Een Nederlandse scholier krijgt gemiddeld 102 cijfers per schooljaar
Leerlingen in het voortgezet onderwijs kregen vorig schooljaar gemiddeld 102 toetscijfers. Dat betekent in de praktijk: om de lesdag een cijfer. Die toetscultuur is funest voor de motivatie en het leren van kinderen, zeggen experts.
Een leerling in het voortgezet onderwijs kreeg in het schooljaar 2022/2023 gemiddeld 102 toetscijfers. Dat blijkt uit onderzoek van De Correspondent in samenwerking met The Implementation Group (TIG) naar de cijfers van tienduizenden leerlingen. Het is voor het eerst dat het gemiddeld aantal toetscijfers op basis van zo veel data berekend is.
102 cijfers per jaar zijn gemiddeld 2,5 cijfers per lesweek. Om de lesdag een cijfer. 66 procent van alle leerlingen in Nederland krijgt meer dan 80 cijfers per schooljaar. Op 22,3 procent van de scholen krijgen leerlingen gemiddeld meer dan 120 cijfers per jaar. Over die toetscultuur schreef ik het boek Is het voor een cijfer?, dat vandaag verschijnt.
Het boek verschijnt in een tijd dat het welzijn van jongeren onder druk staat. 45 procent van de jongeren ervaart ‘nogal veel’ druk en stress door school, bleek in 2021 uit het onderzoek van het Nederlandse Health Behavior in School-aged Children (HBSC). 36,7 procent van de 16-jarigen rapporteert een laag emotioneel welbevinden. En slechts zo’n 30 procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs zegt de controle te hebben over zijn of haar leven.
Een toetscultuur die leidt tot ‘zweten, weten vergeten’
Voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS), Rafke Hagenaars, reageert op de 102 cijfers die leerlingen per jaar krijgen: ‘Leerlingen ervaren een enorme toetsdruk. Altijd moeten presteren, zo’n 102 keer per jaar dus. Dat is voor leerlingen 102 keer hard leren voor een toets, daarna de toets maken, vervolgens de stof vergeten en direct bezig zijn met de volgende toets op de planning. Kortom: zweten, weten, vergeten. Door deze toetscultuur wordt het onderwijs een marathon van allemaal korte sprints.’
Emeritus hoogleraar neuropsychologie Jelle Jolles reageert: ‘School hoort de plek te zijn waar de leerling léért om te leren; waar hij of zij inspirerende nieuwe kennis en vaardigheden opdoet en waar de nieuwsgierigheid wordt onderhouden: “Wow, wat is dat; hoe werkt het en hoe heet het?” Het enorme aantal toetsen dat leerlingen jaarlijks voor de kiezen krijgen, gaat ten koste van het leren. En niet alleen het cognitief presteren heeft hieronder te lijden, maar ook de persoonlijke groei, het welbevinden en de ontplooiing.’
Niet alleen het cognitief presteren lijdt hieronder: ook persoonlijke groei en ontploooiing
Rob Martens, hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit: ‘In ons streven onderwijs zo goed mogelijk te maken, hebben we een systeem ingevoerd dat eigenlijk uit de bedrijfskunde stamt. Meten en nog meer meten is het mantra, en de vraag is wat je verliest als je leerlingen steeds meer op die manier gaat zien.’
Wetenschappelijke inzichten én eigen ervaring
Om het aantal van 102 cijfers per jaar te berekenen, werkte ik samen met The Implementation Group (TIG). TIG doet data-onderzoek, maakt dashboards voor scholen en werkt daarbij met grote hoeveelheden data uit de ‘leerlingvolgsystemen’ die scholen onder andere gebruiken om toetscijfers bij te houden. Op basis van de data van tienduizenden (geanonimiseerde) leerlingen in dit leerlingvolgsysteem kon TIG dit getal berekenen.
In Is het voor een cijfer? Hoe jongeren meer kunnen leren met minder stress houd ik de toetscultuur in het Nederlandse voortgezet onderwijs tegen het licht op basis van wetenschappelijke inzichten over motivatie en welzijn, en mijn eigen ervaringen als leraar Nederlands. Vanaf vandaag is het boek te verkrijgen.