Beste Kamerleden, zo geeft u de Tweede Kamer een vliegende start

150 (nieuwe) volksvertegenwoordigers hebben vanaf vandaag de kans het vertrouwen van de burger in de politiek te herstellen. Wat kunt u als nieuw Kamerlid doen? Een voorzet.
Wanhoop en wantrouwen. Als zij daarmee kunnen afrekenen, zijn de nieuwe Kamerleden geslaagd.
Vandaag worden zij wakker in een ander land – waar zij bovendien de baas zijn. Dag oude Kamer, welkom nieuwe Tweede Kamer. Twee derde van de 150 gekozen Kamerleden zou weleens uit nieuwkomers kunnen bestaan. Zij verdienen onze steun en wijsheid. Zeker bij nieuwe partijen zullen er weinig oudgedienden zijn om hen in te werken.
Er zit voor de nieuwe lichting niets anders op dan van de nood een deugd maken en met gezond verstand te beginnen. In de eerste plaats moeten de nieuwkomers snel uitzoeken wat de (Grond)wet en het Reglement van Orde zeggen over hun taken en bevoegdheden. En tegelijkertijd moeten ze collectief de leiding nemen over de vorming van een nieuw kabinet – zonder inwerkperiode.
En dan is er het land waar van alles aan de hand is. Naast de lopende en alle uitgestelde zaken zijn er een crisis op leven en dood in het Midden-Oosten en een oorlog in Europa, die samenhangen met de snel veranderende internationale machtsverhoudingen. Nederland kan geen wereldvakantie nemen omdat we net een nieuwe, onervaren Tweede Kamer hebben gekozen.
Kortom, de nieuwe Tweede Kamer moet landen en tegelijk op volle snelheid aan de slag. Ik zal proberen na te gaan wat die 150 volksvertegenwoordigers vanaf dag één van hun parlementaire opdracht zouden kunnen doen om Nederlanders hoop te geven dat het land weer wordt bestuurd.
Hit the ground running
Gefeliciteerd met uw verkiezing, hier is het land, wilt u het met fantasie verantwoordelijk besturen? U stapt in een oude traditie en tegelijk wordt van u verwacht dat u nieuw denkt en u gedraagt alsof u alles opnieuw uitvindt. Probeer er als Kamerlid te staan namens je kiezers. Dwing je zelfstandigheid af binnen je fractie. Verschil – zonder ruzie te maken – van mening in het debat. De vraag is niet of dat mag, maar hoe je er vreedzaam en verstandig uit komt samen.
De taak die niet kan wachten is de formatie van een nieuw kabinet. Dat is geen luxe of routineklus. Het laatste kabinet was maar 543 dagen volledig in functie, na een formatie van 299 dagen. Het kabinet daarvoor zat ook de rit niet uit. Tijdens al die demissionaire maanden worden er nog minder besluiten genomen dan anders. Om vertrouwen terug te winnen is het dus nodig dat er redelijk snel een competent kabinet wordt gevormd.
Daarbij is het vanaf de eerste dag opletten geblazen. Sinds het staatshoofd in 2012 is gepensioneerd als gespreksleider doet de Kamer de formatie zélf. Dat is door de grootste partij – sinds die tijd de VVD – vervolgens zo uitgelegd: de grootste bepaalt hoe het verder gaat, zonder veel overleg met de overige partijen. Maar dat hoeft niet zo te gaan.
Maak duidelijk dat niet alleen de grootste fractie gaat over de formatie
In 2021 bedisselden de twee grootste fracties, VVD en D66, op de verkiezingsavond dat zij ieder een verkenner zouden leveren – en wel uit hun actieve binnenste kring. Het werden Annemarie Jorritsma en Kajsa Ollongren. Hun ‘functie elders’-avontuur symboliseert het nadeel van zulke verkenners zonder afstand tot het politieke gewoel. Ook zonder nostalgie naar de actieve rol van het staatshoofd in de formatie: die paleisprocedure zorgde wel voor een zekere objectivering en gelijke rechten voor kleine partijen en minderheden in de Kamer.
Op de uitslagenavond zaten PVV, VVD, NSC en BBB al op kousenvoeten te verkennen hoe zij over hun eigen en elkaars schaduwen heen kunnen springen. Onder regie van Geert Wilders. Ook al is er nog helemaal geen nieuwe Tweede Kamer. Die wordt pas 6 december geïnstalleerd.
