Must-sea: deze spetterende docu over zeemeermensen
Onderkoeling, gesprongen trommelvliezen, ontstoken bijholtes – je moet er wat voor overhebben om een zeemeermens te worden. Toch is het de schitterende hoofdpersonages van de Netflix-docu MerPeople allemaal waard. In het water verandert alles; daar zijn ze magisch.
Tristan zat aan de crack. Nu is hij een zeemeerman. Hij werkte ooit als Disney-prins in een pretpark, maar raakte verslaafd en verloor alles: zijn baan, het dak boven zijn hoofd, zijn zelfvertrouwen.
Op een goede dag begon hij met mermaiden. Je trekt daarvoor een siliconen glitterstaart aan, laat jezelf het water in glijden en zwemt zo sierlijk mogelijk je eigen droomwereld in. Tristan merkte: ‘Op dagen dat ik zwem, gebruik ik niet.’ Het onbestemde gevoel dat hem op land richting de drugs dwong, verloor onder water alle grip.
Tristan ‘The Red River Merman’ is een van de hoofdpersonages in de verrukkelijke vierdelige documentaireserie MerPeople op Netflix. Daarin volgen we de levens van zeemeerminnen, zeemeermannen en een enkele non-binaire ‘merm’ (wat er precies in je staartje zit, doet er niet toe). Onder water, tussen de vissen, bestaat een wereld die alle geportretteerde meermensen de mogelijkheid biedt te ontsnappen aan de plagen waar ze op het droge mee worstelen: uitsluiting, racisme, homofobie, verslaving.
Het glijdt van ze af; ze zijn nu glitterwezens met lang, golvend haar, die gewichtloos, als in slow motion, door het water zweven en knipogend, alsof het superlogisch is om te zwemmen met je ogen open, kusjes richting het aquariumglas blazen. Zo ziet mermaiden er althans uit.
De documentaire gaat vooral over de bikkelharde praktijk erachter: onderkoeling, gesprongen trommelvliezen, ontstoken bijholtes – je ontkomt er niet aan, als professioneel meermens.




Grote zee, klein wereldje
Documentairemaker en Oscarwinnaar Cynthia Wade laat de verhalen van de meermensen voor zich spreken. Zoals dat van de non-binaire ‘merm’, The Blixunami. Die vindt dingen ‘fintastic’ en ‘mermaizing’, noemt mede-meermensen ‘seasters’ en flirt door te zeggen: ‘You can call me on my shell phone.’ The Blixunami groeide op in het diepe zuiden van de Verenigde Staten, in een streng christelijke familie die spuugde op diens voorliefde voor zeemeerminbarbies en parelkroontjes. Onbegrijpelijk, vindt The Blixunami. Die is er heilig van overtuigd dat hen zelfs zeemeerminnenbloed heeft, omdat hun betovergrootvader er ooit een van het strand zou hebben gered.
Er is Ché Monique, die de ‘Society of Fat Mermaids’ oprichtte. Ze wordt op zeemeerminnenbijeenkomsten standaard om de hals gevlogen door andere dikke, zwarte vrouwen, die zich gezien voelen door de lichaamspositieve boodschap die Ché Monique op sociale media uitdraagt. En er is Eric Ducharme, die een klotetijd had op school vanwege zijn syndroom van Gilles de la Tourette. Toen hij als kleine jongen met zijn ouders naar de Weeki Wachee Springs ging, een helderblauwe bron in Florida waarin al sinds 1947 zeemeerminnenshows worden opgevoerd,* kwam hij er thuis. Nu bezit en runt hij een eigen aquarium voor zeemeerminnenshows (waar Tristan dan weer zwemt − grote zee, klein wereldje).
Je trekt een siliconen glitterstaart aan, laat jezelf het water in glijden en zwemt zo sierlijk mogelijk je eigen droomwereld in
Maar we volgen ook de ploeterende Sparkles, die naar eigen zeggen ‘wist’ dat ze een zeemeermin is, vroeger al. In de eerste aflevering ligt die op haar rug in een tuinhuis, haar benen klem in haar staart, haar gezicht op onweer. De staart is stuk; rits gebroken. Net nu, net voor ze op moet. Sparkles treedt op tijdens kinderfeestjes. Door de kieren van het tuinhuis hoor je kinderen die heel veel suiker hebben gegeten scanderen: ‘Mermaid! Mermaid!’ Ze had een reservestaart mee moeten nemen, maar staarten zijn duur en Sparkles is dus nog niet bepaald doorgebroken.
Niet verwonderlijk, gezien haar woonplaats. Sparkles komt uit Little Rock, Arkansas, een stad iets rechts van het midden van de Verenigde Staten. De dichtstbijzijnde kust is 1.100 kilometer verderop, elf uur met de auto als je nergens stopt om te plassen. Dus je voelt haar pijn als ze, balend in dat schuurtje, verzucht: ‘I’m shit out of luck, being a mermaid here.’



Wie meerminambities heeft, kan maar het beste in Florida zijn. Daar zijn dus de Weeki Wachee Springs, en ook andere zeemeerminnenevenementen vinden vaak daar plaats, zoals de auditiedag van de Circus Siren Pod, het meest prestigieuze meerminnengezelschap van het land, waar Sparkles al jaren voor traint.
Om een Grote te worden, moet de nerveuze en onzekere Sparkles indruk maken op één vrouw. Morgana Alba, de spectaculair onsympathieke oprichter van de Pod. Die is circusartiest, zeemeermin, dochter van een ex-militair en naar eigen zeggen ‘getraind om te overleven’. Tussen de bedrijven door pocht ze: ‘Ik heb thuis een bō, twee Engelse handbogen, een kruisboog, twee musketten, een geweer, een aantal zwaarden, twee vechtbijlen, een strijdknots, twee gevechtswandelstokken… O, en meer messen dan ik kan tellen.’
Alba’s zeemeerminnen staan onder een strikt regime, maar krijgen de mooiste boekingen. Niks zweten in tuinhuisjes; de Sirens verblijven in luxe suites in Las Vegas en zwemmen goedbetaald shows in adembenemende aquaria.
Diepzinnige verklaringen voor de wens om te mermaiden worden niet gegeven in de docu. Als de serie al een boodschap heeft, is het deze: het boeit niet dat je onder water niet kunt horen, zien of ademen, zolang je gelóóft dat je een meermens bent. Of: je moet ontzettend kunnen afzien om te kunnen ontsnappen aan de werkelijkheid, maar het is het deze meermensen waard. Zeemeermensen zijn de spetters die we in deze oververhitte tijden goed kunnen gebruiken.