Dit is de staat van het klimaat in 2024. Drie hoopvolle en drie zorgwekkende ontwikkelingen
Het is makkelijk om moedeloos te raken over onze klimaattoekomst: je hoeft alleen maar het nieuws te volgen. Maar de ontluikende energietransitie biedt reden tot hoop. Een overzicht van de recente ontwikkelingen.
Denken over onze toekomst op een steeds warmere aarde is een evenwichtsoefening in wegen wat nu de goede en wat de slechte kant opgaat. Veel mensen die zich zorgen maken over klimaatverandering, zijn geneigd de nadruk te leggen op wat er misgaat, en komen dan tot de conclusie dat het vol-le-dig uit de hand loopt met het klimaat.
Maar er is de afgelopen jaren óók een wereldwijde transitie op gang gekomen van een vervuilende naar een duurzame economie. Miljoenen mensen zijn dagelijks bezig een alternatieve samenleving vorm te geven. Als je de duurzame ontwikkelingen van dit moment extrapoleert, dan ziet de toekomst er helemaal niet zo duister uit – en kan dit zelfs een mooie eeuw worden.
Hier schets ik in sneltreinvaart drie ontwikkelingen die ons dieper het klimaatdrama insleuren, en drie ontwikkelingen die juist de goede kant op wijzen.
Drie dingen die slechter gaan
1. Er wordt nog veel te veel olie, gas en kolen gewonnen
Het jongste klimaatakkoord* was nog geen week oud toen de Verenigde Staten nieuwe boorvergunningen voor olievelden in de Golf van Mexico veilden.* Het is het bekende refrein: politici zeggen dat ze minder klimaatverandering willen, en gaan vervolgens vrolijk verder met het toestaan van nieuwe fossiele winning.
Vorig jaar haalden de Amerikanen een recordhoeveelheid olie en gas uit de grond; de komende jaren willen ze nog voor 75 gigaton CO2 extra olie en gas winnen.* Dat is een derde* van wat de wereld nog kan uitstoten als we onder de 1,5 graad opwarming willen blijven.
Maar de VS staan niet alleen. Ook het Verenigd Koninkrijk zet de oliekraan ‘maximaal open’.* Natuurlijk doen petrostaten zoals Saoedi-Arabië, Qatar en Rusland hetzelfde: olie is winstgevend.* Bedrijven en banken pompen er daarom graag hun geld in: er gaat nog altijd een biljoen dollar per jaar naar fossiele energie en fossiele infrastructuur.
Zelfs van steenkool zijn we nog steeds niet af. 2023 was een recordjaar voor het gebruik van de smerigste fossiele brandstof, en de vraag naar kolen blijft zeker tot 2026 hoog, verwacht het Internationaal Energieagentschap (IEA).*
2. Het klimaatdoel van maximaal 1,5 graad opwarming is nu al onhaalbaar
De winning van fossiele brandstoffen die zou moeten dalen, stijgt dus nog. Met de huidige plannen zal de wereld in 2030 ruim twee keer meer fossiele brandstoffen winnen dan toelaatbaar is voor een opwarming van maximaal 1,5 graad.*
We gaan dat meest ambitieuze klimaatdoel dus niet halen.
Reken maar mee. Voor een redelijke kans om de opwarming tot 1,5 graad te beperken, kunnen we vanaf 1 januari 2024 nog ongeveer 210 miljard ton CO2 uitstoten. Blijven we wereldwijd evenveel uitstoten als we nu doen (ongeveer 40 miljard ton per jaar), dan is de rest van dit ‘koolstofbudget’ over vijf jaar op en is de 1,5 graad opwarming begin jaren dertig een feit.*
3. Politici en bedrijven doen onrealistische aannames over 'compensatie' van CO2-uitstoot
Kunnen we de anderhalve graad toch nog in beeld houden? Ja, op papier.
Om het resterende koolstofbudget op te rekken en meer tijd te kopen, boeken veel klimaatscenario’s nu alvast uitstootcompensatie (‘negatieve emissies’) in voor later deze eeuw.* Het idee is dat we later deze eeuw op grote schaal bossen en biomassaplantages gaan aanleggen, en dat we de CO2 die we daarmee vastleggen deels onder de grond gaan opslaan. We moeten ook op grote schaal luchtwassers gaan bouwen om CO2 uit de dampkring te filteren. Zo kunnen we netto CO2 uit de lucht halen en de uitstoot van vandaag later alsnog ongedaan maken.
Als dit onrealistisch klinkt: het zit verwerkt in bijna alle gangbare klimaatdoelstellingen van landen en bedrijven. Zij streven doorgaans namelijk naar ‘netto nul CO2’ in een bepaald jaar. Netto nul betekent niet dat er niets meer wordt uitgestoten, maar dat er ‘negatieve emissies’ staan tegenover ‘positieve emissies’.
In de niet-papieren werkelijkheid betekent dit dat rijke landen nu al de tijd en het land van minderbedeelden en toekomstige generaties koloniseren. Want zíj moeten die bossen en biomassaplantages gaan aanleggen – dat gebeurt nu ook al in relatief arme landen – en zíj moeten ervoor zorgen dat die CO2 uit de lucht blijft. Ondertussen blijven de rijkste consumenten het grootste deel van de CO2 uitstoten.*
Behalve oneerlijk is deze vorm van uitstootcompensatie ook ineffectief. Dat blijkt als je kijkt naar bestaande CO2-compensatieprojecten. Het Britse journalistieke platform Carbon Brief onderzocht 61 projecten en concludeerde dat de hoeveelheid gecompenseerde CO2 in 26 projecten (43 procent) werd overdreven.* In 70 procent van de gevallen was ook sprake van schadelijke gevolgen voor inheemse en lokale gemeenschappen. Deze bevindingen zijn in lijn met andere* recente onderzoeken.* Door het groeiende risico op bosbranden komt er ook steeds vaker ineens extreem veel CO2 uit bossen vrij.*
Bossen aanplanten en beschermen blijft een goed idee, als het rechtvaardig en met respect voor de rechten van lokale gemeenschappen gebeurt. Maar een sluitende oplossing voor onze CO2-uitstoot biedt het niet. Toch houden veel landen en bedrijven vast aan ‘netto nul CO2’-doelstellingen, waarmee ze in feite zeggen: wij stoten nog een tijdje uit, maar daarna mag iemand anders onze troep opruimen.* Wie dat moet doen, en hoe precies, dat is eh… nog niet uitgewerkt.
