Hoe amateuristische CIA-spionnen de Duitsers op de kast jagen
Vorige week werd een hoge ambtenaar van de Amerikaanse CIA door de Duitse regering het land uit gestuurd. Het is niet de eerste keer dat een inlichtenmedewerker persona non grata wordt verklaard. Hoe kan het dat de Amerikanen zo klungelig opereren in Duitsland?
Afgelopen woensdag heeft de Duitse regering een functionaris van de Amerikaanse ambassade in Berlijn verzocht om het land te verlaten, nadat bekend werd dat de Duitse politie een man had gearresteerd die ervan wordt verdacht ruim tweehonderd documenten te hebben verkocht aan de Amerikaanse inlichtingedienst CIA.
Het verkochte materiaal zou onder andere betrekking hebben op het Duitse onderzoek naar de manier waarop de Amerikaanse NSA jarenlang in Duitsland heeft gespioneerd. Zo werd onder andere bekend dat de mobiele telefoon van bondskanselier Angela Merkel werd afgeluisterd. Later in de week werd een tweede man gearresteerd.
De Amerikaanse man of vrouw die moet vertrekken, is niet zomaar een functionaris. Hij/zij is waarschijnlijk de zogeheten Chief of Station (COS) van de CIA-eenheid op de Amerikaanse ambassade in Berlijn, en daarmee de hoogste baas van de Amerikaanse inlichtingendienst in Duitsland. Bijna elke ambassade heeft een COS, die beschikt over een aantal medewerkers waarvan de grootte afhangt van de importantie van het desbetreffende land. De COS in Berlijn zou op de hoogte zijn geweest van twee recente spionageschandalen, waarbij bleek dat twee Duitsers voor de CIA spioneerden.
De Amerikaanse man of vrouw die moet vertrekken, is niet zomaar een functionaris. Hij/zij is waarschijnlijk de hoogste baas van de Amerikaanse inlichtingendienst
De informatie die deze Duitse spionnen aan de CIA hebben gegeven, zou volgens de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Thomas de Maizière, niet veel voorstellen. Hij gebruikte tijdens een persconferentie zelfs woorden als ‘lachwekkend’. Bondskanselier Merkel verklaarde dat het bespioneren van bondgenoten ‘verspilde energie’ is. ‘We hebben zo veel problemen, we moeten ons richten op belangrijke zaken.’ Ze verwees daarbij naar Syrië, Irak en de strijd tegen het terrorisme.
Het is niet de eerste keer dat een CIA’er wordt uitgewezen
Het uitwijzen van CIA-medewerkers die gestationeerd waren in landen van de EU is bepaald geen nieuw fenomeen. Het gebeurde al tijdens de Koude Oorlog, maar kwam ook daarna nog regelmatig voor. In januari 1995 werden de COS, zijn plaatsvervanger en drie andere CIA-medewerkers in Parijs door de Franse regering persona non grata verklaard; zij konden het vliegtuig naar Washington DC pakken.
Blijkbaar heeft deze gebeurtenis de Duitse veiligheidsdienst wakker geschud, want de dienst voerde haar inspanningen om de CIA-activiteiten in Duitsland te ‘bewaken’ op, wat leidde tot diverse uitwijzingen. Zo moesten er in 1994, 1996, 1997, 1999 en in 2000 verschillende CIA-medewerkers vertrekken die beschuldigd werden van CIA-spionage op Duits grondgebied. In alle gevallen mocht de CIA COS waarschijnlijk wél blijven.
In deze periode voerde de CIA blijkbaar een ‘agressieve’ inlichtingenvergaring in Duitsland. Na de Duitse hereniging (1990) en de ineenstorting van de Sovjet-Unie (1991) werd Duitsland in de ogen van Amerikaanse beleidsmakers weliswaar nog steeds als een ‘trouwe bondgenoot’ gezien, maar ook steeds meer als een grote financieel-economische rivaal op het wereldtoneel en als een land met een eigen buitenlands beleid dat soms niet spoorde met het Amerikaanse.
Na de hereniging werd Duitsland in de ogen van Amerikaanse beleidsmakers steeds meer gezien als een grote financieel-economische rivaal op het wereldtoneel
Uitwijzingen van CIA-medewerkers komen ook voor in kleinere EU-landen. Zo werd in 1965 Gordon Mason benoemd als de nieuwe COS van de CIA in Den Haag. Een ‘zware’ jongen, want hij was tussen 1961 en 1965 nauw betrokken bij pogingen om het Cubaanse bewind van Fidel Castro omver te werpen.
De reden voor de uitwijzing uit Nederland was dat Mason informatie wilde over de rekening bij een Nederlandse bank van een bepaalde Oegandese minister, om daarmee de corrupte praktijken van deze minister – een halfbroer van de toenmalige premier Milton Obote –, publiek te maken.