Het zou dus verstandig zijn als u in de nieuwe Kamer direct duidelijk maakt dat de formatie niet het eigendom van de grootste fractie is. Om dat te onderstrepen kan de nieuwe Kamer besluiten te zoeken naar enige rust in de eerste dagen na de verkiezingen, waarin een verkenner met ervaring maar eveneens enige afstand tot de actieve politiek alle partijen de kans geeft te zeggen wat er moet gebeuren.
Daar is iedereen het vast over eens, maar in de oude Kamer werd verschillend gedacht over wie dat zou moeten zijn. De Raad van State heeft geadviseerd een vaste functionaris als verkenner aan te stellen. De oude Tweede Kamer voelde daar niet voor. Noch het staatshoofd, noch de vicepresident van de Raad van State kreeg een meerderheid.
De oude Tweede Kamer liet het initiatief om een verkenner te kiezen dus bij de grootste fractie, maar de nieuwe Kamer is baas in eigen huis en kan wie dan ook vragen om de stand op te maken als de winnaar te snel naar zichzelf toe rekent.
Treuzel niet en leg de kiezer uit hoe het werkt
De nieuwe Kamer wordt op 6 december, twee weken na de verkiezingen, geïnstalleerd en wil volgens de eigen regels dat binnen een week de informateur aan de slag gaat. De eindeloos (bijna een jaar) uitgerekte formatie van ‘21/‘22 herinnert ons aan hoe het niet moet.
De oude Tweede Kamer heeft in een van haar laatste vergaderingen ook besloten om geen vaste termijnen voor de formatie vast te leggen, maar wel om na zes of acht weken te debatteren over de voortgang. Ook daar kan de nieuwe Kamer de teugels wat aanhalen om te voorkomen dat de winnaars en onvermijdelijke coalitiepartners gaan tegentreuzelen (en wij weer terechtkomen in zo’n slaapverwekkende vertoning).
Winst is dat de oude Kamer besloot voorgestelde bewindslieden in een hoorzitting aan de tand te voelen om hun ‘kwaliteit en integriteit’ te toetsen. Een van de betere praktijken van het Europees Parlement en sommige gemeenten.
De met terugwerkende kracht mislukte formatie van Rutte IV laat zien dat je de kiezers mee moet nemen en ze moet uitleggen hoe hun stem via compromisvorming invloed heeft op het bestuur van het land. Het zou goed zijn als vooral de onderhandelende fracties duidelijk maakten hoe dat werkt: we staan nog steeds voor ons programma, maar we moeten kijken met wie we daar het meeste van kunnen realiseren. Staatkundige basisinformatie.
Terwijl de Kamer als geheel het tempo van de formatie bewaakt, kunnen de leden een begin maken met hun eigen aandeel in de breed verlangde en beloofde nieuwe bestuurscultuur. Dat gaat vooral om toon en focus.
Spreek elkaar aan op giftige woorden en rellerige filmpjes
De overheid werd de afgelopen neoliberale decennia aan een kwalitatieve vermageringskuur onderworpen én overvraagd door en namens het ontevreden klantenvolk. Burgers zijn uitzonderlijk ontevreden over de prestaties van ‘de politiek’, blijkt uit de recente Burgerperspectieven 2023 extra die het Sociaal en Cultureel Planbureau uitbracht met het oog op de verkiezingen.
Bij teleurstellende dienstverlening kregen politieke partijen de schuld – of zij nu meeregeerden of niet. Dat sentiment blies wind in de zeilen van de Politiek van Verontwaardiging. Die bracht oplossingen zelden dichterbij.
Bij teleurstellende dienstverlening kregen politieke partijen de schuld – of zij nu meeregeerden of niet
De politieke arena werd steeds meer een lanceerbasis voor spectaculaire en agressieve socialemediafilmpjes waarmee politici zichzelf en hun partij in beeld hielden. Het Kamerlid dat gewoon z’n werk deed door constructief kritisch wetgeving te beoordelen of het kabinet aan eerdere toezeggingen te herinneren, bleef in de schaduw, en kwam laag op de volgende kandidatenlijst te staan.
