Mensen zijn niet hopeloos xenofoob

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur

Op een winterdag fietste ik door Rotterdam langs een bouwbord met ‘Urban Living Room’. Ervoor lag een groep mannen op straat, afgedankt als lege blikjes. Op hun donkere wimpers zat bijna rijp. Roemenen, vertelden ze. Ze vroegen om geld. 

Guur land, dacht ik. En niet vanwege het weer. 

Het was kort na de verkiezingen, mijn bubbel was in rep en roer vanwege Wilders. Maar het kwam niet door hem dat deze migranten hier bijna bevroren. 

Ik fietste door, langs een woontoren voor internationals waar je alleen mocht huren als je hoger opgeleid was, en stak de rivier over. Naar de Tweebosbuurt, een migrantenwijk met betaalbare huizen, inmiddels gesloopt om plaats te maken voor dure huizen. Een van de argumenten: er woonden

Bij de bouwplaats probeerde een verwarde man zich met een rugtas door een bouwhek te wurmen – maar bleef steken. Vanuit een bruin café riep iemand lachend: ‘Wat een klootzak!’.

Guur land, dacht ik weer. En opnieuw: je kon het moeilijk in Wilders’ schoenen schuiven dat meldingen van En de Tweebosbuurt had-ie ook al niet gesloopt. Wie wel? Een brede coalitie van partijen waar ik zelf ook op had gestemd: De sloop was ook gestimuleerd door de verhuurderheffing: die belasting op betaalbare huizen, ingevoerd door het kabinet-Rutte II, inclusief de PvdA.

Thuis schreef ik een invalcolumn voor NRC, Over de bergen boter op ons hoofd. 

Wie is de 'we'? Nou: de mensen die afgelopen jaren de dienst uitmaakten

Want we waren in praktijk de afgelopen jaren minstens zo racistisch gebleken als de racist die we nu zo vreesden. Zie de schandalen bij de DUO, de bijstandscontroles of de toeslagenaffaire; zie de sloop van migrantenwijken; zie de uitbuiting van honderdduizenden arbeidsmigranten.

Als Wilders premier zou worden, moest nog maar blijken of hij kon tippen aan hoe wij tegen kwetsbaren tekeer waren gegaan. Elke stap die déze premier zou zetten, zou dit keer wél nauwlettend worden gevolgd. Wilders zou regeren met een enkelbandje.

En dat-ie überhaupt kans had om premier te worden lag ook deels aan ons, vond ik. Wij hadden een land geschapen waarin zo’n giftige populist kwam bovendrijven. Door al decennia slecht te luisteren naar de noden buiten onze bubbels. Zowel economische als culturele noden.

Maar wie was ‘we’? De mensen die de afgelopen jaren de dienst uitmaakten, letterlijk en figuurlijk. Grofweg de kiezers van VVD-D66-PvdA-GroenLinks. Overwegend hoger opgeleide mensen: zij kregen de afgelopen jaren hun zin, bleek uit een SCP-rapport van begin dit jaar.

Strekking: de kloof bestáát. En loopt niet zozeer tussen ‘links’ en ‘rechts’, of ‘rijk versus arm’: Nederland is herschapen naar de economische en culturele wensen van de hoger opgeleiden. Van u en ik, voor het gemak. Niet dat wij persoonlijk die volksbuurten hadden gesloopt et cetera. Maar we waren medeplichtig. 

Populisme bestrijden? Begin bij de neoliberale guurheid

Enfin. Verder schreef ik in die column weinig anders dan in mijn boeken Amerikanen lopen niet (over het gure Amerika) en Rotterdam (over het gure Nederland). Namelijk: als je giftig populisme wilt bestrijden, begin bij de bron: neoliberale guurheid. Bestrijd dat beeld van de wereld als koude, commerciële competitie van ikken versus ikken. 

Zelfde als met je huis: als je giftige schimmel op de muren ziet, kun je schimmelspray halen; maar je moet het vochtprobleem aanpakken. Anders keert die schimmel terug in steeds een andere kleur: Fortuyn, Baudet, Wilders.

