Zo begin je een kunstverzameling
Kunst kopen is makkelijker dan ooit. Moest je vroeger de hele wereld afvliegen, nu surf je gewoon naar sociale netwerken als Artsy en sla je je slag. Je voert bij het lid worden in welke kunstenaars je bewondert en vanaf dat moment stuurt Artsy een e-mail wanneer een vergelijkbaar werk te koop is. Vaak van een kunstenaar wiens creaties nog te betalen zijn.
Dus waarom zou je als kunstliefhebber geen eigen verzameling beginnen, bedacht ik me afgelopen zaterdag.
Ik luisterde op dat moment naar een toespraak van Martijn Sanders. Samen met zijn vrouw Jeanette verzamelt hij sinds de jaren zeventig kunst en die zaterdag opende hij een overzicht van hun collectie in het Stedelijk Museum te Amsterdam
Een bijzonder vreemde ervaring, vertelde Sanders, omdat hun collectie nooit bedoeld was voor een museum. Ze hebben nooit de pretentie gehad om een museumcollectie aan te leggen, ze kochten gewoon wat hen raakten.
Ongelooflijk persoonlijk dus. Zo persoonlijk zelfs, dat zijn vrouw tijdens zijn toespraak in tranen was.
Na het ceremonieel, waar ook stilgestaan werd bij de ramp met vlucht MH17, daalden de genodigden af naar de benedenverdieping van het Stedelijk, waar de verzameling te zien was.
Terwijl ik langs de tientallen werken liep, bedacht ik me dat het ook voor de bezoeker een persoonlijke ervaring is. Je weet immers dat elk werk daar hangt omdat de twee er ooit ergens - waar ook ter wereld - verliefd op werden en het moesten en zouden hebben. Op elk werk is gejaagd.
Het spectaculaire van de jacht op een kunstwerk dat je graag wilt hebben, kon ik me extra goed voorstellen omdat ik paar dagen voor de opening van de Sanders-collectie begonnen was aan het boek Collecting Art for Love, Money and More. Hierin beschrijft een New Yorks verzamelechtpaar onder andere de gruwel van het verzamelen. De verslaving. Dat al je centen daaraan opgaan. Dat je van obsessie naar obsessie leeft. Dat je amper van een aankoop geniet, omdat je in je hoofd alweer met de volgende bezig bent.
Martijn en Jeanette Sanders zullen zich er ongetwijfeld in herkennen. Hun tentoonstelling noemden ze BAD THOUGHTS, naar het gelijknamige werk van Gilbert & George uit 1975, maar ook omdat het ‘een knipoog is naar de verslavende praktijk van het verzamelen.’
Terwijl ik zaterdag de tentoonstelling verliet, dacht ik na over die nadelen. Ik liep door de grote sculptuur van de wereldberoemde kunstenaar Richard Serra, die voor het museum staat. Het verzamelen is verschrikkelijk tijdrovend. Dan kan het kopen misschien makkelijker zijn geworden, om het goed te doen, moet je je nog steeds uren per week verdiepen. Bovendien is veel kunst voor vrijwel iedereen onbetaalbaar.
Ik keek nog een keer omhoog in het kunstwerk van Serra, fietste naar huis, en dacht niet meer aan verzamelen.
Totdat kunstjournalist Marian Cousijn dinsdag op De Correspondent een stuk publiceerde over weer een verzamelaar. Iemand dankzij wie Nederland binnenkort een belangrijke openbare kunstcollectie rijker is. ‘Een kunstmuseum van wereldniveau,’ aldus Cousijn.
Ze had het over Joop van Caldenborgh, die op een Wassenaars landgoed een museum laat bouwen. Daar zal onder andere het imposante werk Open Ended van - daar is hij weer - Serra te zien zijn. Een enorme sculptuur van roestkleurig staal, waar het hele museum omheen gebouwd wordt.
Het is fantastisch dat we dankzij Van Caldenborgh binnenkort allemaal dat werk (en nog vele anderen) kunnen bewonderen.
Door Sanders en Van Caldenborgh realiseerde ik me dat, wanneer je je collectie openbaar maakt, kunst verzamelen ook iets dienstbaar is. Uit de overvloed van kunstwerken maken zij een schitterende selectie die vervolgens iedereen kan bewonderen.
Toch maar beginnen dan? Toch maar die verslaving voor lief nemen?
Wellicht, maar het probleem van het geld blijft.
Gelukkig biedt het boek dat ik eerder noemde uitkomst. De auteurs hebben een heel hoofdstuk gewijd aan ‘collecting on a budget.’ En verdomd, aan wiens werk doet die begeleidende tekening denken?
Driemaal in een week een confrontatie met het verzamelen van kunst, driemaal met Richard Serra. De voortekenen zijn talrijk. Dus neem ik de tips van de auteurs voor het verzamelen met een klein budget serieus door.
Het belangrijkste? Leren kijken. Volgens de auteurs dien je deze methode van een beroemde kunstcriticus te volgen:
‘My main activity is looking, looking and more looking, and trying to listen to my subjective reactions as objectively or neutrally as possible. [...] I follow my eye reflexively; if it is drawn toward something, I pay attention and try to find out why. You train your eye, build up a mental image bank, and constantly try to pinpoint why some things are convincing and others aren’t.’
Nu lijkt goed kunnen kijken me überhaupt een goede eigenschap voor een verzamelaar, maar volgens de auteurs komt het extra goed van pas voor starters met weinig geld.
Zij kunnen immers naar jonge kunstenaars kijken, wier werk nog betaalbaar is, en daar de talenten in ontdekken. Hun werk koop je voor weinig geld en zo leg je de eerste fundamenten voor je eigen collectie-Sanders of -Caldenborgh. Op sites als Curate1k of het Nederlandse We Like Art vind je bijvoorbeeld kunst onder de 1.000 euro.
Klinkt simpel. En wellicht moedigt het sommige kunstliefhebbers aan ook te beginnen met verzamelen.
Maar ik begin nog even niet. Eerst maar eens beter leren kijken.
Daartoe verzamel ik nu virtueel kunst. Elke keer als ik een indrukwekkend werk zie, maak ik een foto en noteer ik waarom het me raakt. Die sla ik op in een mapje op mijn laptop.
Er hangt nog niks aan de muur. Maar op mijn laptop groeit een droomverzameling, waar je tenminste ook gewoon een Picasso in kan opnemen. Wanneer begin jij?