Ik was nog nooit in Europa geweest. Wel een keer in Londen, maar dat is geen Europa toch? Elke zin die ik uitspreek eindigt met een kreun of met een afkorting die ik letter voor letter uitspreek. Mijn naam is Becca, ik kom uit Californië. Vorige week pakte ik mijn glitterkoffer en vertrok ik naar Europa. Mijn vriend is gaan studeren, maar dat is niets voor mij. Nog niet.

Op een Grieks eiland waar ze veel te sterke koffie schenken ontmoet ik een Nederlandse jongen en zijn vriendin, Vera. Dat vind ik moeilijk uit te spreken dus ik houd het maar op ‘hey guuurl’ als ik haar tegenkom. Vanaf mijn hotelbalkon zie ik haar. Ze ligt aan het zwembad op een handdoek met luipaardprint, in een badpak met luipaardprint. Beetje ordinair wel. Ik denk dat ze mij ook aankijkt, maar ze heeft een zonnebril op dus ik zie het niet.

‘Wat cool’ zei Vera, toen ik haar op mijn eerste dag vertelde over mijn voorgenomen reis. ‘Waar ben je allemaal al geweest?’ Ik vertelde haar over Londen, over Parijs en over Athene. Later, toen we allebei een beetje dronken waren, biechtte ik op dat ik eigenlijk helemaal niet in Parijs was geweest, en in Athene maar een uurtje voor een overstap.

Later, toen we allebei een beetje dronken waren, biechtte ik op dat ik eigenlijk helemaal niet in Parijs was geweest

Op de tweede dag zag Vera me in mijn eentje in een restaurant aan het strand zitten. Ik nodigde haar uit om erbij te komen; ik had die hele dag nog geen woord met iemand gewisseld. Ze verexcuseerde zich, zei dat ze alleen even boodschappen ging doen en haar vriend daarna ergens zou treffen. Ik zette mijn breedste glimlach op en zei: ‘Maakt niet uit hoor, voelt wel stoer om zo in mijn eentje te eten. Zou ik thuis nooit durven.’

Op de derde dag vroeg ik of zij en haar vriend misschien met me mee wilden naar Santorini. Ze zei nee omdat ze er al geweest was en raadde een paar winkeltjes aan die ik zeker moest bezoeken. Een juwelier die iets deed met glas en een boekenwinkel.

Op de vierde dag was ik al vertrokken toen Vera wakker werd. Ik moest echt weg, maar durfde niet midden in de nacht uit te checken, bang voor vragen van de nogal betrokken eigenaresse van het hotel. Dus ik schoof mijn sleutel onder de deur van een ouder stel door, waar ik samen met Vera en haar vriend mee had zitten kletsen. Ik schreef er een briefje bij, met het bericht dat ik die dag terug zou vliegen naar Amerika en de vraag of ze iedereen voor me wilde bedanken. Maar ze werd wakker van het gerommel bij de deur, dus ik moest haar wel vertellen wat ik aan het doen was.

Alles kwam eruit. Dat ik nog nooit zo eenzaam was geweest als die afgelopen vier dagen, en dat ik daar nog nooit zo vaak over gelogen had. Dat ik eigenlijk helemaal niet op wereldreis was. Dat ik tegen mijn vriend had gezegd dat ik heel graag wilde trouwen, en dat hij had geknikt toen ik dat zei. Dat ik droomde van een Europees avontuur samen met hem, en dat ik dacht dat hij niet tegelijk met mij was vertrokken uit Amerika zodat hij me in Griekenland kon komen verrassen. Dat ik in Santorini acht uur op hem had zitten wachten. Ik had hem per mail alle informatie doorgegeven die hij nodig had: vluchttijden, locaties op Google Maps, verlovingsringen die ik mooi vond.

Maar hij kwam niet.

Iemand die ik niet ken: Hasselhoff Elke week schrijf ik over een moment dat ik deelde met iemand die ik niet ken. Een ontmoeting die de betovering verbrak, of het ongrijpbare verklaarde. Deze week: mijn ontmoeting met Hasselhoff. Lees hier de vorige vakantie-ontmoeting Iemand die ik niet ken: Het Oranje Legioen Elke week schrijf ik over een moment dat ik deelde met iemand die ik niet ken. Een ontmoeting die de betovering verbrak, of het ongrijpbare verklaarde. Deze week een ontmoeting met wel heel veel mensen die ik niet ken: Het Oranje Legioen. Lees hier de Ontmoeting