietransitie, waarbij de inrichting van de maatschappij niet ter discussie komt te staan. Dat is een simplistische kijk, omdat een transitie een veel fundamentelere verandering in de samenleving is: het gaat om veel meer dan alleen het verduurzamen van wat er nu al is. Ook een discussie over snijbloemen hoort erbij – of je elkaar na een praatje wel moet bedanken met een bosje bloemen, als je weet dat die bloemen

Inzetten op de minst vervuilende optie vinden jullie naïef? Je kunt ook zeggen: dat is moeilijk zat.

Diercks: ‘Misschien is het wel makkelijker om ons gedrag aan te passen, bijvoorbeeld door elkaar alleen nog boeketjes te geven als de bloemen in Nederland in bloei staan.’

‘Als je zoiets voorstelt, word je als wensdenker weggezet. Maar ik vind juist dat zogenaamd "realistische" experts veel wensdenken. Kijk naar de hype rondom waterstof. In de plannen om de zware industrie te verduurzamen, zie je steeds dezelfde reflex: De aanname is dat we dezelfde hoeveelheid kunstmest, beton en staal blijven produceren, maar dan CO2-neutraal. Maar het is ronduit naïef te denken dat al die industrie hier kan blijven. Nederland is geen voor de hand liggende plek om op grote en goedkope schaal

De deeloplossing "elektrische auto" reproduceert onrechtvaardigheden die in het huidige systeem zitten

‘We moeten veel fundamenteler kijken naar hoe we in de toekomst wonen, leven, werken en ons bewegen, en wat daarvoor nodig is. Dat betekent dat we moeten nadenken over een radicaal andere wereld, waarin we veel minder plastic, beton en staal nodig hebben, omdat we zijn overgestapt op houtbouw en biobased bouwmaterialen. Of een wereld waarin kunstmest een veel minder grote rol heeft omdat we naar zijn overgestapt.’

Maar het is toch waar dat we voorlopig nog kunstmest voor voedselproductie nodig hebben, en staal voor windmolens?

Diercks: ‘Dat laat zien hoe lastig transities zijn: oud en nieuw bestaan aanvankelijk naast elkaar. Maar dat betekent ook dat we een grote visie moeten ontwikkelen over een biodiverse, leefbare en rechtvaardige planeet. Als je daar bij wijze van spreken niet eens over mag beginnen, omdat het wordt gezien als ruis die de transitie onnodig bemoeilijkt, of omdat we morgen nog staal nodig hebben, dan wordt het lastig.’

De elektrische auto is een onrechtvaardige oplossing

De beperkte blik op de transitie als een puur technologisch vraagstuk, zien de wetenschappers voortdurend terugkeren in de krant, planrapporten en overheidsbeleid. Ook in een recente op initiatief van de Tweede Kamer, gaat de helft van de vragen over de gedroomde Een blijk van technocratische blikvernauwing en een gemiste kans, vinden de wetenschappers.

Waarom vinden jullie dat zo zonde?

Bosman: ‘Experts en beleidsmakers sturen nu alleen op CO2-reductie. Daardoor wordt de transitie een abstract, technocratisch verhaal over "haalbaar en betaalbaar" afkomen van CO2. Ik vind het prima dat beleidsmakers in Brussel over CO2 praten, maar maak het ook concreet. Veel mensen hebben bijvoorbeeld schimmel in hun huis, of een heel hoge energierekening. Als je woningen gaat verduurzamen, dan gaat het óók om een verbetering van leefkwaliteit en comfort. Daarmee wordt tastbaar wat de toegevoegde waarde van de transitie kan zijn. Het wordt een veel positiever verhaal.’

Diercks: ‘De energietransitie is ook een zoektocht naar een meer rechtvaardige samenleving. Hoe ga je om met de leefbaarheid van de planeet richting toekomstige generaties en mensen die nu al met klimaatverandering geconfronteerd worden? We moeten de vraag blijven stellen: voor wie is een oplossing rechtvaardig?’

