Extreme hitte in de zomer het ‘nieuwe normaal’? Nee, weersextremen nemen toe tot de CO2-uitstoot stopt
De zomer is het seizoen van extreme hitte, brand en overstromingen geworden. En het wordt nog erger, voor het beter wordt.
Nog nooit zo’n hete dag.* Nog nooit zo’n hete week.* Nog nooit zo’n hete maand. De wereldhitterecords blijven maar sneuvelen – en met grote marges. De wereldzeeën zijn uitzonderlijk warm en op de Zuidpool lag niet eerder zo weinig zee-ijs. Grote kans dat 2023 het warmste jaar ooit wordt.*
Honderden miljoenen mensen wereldwijd worden gewaarschuwd. Drink veel water, ga niet naar buiten op het heetst van de dag.
In de VS gaan geluiden op om voortaan ook ‘rookverwachtingen’ mee te nemen in het weerbericht.* Dit omdat de rook uit ongekend hevige Canadese bosbranden,* die New York in juni in een giftige oranje gloed hulde,* weer terug is.*
In Italië spraken ze vorige week van een settimana infernale (een week uit de hel).* Griekenland evacueerde dit weekend 19.000 mensen vanwege aanhoudende branden op Rhodos.* Steden in China openden hun schuilkelders zodat mensen verkoeling konden vinden.* Op het nieuws zien we overstromingen in India, de VS, Japan, Zuid-Korea en Afghanistan.
Het weerfenomeen El Niño drijft de temperaturen dit jaar verder op, maar achter die natuurlijke variatie schuilt een wereldwijde trend: zolang we broeikasgassen blijven uitstoten, nemen de extremen toe.
Het verband tussen klimaatverandering en extreem weer
Omdat het weer van nature grillig is, waren klimaatwetenschappers tot voor kort voorzichtig in het leggen van directe verbanden tussen individuele weersextremen en de algehele opwarming.
Van extreem weer kun je sowieso nooit zeggen dat het volledig en alleen door klimaatverandering veroorzaakt is. Daarvoor is de wereld te complex. Een hittegolf ontstaat bijvoorbeeld niet alleen door hoge temperaturen (waarschijnlijker door klimaatopwarming), er moet ook een hogedrukgebied zijn (een min of meer toevallige weersomstandigheid). Als een gebied uitdroogt, wordt een hittegolf waarschijnlijker. Als er veel asfalt ligt ook.
Ook bij zware regenval, overstromingen, droogte en branden spelen toeval en lokale omstandigheden een belangrijke rol. Wie het kwetsbaarst is, wordt niet bepaald door het klimaat, maar door beleid, en armoede.
Maar tegenwoordig kunnen klimaatwetenschappers per extreme weersgebeurtenis berekenen hoe groot de bijdrage van de opwarming was en welke rol natuurlijke variatie speelde. Door zulke studies weten we nu zeker dat de wereld er ’s zomers niet zo gehavend uit zou hebben gezien als we de planeet niet 1,2 graden warmer hadden gestookt.
We weten ook dat sommige recente temperaturen ronduit onmogelijk waren geweest zonder door mensen veroorzaakte opwarming.* De trend is onverbiddelijk: klimaatopwarming maakt ontwrichtende uitschieters waarschijnlijker én heviger.
Klimaatwetenschappers kunnen de extremen die we nu ’s zomers zien soms zelf niet geloven. Maar dát er steeds meer ongehoorde extremen zouden voorkomen is precies wat de klimaatwetenschap zelf had voorspeld.
Wat we kunnen verwachten
We kunnen de komende decennia meer extreme hitte, zware regenval en periodes van ongekende droogte verwachten. Wanneer er in de toekomst overstromingen of droogtes optreden, zullen ze heviger en schadelijker zijn dan nu, dankzij klimaatverandering.
De zomers van de toekomst zullen lijken op die van vandaag, maar dan extremer en ontwrichtender. Mensen die binnen schuilen voor hitte en rook; mensen die moeten vluchten voor water en vuur; steden, akkers en stallen die worden getroffen door overstromingen.
Uitschieters die nu eens in de driehonderd jaar verwacht worden, zijn rond 2040 op 20 procent van het aardoppervlak aan de orde van de dag.
De mensheid moet zich aanpassen aan de nieuwe klimaatwerkelijkheid, en dat doen we ook al. Betere voorspellingen, waarschuwingen, gedragsverandering en airconditioning redden mensenlevens. Maar zulke aanpassingen kunnen nooit alle pijn wegnemen, en nooit voor iedereen: arme gemeenschappen die het minst aan het probleem hebben bijgedragen, worden het hardst getroffen. Zij kunnen geen airco aanzetten. Vissen ook niet. Gewassen evenmin. Zonder een substantiële vermindering van de uitstoot en een verlaging van de hoeveelheid CO2 in de dampkring blijft het dweilen met de kraan open.
Dus? Klimaatverandering is geen abstract of toekomstig probleem – het is een opeenstapeling van extremen en verpulverde records, vaak met ingrijpende gevolgen die nog jarenlang doorwerken. Oogsten worden schraler en de voedselvoorziening kan in gevaar komen. Zorgverlening en onderwijs worden verstoord, mensen verliezen hun naasten, hun huis, hun inkomen en hun land. Niet in de toekomst, nu. Vorige zomer vonden in Europa 61.000 mensen een vroegtijdige dood door extreme hitte. In Pakistan zijn miljoenen mensen nog steeds aan het herstellen van de overstromingen van vorig jaar – terwijl nieuwe overstromingen en hittegolven het land alweer teisteren. En nee, lang niet alle schade die de opwarming veroorzaakt haalt het nieuws.
Met snelle, massale en verregaande verduurzaming kunnen we zorgen dat de opwarming niet veel verder uit de hand loopt. Er zijn genoeg doelen en ambities gesteld. Waar het nu op aankomt is de uitvoering daarvan.* In Nederland kan de Tweede Kamer daarin een beslissende rol spelen, ook nu het kabinet demissionair is. En in aanloop van de volgende verkiezingen kunnen kiezers partijen op dit thema de maat nemen.
We zijn niet kansloos tegen klimaatopwarming. Optimisme over de duurzame revolutie is terecht, maar de opwarming stopt pas als de uitstoot stopt. Voorlopig geen ‘nieuw normaal’, dus. Het wordt erger, voor het beter wordt.
Dit artikel is deels gebaseerd op twee eerdere verhalen over klimaatopwarming en extreem weer.