Zo verberg je als overheid een corruptieonderzoek

Dimitri Tokmetzis
Correspondent Surveillance & Technologie

Gisteren schreef ik over de problemen rond de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Vandaag wil ik die problemen illustreren met een bizarre anekdote over hoe ver sommige overheidsdiensten gaan om informatie maar niet te hoeven openbaren. Oftewel: Wobben frustreer je zo.

In de vroege ochtend van 9 juni 2010 knalt een witte Toyota Land Cruiser tegen de gevel van coffeeshop Carpe Diem in Helmond. De shop wordt op dat moment verbouwd, de opening zal een paar weken later plaatsvinden. Een maand later gooien onbekenden twee handgranaten naar binnen. Aan het einde van het jaar besluit toenmalig burgemeester Fons Jacobs dat Carpe Diem de deuren moet sluiten. Kort daarna wordt hij bedreigd en moet hij onderduiken. Er volgen arrestaties, maar de daders van de aanslagen en bedreiging worden niet gepakt.

Twee jaar later, in de zomer van 2012, krijgen mijn oud-collega Sjors van Beek en ik een tip. De Rijksrecherche is nog met de zaak bezig en onderzoekt niemand minder dan de burgemeester zelf. Er zijn aanwijzingen dat er sprake is geweest van ambtelijke corruptie bij de vergunningverlening aan de coffeeshop. De aanslagen en de bedreiging zouden daarmee verband houden. In een eerdere standplaats, het Limburgse Brunssum, was Jacobs ook al bedreigd - wederom vanwege perikelen rondom een coffeeshop.

Negen Wobverzoeken, maanden wachten, nul resultaat

We besloten deze zaak grondig uit te zoeken en volgden twee sporen. Ten eerste doken we het Brabantse drugscircuit in en spraken met handelaren en coffeeshopmedewerkers. Opvallend was hoe makkelijk we informatie kregen. De meeste betrokkenen wilden wel praten.

Daarnaast volgden we het papieren spoor. We stuurden begin augustus 2012, nu dus bijna twee jaar geleden, negen Wobverzoeken.

Van de gemeente Helmond wilden we onder meer inzage in het dossier over de vergunningverlening van de coffeeshop, de zakelijke agenda van Jacobs en een aantal documenten rondom de bedreigingen.

Van de politie Oost-Brabant vroegen we gespreksverslagen die betrekking hadden op de coffeeshop en nog een aantal documenten over de bedreigingen en mogelijk verwante onderzoeken.

Van het vroegen om het Rijksrecherche-onderzoek en enkele bijbehorende documenten. We hadden vooraf overleg met het College gevoerd aan wie we het verzoek het beste konden sturen. Het College meende dat zij de aangewezen instantie was onze Wob te behandelen.

Tot slot stuurden we verzoeken aan het Openbaar Ministerie in Brabant, het Korps Landelijke Politiediensten, de provincie Noord-Brabant, de politie Zuid-Limburg en het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Het resultaat na maandenlang wachten, trekken en dreigen met dwangsommen en rechtszaken?

Nagenoeg niets.

De wrange les: Wob-obstructie werkt

Bij de gemeente Helmond bleek dat de burgemeester zélf over het Wobverzoek deels mee had beslist. Er werden talloze stukken achtergehouden, niet verstrekt of grotendeels zwartgemaakt. Een deel van de zakelijke agenda van Jacobs bleek per abuis gewist. Na enkele bezwaarzittingen en het vervroegde pensioen van Jacobs in november 2012 kregen we alsnog de meeste stukken.

De politie Oost-Brabant, verantwoordelijk voor de veiligheid in Helmond, deelde aanvankelijk mee geen enkel document te hebben over de aanslag op de coffeeshop en de bedreiging van de burgemeester.

Heel opmerkelijk.

Na een slepend bezwaar kregen we ruim zeshonderd pagina’s aan documenten, grotendeels zwartgemaakt.

We hadden onze kaarten echter vooral gezet op het College van Procureurs-Generaal. We vertrouwden onze tipgever, maar één bron is géén bron. Een officiële bevestiging van het bestaan van het Rijksrecherche-onderzoek zou ons flink vooruit helpen. Maar het College meldde geen documenten over het onderzoek te hebben aangetroffen.

Op de bezwaarzitting, in het Haagse Paleis van Justitie, bekende het College alleen op het eigen kantoor in Den Haag te hebben gezocht. De Rijksrecherche was, ondanks ons uitdrukkelijk verzoek en de wettelijke verplichting daartoe, niets gevraagd.

In maart 2013, dus acht maanden na ons eerste verzoek, kregen we dan eindelijk de bevestiging dat het Rijksrecherche-onderzoek heeft plaatsgevonden. De documenten zelf kregen we niet. Dat beroep loopt nog altijd bij de rechtbank en het vonnis zal aan het einde van de zomer komen. Afgaande op een tussenvonnis zal Van Beek waarschijnlijk bij de Raad van State in beroep moeten gaan.

Ook leerden we ondertussen dat Wobjuristen van zes instanties bij elkaar waren gekomen om te bepalen wie welke documenten zou verstrekken of weigeren. Op zich is dit niet zo raar: zo kan dubbel werk worden bespaard. De eerste problemen dienden zich echter aan toen het ministerie van Binnenlandse Zaken een aantal documenten weigerde te verstrekken, omdat de gemeente Helmond dat zou doen. De gemeente weigerde de documenten te verstrekken op basis van één van de vele weigeringsgronden die de Wet openbaarheid van bestuur biedt.

Dit juridische gehakketak leidde ertoe dat ons onderzoek flinke vertraging opliep. Met name Van Beek heeft dagen gewerkt aan bezwaar- en beroepsschriften, is een keer of tien afgereisd naar Helmond en Den Haag voor hoorzittingen en overleg. Het resultaat was dat halverwege het onderzoek het geld op begon te raken. We hebben wel een verhaal kunnen publiceren, maar een aantal goede leads hebben we nooit kunnen naspeuren.

De wrange les: Wob-obstructie werkt.