Na twintig jaar rechts-populisme leek het me tijd om eens te stoppen met dat vergeefse vingerwijzen (‘het zijn racisten!’).

Die column leidde tot tumult op de sociale media, wat eerst langs me heen ging, omdat ik die media mijd (elke serieuze burger zou moeten wegblijven van commercie-gedreven informatiebubbels). Maar mijn inbox stroomde vol, vooral met lof (en niet van PVV-stemmers). Dat weekend belden drie radio- en televisietalkshows, of ik wilde reageren op de ophef.

Dat leek me niet zo zinnig. Veel socialemediareacties op m’n column die ik kreeg doorgestuurd, bevestigden precies dat chronische gebrek aan hand in eigen boezem.

Niks voor die kiezers invullen: ze willen gewoon geen migranten. Dat is al jaren zo 

Maar één repliek vond ik wel interessant. Jesse Frederik besprak mijn column in hier op De Correspondent. Hij zei (in mijn woorden): neem die PVV-kiezer nou eens serieus. Als mensen stemmen op een anti-immigratiepartij als PVV, dan is dat omdat ze tegen migratie zijn, blijkt uit onderzoek.  Zeg dan niet: ze zijn éigenlijk boos omdat de bus niet rijdt en de banen flexibel zijn (of vanwege culturele issues als ‘woke’). Dat invullen van de Wilders-stem vond Frederik bevoogdend. 

Ze willen gewoon geen migranten. Dat is al jaren zo. 

Dat klinkt als een wat comfortabele uitleg. Want als mensen toch wel hopeloos xenofoob zijn, dan hoef je de buslijn niet te repareren et cetera. Maar het is ook een elegante, eenvoudige verklaring. Waarom zou je je inderdaad in bochten wringen voor een omslachtige, sociologische uitleg, als het antwoord voor je neus ligt? Vraag mensen waarom ze PVV stemmen, en ze zeggen inderdaad: vanwege de migranten. 

Dat bleek deze week nog zeer helder. ‘Nieuw onderzoek toont aan: flitswinst PVV kwam voort uit eigen-volk-eerst-gevoel’, kopte de Volkskrant op basis van Volgens de PVV-kiezers zélf stemden ze op Wilders niet of nauwelijks vanwege bestaanszekerheid en huizen, maar omdat ze geen migranten wilden.

Onder 'tegen migranten zijn' kan een hele container aan onbehagen zitten

Daar kun je twee dingen over zeggen. Eén: als mensen antwoorden dat ze ‘tegen migranten’ zijn, kan daar alsnog een hele container van onbehagen onder vallen.

Ik bedoel: een respondent van een enquête zal niet gauw zeggen: ik stem PVV want het kabinet-Rutte II met daarin VVD-PvdA heeft de verhuurderheffing ingevoerd, waardoor de woningmarkt nu onzeker is geworden, net als trouwens bijna alles in het leven, en we moeten ook Paarse vrijdag vieren; en ondanks het feit dat ik het zelf best goed heb – althans, vergeleken bij de mensen die in plaggenhutten woonden, maar ja  – ga ik nu trappen naar de vluchtelingen die een gratis huis aangeboden krijgen. 

Maar dat is wél hoe het vaak werkt. Mensen die zich in hun zekerheden bedreigd voelen, trappen zelden naar boven, maar naar beneden. Die roepen: ‘Wat een klootzak!’ tegen een verward mens die misschien wel kampt met verslaving.

Onzekere mensen worden xenofober. Beetje zoals ik zelf prikkelbaarder ben richting mijn naasten en collega’s als ik slaaptekort of stress heb. Dan roep ik niet: ‘Ik val nu tegen jou uit omdat ik een deadline heb’, maar: ‘Waarom vergeet je nu áltijd, áltijd de vaatwasser leeg te ruimen!’ (fictief voorbeeld).

