Mark Rutte, de perfecte belichaming van een eigenwijs land zonder stip aan de horizon

Marc Chavannes
Correspondent Politiek
Illustratie door Cliff van Thillo (voor De Correspondent)

Na 13 jaar in zijn Torentje fietst Mark Rutte weg van het Binnenhof. Politiek Dagboek over een minister-president die ontdekte dat je meer bereikt naarmate je minder meningen verkondigt. Praktisch en politiek. Zo werd hij symbool van een tijd zonder verbindende strijd.

Wie is Mark Rutte? Moeilijk te zeggen. Wat is Mark Rutte? De perfecte belichaming van een tijdgeest zonder stip aan de horizon. Een lang decennium waarin Nederland meer liberaal dan sociaaldemocratisch of christendemocratisch was.

‘Gewoon jezelf kunnen zijn’ was de slagzin waarmee de jonge leider Ed Nijpels de VVD in 1982 succesvol in de markt zette. De klassiek staatkundig gemotiveerde liberalen werden een brede volkspartij voor mensen die hun gang willen gaan. Ongehinderd door overheid of wereldverbeteraars.

Liberaal werd leven en laten leven. Voorjaarsvakantie, meivakantie, zomervakantie, herfstvakantie, kerstvakantie. Vliegen naar de Costa voor de prijs van een treinretourtje Den Haag-Groningen. Muziekscholen? Die betaal je zelf maar. Immigranten, liever niet.

Mark Rutte heeft de afgelopen dertien jaar Nijpels’ karwei afgemaakt, in grimmiger omstandigheden. Toen hij in 2006 op het toneel verscheen, was de boosheid allang in de politiek geslopen. Pim Fortuyn had met succes gewezen op de verwatering van de oude systeempartijen CDA en PvdA; die lieten steeds grotere delen van hun oorspronkelijke achterban in de steek.

Het oude driestromenland droogde op. De kiezers vonden hun nieuwe politieke thuis binnen drie blokken: (gematigd) links, (gematigd) rechts en radicaal-rechts. De VVD wist het zware kiezersverlies te vermijden, met vallen en opstaan, en koerste in 2010 onder leiding van Mark Rutte op een sindsdien niet meer losgelaten koppositie. Hij werd de eerste liberale premier sinds Cort van der Linden (1913-1918), om het liberale project vervolgens met wisselende partners te vervolgen.

Voor een man die tot zijn spijt ooit zei geen visie te hebben, was Mark Rutte een opmerkelijk consistente roerganger. Al of niet met bezuinigingen als motief wist hij de nieuw-liberale agenda van een kleinere, bedrijfsmatig gestuurde overheid en ruimte voor bedrijven voortvarend door te voeren.

Voor een man die tot zijn spijt ooit zei geen visie te hebben, was Mark Rutte een opmerkelijk consistente roerganger

Juist met de PvdA (Rutte II, 2012-2017) zag hij kans aanzienlijk te bezuinigen op sociale zekerheid en rijkstaken (met minder geld) naar de gemeenten af te stoten. Stef Blok verklaarde de sociale woningbouw voltooid en verder overbodig. Henk Kamp liet Groningen flink leegpompen, Melanie Schultz van Haegen joeg ons met 130 kilometer de snelweg op en Edith Schippers zette waar zij kon stapjes richting gezondheidsmarkt.

Geen wonder dat de PvdA als een uitgeperste sinaasappel uit de verkiezingen van 2017 tevoorschijn kwam. Rutte moest op zoek naar nieuwe danspartners: CDA, D66 en ChristenUnie. Rutte III kwam er, maar een geoliede samenwerking werd het nooit. Behalve misschien tijdens de coronapandemie, toen Rutte en CDA-minister Hugo de Jonge, rijdend door de mist, samen aan het stuur zaten.

De premier sprak het volk in die tijd twee keer vaderlijk toe vanuit het Torentje en dacht daarbij ongetwijfeld aan Roosevelts fireside chats tijdens de Tweede Wereldoorlog. De premier met de appel op de fiets had als geen ander oog voor het historische aspect van wat hij deed. In de Nederlandse vertaling.

Steeds vaker in de knel

Toch was de coronatijd de periode waarin het vertrouwen in de overheid en de politiek als fatsoenlijk beheerder van die overheid bij steeds meer mensen verdween. Het onkruid van wantrouwen was al eerder gezaaid – in de jaren van Lubbers, Kok en Balkenende, toen de overheid de burger als te wantrouwen klant ging behandelen. De Rutte-jaren oogstten én belichaamden die wederzijdse onverschilligheid.