‘Kijk naar de elektrische auto. De eendimensionale oplossing is: we halen de verbrandingsmotor eruit en zetten de elektrische motor erin. Dan heb je een duurzamere auto, maar je hebt nog steeds veel energie nodig om één persoon te verplaatsen, de bouw kost heel veel grondstoffen, en het probleem met luchtvervuiling verdwijnt ook niet helemaal, want de

‘Bovendien verandert de elektrische auto niets aan "mobiliteitsarmoede": een groep mensen die zich moeilijk van A naar B kan verplaatsen omdat ze daar geen geld voor hebben, of omdat er geen bushalte meer is in hun dorp. Dus de deeloplossing "elektrische auto" reproduceert onrechtvaardigheden die in het huidige systeem zitten. Het is een gemiste kans als de transitie alleen maar een poging is om ons huidige leefpatroon minder schadelijk te maken.’

Veel mensen hopen op een soepele overgang van fossiel naar duurzaam, maar uit transitieonderzoek blijkt dat nieuwe technologie onvermijdelijk ook leidt tot machtsverschuivingen, toch?

Bosman: ‘Als je kijkt naar toekomstscenario’s voor energie, dan worden wind en zon meestal gezien als de grootste energiebronnen, en die produceren Dus elektriciteit gaat een veel grotere rol spelen in het energiesysteem dan nu. Dat betekent dat er veel meer hoogspanningskabels zullen komen, maar ook En dat betekent weer dat netbeheerders zoals TenneT en Alliander een belangrijkere stem krijgen in het energiedebat.’

‘De netbeheerders gaan weer kijken: hoe kunnen we samenwerken met energiecoöperaties in dorpen en gemeentes, en met al die mensen die zonnepanelen op hun dak leggen en daarmee energieproducent zijn geworden? Mensen worden zo minder afhankelijk van grote bedrijven die energie voor hen produceren. Dus doordat de technologie verandert, veranderen ook de verhoudingen in de maatschappij.’

Zet dwarse ingenieurs voortaan op het podium

Waarom is geleidelijke verandering van het bestaande systeem niet genoeg?

Bosman: ‘Omdat het systeem tegen grenzen aanloopt. Er komt een moment dat je er met kleine stapjes niet meer komt. Dan wordt een echt andere aanpak noodzakelijk en

Diercks: ‘Het helderste voorbeeld is de snelweg. We hebben wegen aangelegd om auto’s makkelijk van A naar B te kunnen laten gaan, en dat is een groot succes. Komen er meer auto’s, dan verbreed je de weg. En dat is weer een groot succes, en als gevolg daarvan gaan mensen verder weg van hun werk wonen, en meer rijden, en zo komen er nog meer auto’s, Dat kun je een aantal jaar faciliteren met stapsgewijze verbeteringen.’

Nieuwe ideeën en nieuwe manieren van organiseren zijn net zo belangrijk als nieuwe technologie

‘Maar op een gegeven moment zijn die stapsgewijze verbeteringen zelf onderdeel van het probleem geworden: een extra rijbaan leidt tot meer fijnstof, CO2 en blik in de stad. Dan moet je echt naar fundamenteel andere oplossingen kijken. Dat kan ook tot conflict leiden, omdat je letterlijk tegen beleidsmakers en bestuurders zegt: “Maak plaats voor andere perspectieven, voor andere mensen met andere ideeën en andere netwerken die nu niet gehoord worden.”’

Waar zie je dat conflict bijvoorbeeld?

Diercks: ‘Bijvoorbeeld rond de verbreding van de A27 bij Amelisweerd. Daar zijn mensen opgestaan die zeggen: “Wij willen die verbreding niet, en wij denken dat er alternatieven zijn.” Uiteindelijk hebben de provincie en de gemeente samen een alternatief plan ingediend om te voorkomen dat die verbreding er komt.’