De Binnenlandse Veiligheidsdienst, BVD (nu AIVD), weigerde hieraan mee te werken. Kort daarna bleek ook nog eens dat Mason over een Nederlandse inlichtingenoperatie met een derde buitenlandse dienst had gesproken. In de wereld van samenwerkende inlichtingen- en veiligheidsdiensten is dit een flagrante schending van de zogeheten ‘derdelandenregel’; informatie mag alleen worden doorgegeven aan een andere dienst na toestemming van de dienst die het oorspronkelijke bericht heeft aangeleverd.
Talloze Nederlandse affaires
Deze en andere affaires hebben mijn collega Bob de Graaf en ik beschreven in onze studie Villa Maarheeze over de inlichtingendienst buitenland. Amerikaanse bronnen stelden toen tegenover ons dat de reden van Masons vertrek ook lag op het persoonlijke vlak, want de spion had voortdurend ruzie met het hoofd van de BVD, die daarom besloot geen materiaal meer aan de CIA te leveren. Toen de Nederlandse regering Mason persona non grata verklaarde, besloot de CIA het verlies te incasseren en Mason terug te trekken.
Een ander geval is dat van de Amerikaanse attaché R.M. (Richard) Luther, die van 1979 tot 1981 voor de CIA in Den Haag werkte. Hij probeerde begin jaren tachtig een Tweede Kamerlid van de PvdA te rekruteren. Zijn COS was niet op de hoogte en was woest toen hij dit te horen kreeg van de Nederlandse inlichtingendienst IDB. Ook de BVD en het ministerie van Algemene Zaken waren woedend over de operatie. Luther werd geen persona non grata verklaard, maar kreeg in 1981 het dringende verzoek te vertrekken, waar hij gehoor aan gaf.
In 2005 was er wederom een uitwijzing, toen bleek dat de CIA in Nederland unilaterale operaties had uitgevoerd die niet bekend waren bij onze regering en diensten. Daarop werd het vertrouwen in de COS van de CIA opgezegd. De persona non grata-uitwijzing werd uit de publiciteit gehouden om de relatie met de Verenigde Staten niet verder onder druk te zetten. De toenmalige voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD), mevrouw mr. I.P. Michiels van Kessenich-Hoogendam, verklaarde destijds aan De Telegraaf dat de kwestie was opgelost door vervanging van de CIA-chef.
Bij een onderzoek naar de verspreiding van nucleaire technologie met vertakkingen naar Pakistan zou de AIVD op activiteiten van de CIA gestuit zijn die niet waren aangemeld bij de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten
Zij gaf trouwens ook een aardig inkijkje wat er nu precies was gebeurd. Bij een onderzoek naar de verspreiding van nucleaire technologie met vertakkingen naar Pakistan zou de AIVD op activiteiten van de CIA gestuit zijn die niet, zoals de regels luiden, waren aangemeld bij de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit leidde tot een bizarre situatie. ‘Kort nadat de AIVD zich toegang had verschaft en microfoons en camera’s had geïnstalleerd in de woning van een Nederlandse zakenman, kwam opeens een team van de CIA opdagen dat hetzelfde pand binnenging. De AIVD’ers konden zo hun Amerikaanse collega’s filmen,’ aldus Michiels van Kessenich-Hoogendam in De Telegraaf.
Ook van de Britse inlichtingendiensten werden wel eens medewerkers uitgewezen. Dat gebeurde bijvoorbeeld in het midden van de jaren negentig, toen de Britten getracht zouden hebben om Nederlandse oud-medewerkers van de Inlichtingendienst Buitenland (IDB) te rekruteren. Ook in andere kleinere lidstaten van de EU hebben zich persona nog grata-gevallen voorgedaan waarbij CIA-medewerkers betrokken waren.
Grote schade aan de betrekkingen
De politieke schade aan de Amerikaans-Duitse betrekkingen zal door de uitwijzing van de COS alleen nog groter worden. Een legitieme vraag is dan ook: waarom voert de CIA dit soort klungelachtige operaties uit? Wie de artikelen in dagbladen over de gerekruteerde Duitse spionnen leest, krijgt de stellige indruk dat het geen professionals waren, maar amateurs die op geld uit waren.
Onbekend is of de COS in Berlijn buiten zijn boekje is gegaan. Ervan uitgaande dat de slimste CIA-medewerkers op belangrijke plaatsen worden gestationeerd, waarom zou deze dan dit enorme risico lopen? Is de schade na alle onthullingen over de NSA in Duitsland niet al groot genoeg?
Vooralsnog blijft het speculeren. Wat betreft de schade aan de Amerikaans-Duitse politieke- en inlichtingenrelaties: die zal best wel weer gerepareerd worden. We moeten niet vergeten dat ook de Duitse geheime diensten actief zijn op het grondgebied van hun gastland. Of dat nu Frankrijk, de VS of Irak is. Gegevens verzamelen over het gastland is immers een van de belangrijkste taken van een inlichtingendienst. Maar het vertrouwen zal er niet groter op zijn geworden.