Ervaring telt, maar naarmate hij langer voorzitter van de ministerraad was, kwam Mark Rutte in Den Haag steeds vaker in de knel – terwijl zijn aanzien in Europa en de wereld gestaag toenam. In dat opzicht zijn Ruttes laatste jaren in het Torentje klassiek geweest; Margaret Thatcher en Bill Clinton beleefden een vergelijkbaar verscheurd laatste hoofdstuk.

Het kleefde Mark Rutte niet aan. Dat zou veranderen

In augustus 2022 werd Mark Rutte de langstzittende premier van Nederland. Geen tijd voor een ererondje. Hij bleek, ondanks ontkenningen, wel degelijk op verzoek van Shell en Unilever de afschaffing van de dividendbelasting in het regeerakkoord te hebben gefietst. Hij had ook al geruime tijd weet gehad van het fatale Nederlandse bombardement op Hawija, bedoeld tegen IS, dat zeventig burgerslachtoffers maakte. Zijn VVD-minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra moest aftreden wegens opschepperij over een ontmoeting met Poetin in zijn buitenhuis. Het kleefde Mark Rutte niet aan. Dat zou veranderen.

Verantwoordelijk voor álles

De functie van minister-president krijgt al sinds premier Lubbers steeds meer Dat geldt binnen de ministerraad, waar hij formeel hoogstens de eerste onder zijn gelijken is. Het geldt in het parlement, waar hij lange tijd geen kind aan had met zijn superieure kennis van de dossiers en subtiel gebruik van zijn status.

Desondanks kreeg Mark Rutte ook steeds meer kritiek op alles wat ergens tijdens zijn lange bewind was misgegaan. Kon hij in zijn eerste jaren behendig buiten schot blijven als een collega in het nauw kwam, gaandeweg werd hem alles verweten wat op andere ministeries verkeerd ging.

In steeds meer gespecialiseerde debatten moest hij komen opdraven en nam de Kamer geen genoegen meer met de direct verantwoordelijke bewindspersoon. Daar won Rutte meestal op de inhoud, maar moreel leverde het hem – als bij een autoverzekering – steeds vaker maluspunten op. Of het nu ging over details van het coronabeleid of de hopeloos bureaucratische afhandeling van de Groningse gasschade, net als eerder de bonnetjesaffaire op Justitie, het was de minister-president die moest uitleggen hoe het zover had kunnen komen. Hij was voor een flink deel van de oppositie bij voorbaat schuldig, want het waren zijn kabinetten.

Toen parlementaire onderzoeken opnieuw hadden aangetoond dat de Belastingdienst in de toeslagenaffaire duizenden ouders had gedupeerd, wist de premier de verantwoordelijkheid alleen maar uit te smeren door op 15 januari 2021 met het hele kabinet-Rutte III af te treden. Het was een symbolisch gebaar, want er zouden toch verkiezingen komen, maar het wás een vorm van verantwoording afleggen die Rutte niet bovenmatig raakte maar hem wel kwetsbaarder maakte.

Immigratie en asiel: de achilleshiel van de VVD

Zijn vaak met jaloezie beschreven lenigheid liet hem uiteindelijk in de steek op immigratie en asiel. Hoewel de VVD al tien jaar de baas was over het onderwerp, werd de roep uit de eigen achterban om hardere ontmoediging van de instroom zo groot dat Rutte succes beloofde waar hij zich alleen maar kon inspannen.

Hij reisde met de nieuwe radicaal-rechtse Italiaanse premier Meloni naar Tunesië voor een nieuwe wachtkamerdeal, maar raakte steeds meer in tijdnood. De meestal krachteloze VVD-fractie draaide hem nu de duimschroeven aan. Tot het moment waarop hij van zijn coalitiepartners maatregelen eiste waarvan het maar de vraag is of die de rechterlijke toetsing kunnen doorstaan. En het kabinet knapte.

Zijn vaak met jaloezie beschreven lenigheid liet hem uiteindelijk in de steek op immigratie en asiel

De nooit opgeloste migratiecrisis is een symbool van de jaren-Rutte. Het resultaat van (om politieke redenen gecreëerde en zelf gevoelde) angst en nonchalance. Op stel en sprong reageren op hoge immigratiecijfers door budget en personeel van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) uit te breiden. Tegen deskundig advies in snel mensen ontslaan en gebouwen afstoten zodra de toestroom even luwt, om vervolgens de stormbal weer te hijsen als er mensen buiten het opvangcentrum in Ter Apel slapen. Die trouwens gewoon een bed hadden gekregen als de capaciteit onder de VVD-staatssecretarissen Dijkhoff en Harbers niet overhaast was afgebouwd.

