Oppositie is beloven, regeren is waarmaken. Wat blijft er nog over van Wilders’ wilde plannen?

Simon van Teutem
Correspondent Politiek

Kan Nederland zich opmaken voor Wilders I? De benodigde partners zijn niet overtuigd. Ja, Caroline van der Plas (BBB) staat te springen, maar Dilan Yesilgöz (VVD) houdt het bij gedogen. En dan is er nog Pieter Omtzigt (NSC), die een waslijst aan voorwaarden heeft voor voordat hij zelfs maar aanschuift bij de onderhandelingstafel.

De aarzeling is logisch. In Nederland is regeren weerbarstiger dan kritiek leveren vanaf de zijlijn.

Van vurige belofte naar waterig compromis

Zeker, in een coalitie zitten geeft partijen de kans om dingen te veranderen. Maar daarvoor moeten ze wel concessies doen. Of je nu met één tegenpool samenwerkt (zoals in Rutte II), met twee (Rutte I) of zelfs met drie (Rutte III en IV), je moet vaak je eigen ideeën opofferen. Wat ooit een vurige campagnebelofte was, verandert in het regeerakkoord in een waterig compromis.

Je moet ook rekening houden met Nederlandse en internationale afspraken. Je kunt het begrotingstekort niet zomaar met miljarden laten De grondwet, internationale verdragen en lidmaatschap van organisaties zoals de EU – waar het gros van de Nederlanders blij mee – stellen grenzen aan wat je kunt doen. En als premier krijg je de schuld van alles, van wereldwijde economische problemen tot pandemieën, ook al heb je daar soms weinig over te zeggen.

Alles kan (in de oppositie)

In de oppositie heb je niet de touwtjes in handen, maar kun je wel klakkeloos kritiek de wereld in slingeren. Je zit niet vast aan compromissen met andere partijen en kunt in je uitspraken de werkelijkheid lekker links laten liggen: vraag om meer geld voor zorg, onderwijs en defensie, en pleit tegelijkertijd voor lagere belastingen. BBB-voorvrouw Van der Plas wilde vanuit de oppositie hooguit 15.000 asielzoekers per Omtzigt beloofde een migratieplafond van En Wilders? Hij wil korans, moskeeën en islamitische scholen verbieden. Het kan allemaal! Zolang je het maar niet hoeft uit te voeren.

In de Nederlandse politiek is het bovendien eenvoudiger punten scoren als je niet in de regering zit. Kijk naar de PvdA in 2017, die na haar avontuur met de VVD driekwart van haar zetels verloor. De laatste keer dat een zittende coalitie bij verkiezingen zetels won – buiten de verkiezingen van 2021, tijdens de coronacrisis – was ik nog niet zindelijk. En de prijs voor het dragen van verantwoordelijkheid wordt er niet minder op: afgelopen verkiezingen kelderde de coalitie van 78 naar 41 zetels. Nooit eerder zag een coalitie zo veel steun Een Haags gezegde: regeren is halveren, zeker als je niet de grootste coalitiepartij bent.

De oppositie kan roeptoeteren, terwijl de regering moet leveren. Al twintig jaar torsen vijf partijen deze zware last: VVD, CDA, D66, CU en Hun unieke identiteiten sneeuwen onder in Zij worden weggezet als ‘partijkartel’. Dít is het lot van regeringspartijen in een parlement dat niet minder dan vijftien fracties telt (anderhalf keer zoveel als in 2010): hoe meer partijen er meedoen, hoe minder elke partij van haar oorspronkelijke plannen kan realiseren.

Wat dat betreft is de huidige formatie een verhelderend experiment.

Nooit eerder was de kloof zo groot

Geert Wilders – de eeuwige zijlijnbewoner, de belichaming van obstinate oppositie, de vleesgeworden verontwaardiging – moet nu zelf aan de slag. Hij staat samen met Van der Plas en Omtzigt in de schoenen van degenen tegen wie hij altijd zo hard ageerde. En makkelijk heeft dit drietal het zichzelf niet gemaakt: geen van hen liet hun verkiezingsprogramma doorrekenen door het De PVV vergeet in haar voorstellen vaak dat we een grondwet hebben, terwijl BBB wél de voordelen van de EU wil, maar niet de verplichtingen – ondanks de grote steun van Nederlandse burgers en boeren voor het

Nog nooit zag je het ongelijke speelveld tussen regering en oppositie zo duidelijk als op de afgelopen verkiezingsavond. Direct na het bekend worden van de exitpoll beloofde Wilders de grondwet te zullen respecteren. Kort daarna, in de verkenningsronden, zette hij zijn anti-islamstandpunten in de Het leek alsof hij direct toegaf, nog voordat de onderhandelingen begonnen waren: wat ik mijn kiezers al zeventien jaar beloof, is eigenlijk niet uitvoerbaar. Naarmate de gesprekken vorderen, zal Wilders steeds meer moeten inbinden. Ik hoop voor hem dat hij een flinke ijskast heeft. 

Misschien is het wel gezond voor onze democratie om dit trio te laten ervaren hoe moeilijk het is om een kabinet te formeren. Dan kan elke kiezer met eigen ogen zien: luidkeels roepen vanuit de oppositie maakt je nog geen bekwame landsbestuurder. En sommige moeilijke keuzes van de afgelopen jaren werden niet gedreven door een ‘partijkartel’, maar door realiteitszin.

Oppositie is beloftes doen. Regeren is ze waarmaken. Nooit eerder was de kloof tussen die twee zó groot.