De les van de bruusk uit de lucht geschoten teddybeer
Vrijdag werd onze zoon één jaar oud. En wat keek hij verrukt, toen het pakpapier voor het eerst in zijn leven week voor zijn kleine, maar krachtige handen. Er kwam een schaapje tevoorschijn, zijn nieuwste lievelingsdier, dat hij sinds een aantal dagen kan imiteren.
Met een vork nog in zijn verjaardagstaart geprikt, valt mijn oog op de krant. The New York Times schrijft over een regen van lichamen en kinderspeelgoed.
Terwijl we op ons vakantieadres plannen maken voor weer een stranddag, lees ik verder in de krant. Over vier spelende neefjes, op het strand in Gaza. Gedood door Israëlische bommen, toen ze na negen dagen in een schuilkelder het strand hadden opgezocht om eindelijk weer eens te kunnen spelen.
Krabben vangen. Een soap naspelen. Een potje voetbal.
Een stranddag mondt uit in een bloedbad met vier veel te kleine lijken als gevolg.
Overal vluchtelingen, op de vlucht voor oorlog en geweld
Mijn eigen zoontje heeft intussen plaatsgenomen in zijn badje, waar hij uitgelaten met zijn verjaarscadeautjes in de weer is. Hij zit zo vol kracht en leven. Het water spettert alle kanten op.
Ik blader weer verder en lees over woedende Texaanse boeren. Ze maken zich druk om hun belastingdollars, die worden uitgegeven om de kinderen op te vangen die uit Midden-Amerika naar het noorden zijn gelopen. Op de vlucht, vol oorlog en geweld.
Mijn gedachten dwalen af naar Bulgarije, waar ik vorig najaar een baby aantrof, zo oud als mijn zoontje. Haar ouders, Syrische vluchtelingen in een gesloten kamp, stonden apathisch boven hun baby. ‘Was deze baby er maar niet, ik heb al te weinig om mijn oudste kind te voeden.’
Zouden zij vandaag ook een verjaardag te vieren hebben?
En dan stuit ik nog op een fotoserie in de Volkskrant, waar rechteloze straatkinderen in Oeganda in beeld gebracht zijn. Ik interviewde ooit een aantal van deze kinderen, die mij vertelden hoe de dominee die hen van de straat plukte, gesteund door tienduizenden Nederlandse euro’s, hen ’s nachts kwam ‘melken’ [sic].
Genoeg!
Genoeg, genoeg! Denkt u misschien. Al dat leed, berokkend aan al die kinderen, er komt geen einde aan.
Of misschien vindt u al die kinderen in een column maar goedkoop sentiment, dat u eerder in een blaadje bij de kapper dan in een kwaliteitsmedium als dit verwacht. Onprofessioneel en smakeloos bovendien, om zo je eigen kind op te voeren.
Het zij zo. Me dunkt dat onze wereldleiders juist iets meer van dit soort sentiment kunnen gebruiken. Maar daarover zo meteen meer.
Zolang kinderen de rekening van de strijd van hun ouders betalen, lijkt alle hoop op universele mensenrechten en meer van dit soort verheven concepten tevergeefs
‘Ik heb in het gras mijn wapens gelegd, en mijn wapens gaan geuren als gras.’ Aan deze regels van Lucebert moet ik denken als ik zie hoe mijn zoontje zijn strandset zorgvuldig in het gras te drogen legt. Gerangschikte schepjes en harkjes. Een emmer, een gieter.
Als het nieuws uit Gaza, Syrië, Nigeria en Oost-Oekraïne één ding duidelijk maakt, dan is het dat dit beeld, van wapens die geuren als gras, vooralsnog een verre droom lijkt.
Zolang kinderen de rekening van de strijd van hun ouders betalen, lijkt alle hoop op universele mensenrechten en meer van dit soort verheven concepten tevergeefs.
Toch bracht een andere krantenfoto mij op een idee dat ik graag wil delen.
De Telegraaf zette zaterdag jongstleden een foto van een Oekraïense separatist op de voorpagina. Een foto (die duizenden op sociale media al geschokt had) van een soldaat die met de lievelingsknuffel van een gesneuveld kind stond te pronken als ware het een krijgstrofee.
Over de context kende de redactie geen twijfel: ‘Moordenaars!’
Een rebellen- en dictatortop
Toegegeven, misschien was het de hitte, maar ineens zag ik het helemaal voor me. Een top waar rebellenleiders, separatisten, dictators en wereldleiders bij elkaar komen. Niet om over zaken als wereldvrede en ontwapening te praten. Zelfs niet om het eens te worden over de conflicten waarover ze elkaar al jarenlang in de haren vliegen.
Nee, een top (in Madurodam, voor mijn part, als dat soort symboliek helpt) waar ze het alleen maar over hun kinderen en kleinkinderen mogen hebben. Het doel? Noem het een mondiaal pardon aan alle kinderen die moeten schuilen of vluchten voor hun ouders die het vechten niet kunnen laten.
Een top (in Madurodam, als dat soort symboliek helpt) waar ze het alleen maar over hun kinderen en kleinkinderen mogen hebben
Want ja, ook die beer van een kerel die met zijn boeventronie met een knuffel stond te pronken, is een zoon - en vermoedelijk zelfs een vader.
Op het YouTube-filmpje waar de foto uit geplukt is, valt te zien hoe hij direct na de knuffel te hebben opgepakt teder een kruis slaat, ter nagedachtenis aan deze jonge, veel te dode ziel, die zich tragisch genoeg in het luchtruim boven zijn eigen territoriale driften bevond.
Het past niet in het frame van de ongemanierde bruut, en dus liet De Telegraaf - en vele anderen - de context weg. Maar is het echte verhaal achter deze foto niet vele malen mooier om op de voorpagina te zetten dan het al te eenvoudige schema van bad guys en good guys?
En is het, in plaats van de zoveelste ronde aan sancties, niet tijd voor een offensief van vertedering in plaats van vernedering?
Ik zie het voor me, zo’n Kindertop. Hoe Poetin en Merkel, Netanyahu en Abbas samen naar een slideshow met foto’s kijken. Van neefjes, gestrand in het zand. Van knuffels, bruusk uit de lucht geschoten.
Maar ook van hun eigen kinderen, op vakantie aan het strand. Die na het spelen hun wapens in het gras leggen en er tevreden en trots naar kijken.
Wapens die gaan geuren als gras.