Migratie is een favoriet aambeeld van de winkeliersvleugel van de VVD, en het veronderstelde schild tegen de PVV en JA21. Een politiek thema met signaalwaarde, dat geen constante politieke aandacht kreeg. Mark Rutte heeft door schade en schande moeten ondervinden dat hij die signaalknop nooit uit het oog kon verliezen.

Ruttes late Europese bekering

Zoals hij ook uit pure noodzaak moest erkennen dat de Europese Unie meer is dan een handelsblok. Om de asielcrisis van 2015 in te tomen speelde Rutte een rol bij de totstandkoming van de Europese deal met Turkije. Hij zag en gebruikte de EU-hefboom om mede een nationaal probleem op te lossen.

Rutte en Hoekstra waren in 2020 op het botte af kritisch over Europese steunfondsen voor zwaar door corona getroffen zuidelijke lidstaten, maar de laatste tijd is de Nederlandse premier op verschillende Europese dossiers actief, initiatiefrijk en compromiszoekend. Hij erkende te zijn gedraaid en pleitte voor – om daar in de Oekraïne-oorlog werk van te maken.

Van behendig speler op alle binnenlandse politieke schaakborden tot gerespecteerd informeel opvolger van Angela Merkel, als samenbrenger van Europese standpunten. Het is een ontwikkeling die na de Brexit in een stroomversnelling kwam. Of deze opmerkelijke volwassenwording als staatsman nu een sollicitatieaspect heeft of niet, Mark Rutte zal er de komende demissionaire maanden nog veel plezier aan beleven, en Nederland met hem.

Want Mark Rutte houdt van het spel. Hij smult van de details, en heeft bijna alles van tevoren uitgedacht of erover gelezen. Politiek is zijn vak en zijn leven. Al doende leerde hij dat je meer bereikt naarmate je minder meningen verkondigt. Instinct heeft hij wel, blijmoedig liberaal, en dat volgt hij als een warmtezoekend projectiel. Praktisch en politiek.

Kenmerken: veel grappen, nooit etend in beeld, thuis in alle onderwerpen, onthoudt de verjaardag van de dochter na een korte ontmoeting. Mark Rutte is de beste beroepspoliticus in Nederland sinds mensenheugenis. Alles klopt. En als het niet klopt, dan was het een vergissing.

Mark Rutte, een onverklaard bouwpakket

Het was maandag merkbaar in de Tweede Kamer: ook zijn tegenstanders misten hem al zodra hij zijn vertrek uit de politiek had aangekondigd. Hij gaf al die jaren dat hij minister-president was toch een veilig gevoel. Een man aan het roer die rustig blijft en alles weet.

Weinig mensen slagen erin hem langer dan een minuut te haten. Hij is zo charmant en menselijk dat je hem vergeeft voordat hij schuld bekent. Dat doet hij ook zo min mogelijk. Intussen bouwde hij systematisch aan zijn monument van een gewone man die eindbaas van het land is.

Nu hij een streep heeft gezet onder zijn premierschap is het tijd na te gaan waar hij echt voor stond.

Eigenlijk is Mark Rutte een bouwpakket. Het basisdoosje bevatte zijn middelbareschooltijd in Den Haag. Hij oefende met zijn beste vriend in interviews met de minister-president. Het eerste uitbreidingsdoosje was zijn studie geschiedenis en het lidmaatschap tot en met voorzitterschap van de JOVD, de jongerenafdeling van de VVD. Er volgden de doosjes Unilever, staatssecretaris op Sociale Zaken en Onderwijs, de strijd om het VVD-leiderschap met Rita Verdonk, fractievoorzitter en een motie van wantrouwen tegen Balkenende (2009). En dan de duurste uitbreidingsdoos: de vrijgezel, gloriërend in het premierschap. 

Los verkrijgbaar, maar alleen in samenhang te begrijpen. Hoewel, zou hij zelf weten wat hem drijft? Mark Rutte was geen toegewijd hoeder van de democratische rechtsstaat; hij presideerde over de verdere uitholling van de overheid. Maar wie had de eigenwijze, verwarde boel beter bij elkaar kunnen houden de afgelopen dertien jaar?

Zijn opvolgster als hoofdgoochelaar zal Mark Rutte nog wel eens bellen. Of hij nog een list weet om tijd mee te winnen. Om te vragen hoe je dat ‘echt liberale’ imago soms een tijdje zoekmaakt.