‘Het is verbluffend te zien hoe simpel zijn: de maximumsnelheid verlagen zodat er meer rijbanen op een stuk weg passen; afspraken maken met bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en publiekstrekkers om te kijken of ze mensen buiten de spits kunnen laten rijden; en meer inzetten op fiets, ov en mobiliteitsknooppunten. Allemaal dingen waarvan we eigenlijk al langer weten dat ze moeten gebeuren, maar die blijven liggen omdat we die perspectieven niet serieus nemen en de problemen gewoon blijven oplossen vanuit het bestaande systeem.’

Jullie noemen zulke alternatieve voorstellen ‘sociale innovatie’.

Diercks: ‘Nieuwe ideeën en nieuwe manieren van organiseren zijn net zo belangrijk als nieuwe technologie. Het uitdagen van ingesleten ideeën hoort ook bij de transitie: nieuwe denkbeelden en praktijken kunnen de maatschappij helpen een duurzamer pad in te slaan.’

Bosman: ‘Ik heb en ik kwam daar een ingenieur tegen die de energievoorziening in een nieuwe woonwijk moest ontwerpen. De projectontwikkelaar had mensen beloofd dat het helemaal duurzaam en energieneutraal zou worden, maar dat mensen nog wel op gas konden koken. De taak van Alliander was destijds nog om dan met een gasaansluiting te komen. Maar die ingenieur weigerde uit principe om een heel gasnet aan te leggen, alleen om op te koken. Dat escaleerde, en uiteindelijk zei Alliander: wij zijn daar wel toe verplicht, maar we gaan het niet doen.’

‘Ik zou dat sociale innovatie noemen. Maar dit werd door de strategieafdeling van Alliander niet meteen herkend. We zijn zó getraind op het herkennen van technologische innovatie als de belangrijkste ontwikkeling om de transitie door te maken. Maar hier werd een nieuwe praktijk ontwikkeld’ – namelijk: in weerwil van de verplichting voor de netbeheerder om een gasnet aan te leggen, toch gasvrij bouwen.’

‘En dat is een praktijk die je eigenlijk ook een podium zou moeten geven, en die je heel breed uit kunt rollen. Dat is uiteindelijk ook gebeurd: de wet is veranderd en het Alliander heeft daar een actieve rol in gespeeld.’

Wat zouden we kunnen winnen als we zulke sociale innovatie meer op waarde schatten?

Diercks: ‘Dat we activisme anders gaan zien. Als je een discussie wil hebben over de energieverspillende activiteiten die we de afgelopen tachtig jaar hebben ontwikkeld, dan is de reactie nu vaak: je bent onrealistisch, je zegt dingen die alleen maar tot weerstand leiden. Ik denk dat we sociale innovatie en activisme niet als tegenkracht, maar als bron van maatschappelijke vernieuwing moeten zien.’

Welke invloed heeft activisme op het publieke debat en de beleidsvorming?

Bosman: ‘De eerste “Taskforce Energietransitie” in Nederland, in 2004, werd destijds president-directeur van Shell Nederland. Ik denk dat anno 2023 de pleuris zou uitbreken en de hele A12 vol zou staan als de overheid zou voorstellen om iemand van Shell het hoofd van ons nationale klimaatplatform te maken.’

‘Oud Shell-topman Jeroen van der Veer vertelde in een recent interview in NRC Dat is ook een gevolg van maatschappelijke druk. Voor Van der Veers wereld is dit bedreigend: hij signaleert terecht dat de fossiele industrie in toenemende mate haar maatschappelijke legitimiteit aan het verliezen is.’

‘Vanuit de transitiewetenschap zien we dit als een wenselijke ontwikkeling: het creëert ruimte voor andere mensen en organisaties met andere ideeën en perspectieven om hun oplossingen in te brengen, oplossingen die wellicht wél voorbij het eendimensionale denken gaan, en niet vast blijven houden aan het naïeve idee dat alles hetzelfde kan blijven, maar dan met duurzame technologie.’

Verder lezen?