En we hebben inderdaad een samenleving geschapen met veel letterlijk en spreekwoordelijk slaaptekort. Veel om wakker van te liggen. Onzeker werk: we gingen van 10 procent naar bijna 40 Onzekere huizenmarkt: hoef ik niet uit te leggen. Onzekere energierekeningen: idem. En ja, we zijn veel rijker dan in de jaren vijftig; maar de helft van de Nederlanders heeft moeite met het De helft van de mensen

Econoom Noreena Hertz schreef een boek over wat zo’n neoliberale, gure samenleving met de mensen doet: Die zoeken een politieke middelvinger om dat hele amalgaam aan onbehagen te kanaliseren.

Kortom: wat zich uit als antimigrantenstem, kan alsnog een scala aan onbehagen herbergen.

Demp de onzekerheden, ook de culturele, dan demp je de xenofobie (helemaal wegnemen zal niet lukken, want verstokte racisten zullen er inderdaad altijd blijven).

Wie tegen migratie is, kan een punt hebben

Dan een tweede punt. Als mensen zeggen dat ze tegen migratie zijn, moet je ze inderdaad serieus nemen. Dus: niet per se wegzetten als xenofoob. 

Zelf ben ik ook tegen bepaalde migratie, namelijk de commerciële massamigratie, die ruim 40 procent van de

Neem studiemigratie. Liefst 40 procent van de eerstejaarsstudenten op Nederlandse universiteiten is In tien jaar tijd is dat ruim verdrievoudigd. Waarom? Niet om intellectuele redenen. Maar omdat onze universiteiten commerciële instellingen zijn geworden die internationals Deze expat-studenten moeten natuurlijk ergens wonen (nee duh, niet bij hun ouders). Met als gevolg dat de kamerprijzen voor Nederlandse studenten extreem hoog zijn. 

Of neem de massale arbeidsmigratie. In Rotterdam zijn er naar schatting tachtigduizend ongeveer een op de acht inwoners van de stad. Bedenk wat dat doet met het woningtekort. 

Tijdens m’n fietstochtje kwam ik ook in Carnisse, een buurt waar 20 procent van de inwoners Oost-Europese komaf heeft. Ik zag een briefje bij een makelaar: kleine eengezinswoning, 1.500 euro: ‘Geschikt voor personeelshuisvesting’.

De lusten zijn voor de bedrijven, de lasten in wijken waar men het toch al niet breed heeft

De lusten van die migratie – goedkope spullen en diensten – komen terecht bij bedrijven; de lasten in wijken waar men het niet breed heeft.

Bedrijven zeggen: ‘We kunnen nu eenmaal niet zonder!’ Maar ze bedoelen: we hebben de banen zo geflexibiliseerd, dat Nederlanders dit werk niet kúnnen doen. Bij Bol.com in Waalwijk werken Polen omdat die wel ’s nachts hun bed uit komen; de Brabantse alleenstaande moeder kán dat niet.

Commerciële massamigratie heeft een economie geschapen die draait op wegwerpmensen en wegwerpspullen. Die het klimaat bedreigt én het sociale weefsel van de samenleving. Het lijkt me bij uitstek links-progressief om daartegen te ageren. 

Gelukkig gebeurt dat soms ook  – en dan niet door giftige leiders. ‘De beschaving is zoek, beste mensen. In het park hier achter ons slapen mensen buiten, omdat ze hun baan én hun huis tegelijk zijn kwijtgeraakt. Dat mag toch niet bestaan […] De economie gaat voor op de rechten van de mens, dat accepteer je toch niet?’ –  aldus Ahmed Aboutaleb, burgemeester van de meest rechtse stad van ons land, vorig jaar vanuit Carnisse Hij zou een zeer geschikte ‘burgemeester’ van Nederland zijn.

Intussen put ik hoop uit de VS. Je zou het vergeten, maar hun ‘Wilders’ is niet herkozen. Daar is nu een andere oude witte man aan de macht, die niet zozeer brak met Trump, maar met de oude economie, ook die van Obama. Hij is geen neoliberaal, eerder Keynesiaans, zegt men: hij investeert  

Niet dat alle bussen daar op tijd rijden, maar de richting is goed: geef de middenklasse economische en culturele zekerheden terug, ruim de rotzooi op van veertig jaar markt en strijd.

Dat maakt een land niet immúún voor giftige schimmels, maar absoluut minder vatbaar.