Wat is eraan te doen? Camera’s weg uit de vergaderzaal? Voelt niet goed. Het Huis van het volk moet openbaar zijn. Elkaar aanspreken op giftige woorden en filmpjes kan wel. Media kunnen hun bijdrage leveren door minder zuurstof te geven aan relfragmenten.
Vind uw rol opnieuw uit, als Tweede Kamerlid
Een gemiddeld Tweede Kamerlid zit tegenwoordig vier jaar in het parlement.* Dat is net genoeg om erachter te komen hoe alles werkt, maar niet genoeg om een substantiële bijdrage te leveren. Daarna wacht een rustiger en – als het lukt – beter betaald leven als bestuurder of lobbyist namens een (meestal) kapitaalkrachtige mening of een zakelijk belang.
Geen wonder dat de Tweede Kamer als instituut onzeker is geworden over de eigen rol. Ministeriële adviseurs beschermen hun voorbijtrekkende bewindslieden door mogelijk negatieve informatie zoveel mogelijk achter te houden. De Kamer laat zich dat te veel aanleunen. Versnipperd als zij is vragen Kamerleden vrij lukraak om informatie – meer dan iemand kan lezen.
In dat klimaat van stuurloze politiek vonden steeds meer beeldvormers werk; het vertrouwelijke verkeer tussen pers en politiek maakte plaats voor geregisseerd wantrouwen. De onvoldoende op z’n consequenties doordachte ‘tijdelijke’ verhuizing van de Tweede Kamer naar het brutalistische kantoorgebouw waar eerder Buitenlandse Zaken zetelde, formaliseerde die kilte en afstand tussen politiek en media. Dat krijg je als je van de Rijksgebouwendienst een Rijksvastgoedbedrijf maakt, en dat bedrijf de leiding over de noodopvang voor de Kamer geeft.
Het resultaat getuigt van een gebrek aan historisch besef én een tekort aan respect voor de institutionele functie en status van de Kamer. De tijdelijke ophoklocatie van de Eerste Kamer aan de Haagse Kazernestraat is zo mogelijk nog ongepaster. Maar dat is in de eerste plaats de zorg van de senatoren.
Maak ruimte en tijd voor ingewikkelde vraagstukken
De Tweede Kamer heeft genoeg werk aan het van de eerste dag heruitvinden van de eigen rol. Een blik op de agenda van een gemiddelde vergaderweek geeft een begin van inzicht: van een ‘tweeminutendebat’ over de digitaliserende overheid tot een (ook tot een half uur beperkt) ander tweeminutendebat over het hinderpaalcriterium bij de vrije artsenkeuze in de ggz en gehandicaptenzorg.
De nieuwe Kamerleden doen er goed aan zich niet gek te laten maken door die tsunami aan Kwesties die op ze afrolt
Het is een zolderuitverkoop van stuk voor stuk ingewikkelde vraagstukken die een grondiger behandeling verdienen. Daar komen leden van kleine fracties voor geen meter aan toe. In de oude Tweede Kamer kwamen maar vier fracties boven de tien zetels uit. Bij de overige moesten de leden twee of meer hele ministeries voor hun rekening nemen, en de tientallen onderwerpen die daar spelen.
De nieuwe Kamerleden doen er goed aan zich niet gek te laten maken door die tsunami aan Kwesties die op ze afrolt. De wereld is ingewikkeld, Nederland verwacht veel van die heftig bekritiseerde overheid – en wel nu. Het is niet de schuld van die nieuwe parlementariërs. Dat wordt het hoogstens als zij zich niet bewust worden van het probleem en nalaten te zoeken naar oplossingen. Zeker de kleine fracties zullen meer onderling taken en spreektijd kunnen delen.
Zet meer mensen aan het werk in de Kamer
En structureel, meer Kamerleden om het werk aan te kunnen ligt voor de hand. Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht, stelt voor de Eerste Kamer en de Tweede Kamer samen te voegen: dan kom je uit op 150 + 75 = 225 parlementariërs. Ongeveer op het Europese gemiddelde van het aantal Kamerleden per inwoner.
Uitbreiding van het aantal Kamerleden vraagt om wijziging van de Grondwet. Laurens Dassen (Volt) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) publiceerden deze zomer een serieuze initiatiefnota over versterking van het parlement met onder meer een voorstel om naar 250 Kamerleden te gaan.
In het langverwachte verkiezingsprogramma van Pieter Omtzigts NSC staat dat hij kiest voor de volgende oplossing. Een simpeler aanpak – die geen Grondwetswijziging vergt – is uitbreiding van het aantal medewerkers per commissie of per Kamerlid. Die kunnen helpen bij de voorbereiding van debatten en behandeling van wetsontwerpen. Om te voorkomen dat meer medewerkers meer Kamervragen en moties voor hun politieke baasjes gaan produceren, zou tegelijk een grens gesteld kunnen worden aan de hoeveelheid vragen en moties waar een Kamerlid mee mag komen in een jaar.
Let op uw toon en blijf gefocust
Van het begin af aan de toon van het parlement opvriendelijken is natuurlijk het allergemakkelijkst, maar afhankelijk van de medewerking van allen. Dat zal misschien niet lukken – maar een overgrote meerderheid kan een frisse start afkondigen en de nieuw te kiezen voorzitter machtigen strakker de hand te houden aan normale omgangsvormen. De doorschelders zetten zichzelf dan steeds meer te kijk. Hopelijk is dat dan een krimpend verdienmodel.
Belangrijkste en ingewikkeldste opgave voor een zelfbewust, nieuw gekozen parlement is meer focus aan te brengen en daaraan vast te houden. In hun nota stellen Bikker en Dassen voor periodiek visiedebatten te houden per onderwerp. Het is een bescheiden poging. De Kamer als geheel kan ook besluiten meer geconcentreerde aandacht aan wetgeving te geven. Bij veel van de recente schandalen tekende de Kamer als medewetgever voor rel-gerelateerde en onvoldoende doordachte wetgeving.
De doorschelders zetten zichzelf dan steeds meer te kijk. Hopelijk is dat dan een krimpend verdienmodel
Een versterkende factor daarbij was dat ervaren wetgevingsjuristen minder gewaardeerd en daardoor schaarser zijn geworden. Een ambtenaar met ambitie wordt liever een roulerende manager dan een goede wettekstschrijver. Hoe imponerend ook, al die benoemingen ‘via de procedure voor de topmanagementgroep van de Algemene Bestuursdienst’, de nieuwe Kamer kan keer op keer vragen om ambtenaren die van hun onderwerp het fijne weten. En daarmee afdwingen dat de managementcultuur wordt omgebogen. Terug naar de inhoud.
Een nuttig bijeffect van meer en beter ondersteunde Kamerleden is dat de Kamercommissies per onderwerp van beleid sterker komen te staan in het tegenspel dat zij ministers en hun ambtelijke diensten kunnen bieden. Dat kan ook al als de Kamer niet van het kastje naar de muur holt en pittiger controleert op hoofdzaken. Sterkere commissies zijn sowieso winst. Die zijn een van de weinige pluspunten van de Amerikaanse traditie in Huis en Senaat.
De kiezer houdt hoop (echt waar)
En dan de mentaliteit. Zullen de fracties hun leden toestaan zich zelfstandiger, als vertegenwoordigers van hun kiezers op te stellen? Kan er een coalitie gevormd worden die met enige zwier het bestuur ter hand neemt en toch de ‘eigen’ Kamerleden niet opsluit in fractiediscipline?
Dat betekent: een minderheidskabinet of een kabinet dat zich de vrijheid heeft gegeven met wisselende meerderheden te werken. Dat was de afgelopen jaren uit pure noodzaak het geval sinds de Rutte-kabinetten geen meerderheid meer hadden in de Eerste Kamer.
Het doel van meer vrijheid voor Kamerleden is natuurlijk dat er ruimte komt voor een serieuzer inhoudelijk debat, meer openbare discussie over nuances en afwegingen. Natuurlijk moet een kabinet op hoofdlijnen kunnen rekenen op een aantal fracties, maar dat hoeft niet te leiden tot de gegroeide verlamming van het parlementair debat.
Er is veel optimisme en goede wil nodig om deze en andere verbeteringen in de werkwijze van de Tweede Kamer waar te maken. Maar waarom niet? Ondanks hun ontevredenheid over De Politiek, hebben veel kiezers toch gestemd. Zij hebben hun hoop niet verloren.
Wat kunt u als nieuw Kamerlid doen om de malaise om te zetten in positieve actie? Eerst inzien, dan doen. Het aanzien van de Kamer en daarmee het vertrouwen in de politiek kunnen alleen maar omhoog.