Drie dingen die beter gaan
1. Nieuwe wetenschappelijke kennis over het klimaat toont: het is nog niet te laat
Het is makkelijk om moedeloos te raken over onze klimaattoekomst: je hoeft alleen maar het nieuws te volgen. Dan hoor je over de gletsjers op Groenland die sneller smelten dan gedacht,* of over het afbrokkelen van een deel van de ijskap op West-Antarctica, wat de komende eeuwen door zal gaan, ongeacht het klimaatbeleid dat de wereld voert.* Telkens is de suggestie dat het allemaal ‘veel erger is dan we al dachten’.
Maar zoom een beetje uit, en je ziet dat de klimaatwetenschap de huidige veranderingen heel goed heeft voorspeld.* De huidige temperaturen – óók de recordhitte van 2023 – vallen binnen de bandbreedte van de projecties van klimaatmodellen.* Misschien kunnen we de klimaatwetenschap dan ook vertrouwen als die zegt dat er geen sprake is van oncontroleerbare opwarming en dat wijzelf bepalen hoeveel warmer het nog wordt?
Dat concludeerde het VN-klimaatpanel IPCC, dé autoriteit in het weergeven van de klimaatwetenschap, in zijn recentste rapporten. Er is een ‘bijna lineair verband’* tussen onze uitstoot en de opwarming die we daarmee veroorzaken.* En het is ‘vrijwel zeker’ dat we de opwarming met stevig ingrijpen nog kunnen stoppen, concludeert het IPCC.*
Het risico bestaat wel dat we ‘kantelpunten’ passeren waardoor de opwarming zichzelf op een oncontroleerbare manier zal versterken. Maar zover is het nog niet. Dat er nu bijvoorbeeld permafrost – permanent bevroren grond in de toendra – ontdooit, betekent wél dat de broeikasgassen die daarin zitten opgeslagen vrijkomen en de aarde verder zullen opwarmen. Maar het betekent níét, zo stelt het IPCC, dat de opwarming oncontroleerbaar is of zal worden. Ook het volledig afsmelten van de ijskappen op Groenland en West-Antarctica is nog geen voldongen feit.
Nog een hoopvol, recent geluid? Klimaatwetenschappers waarschuwden tot voor kort dat de opwarming sowieso nog een generatie of twee zou doorzetten, óók als we de uitstoot tot nul terugbrachten. Maar die conclusie lijkt nu achterhaald. Zodra we de uitstoot stoppen, stopt waarschijnlijk ook de opwarming. Als we pech hebben, komen er nog enkele tienden van graden bij.* Dat valt mee: er zit minder vertraging in de opwarming dan we eerder dachten.
2. De politiek is opgeschoven en neemt het klimaat serieuzer
Het is nog niet zo lang geleden dat klimaat als een ‘links’ onderwerp werd gezien. Maar voor de recentste Tweede Kamerverkiezingen gingen ook de liberalen en de christendemocraten met een volwassen klimaatverhaal de boer op.*
De elf partijen die het klimaatbeleid willen voortzetten of versterken, haalden 106 van de 150 zetels. Slechts een minderheid stemde op de vier partijen die het beleid willen afzwakken of dumpen.
Deze politieke realiteit weerspiegelt die in het land en onder de bevolking: een meerderheid wil serieus klimaatbeleid, en Nederland is op weg om klimaatneutraal te worden.* Er zijn ambitieuze doelen in de wet vastgelegd, en er wordt serieus geld vrijgemaakt om ze uit te voeren.
In andere landen zie je vergelijkbare ontwikkelingen. De VS hebben onder president Joe Biden een baanbrekende klimaatwet aangenomen die 500 miljard dollar richting duurzame technieken loodst.
Europa’s ambitieuze klimaatplan, de Europese Green Deal, is voor een groot deel in wetten omgezet. Er was al een CO2-beprijzingsprogramma waardoor de Europese industrie in 2040 klimaatneutraal moet zijn; binnenkort start ook een CO2-grensheffing die Europese milieunormen aan producenten in andere landen oplegt.*
India wil in 2070 op netto nul uitstoot zitten* en werkt aan een binnenlandse duurzame industrie. En China gaat harder dan welk ander land dan ook: het investeert volop in duurzame energie en zal naar verwachting vanaf dit jaar minder steenkool gaan gebruiken.*
Al deze maatregelen tellen op tot serieuze vooruitgang. In 2019 zou al het voorgenomen klimaatbeleid van dat moment ons leiden naar een wereld die 3 à 4 graden warmer was in 2100. Inmiddels brengt het voorgenomen beleid ons naar mínder dan 3 graden opwarming eind deze eeuw – (2,7 om precies te zijn).* Dat is nog te veel en ‘voorgenomen beleid’ biedt geen garanties, maar er is wel beweging:
- Inmiddels hebben 60 landen, waaronder Canada en Mexico, toegezegd versneld van kolen af te stappen.*
- Het Europees Parlement en 12 landen, waaronder Colombia, hebben aangegeven dat ze willen samenwerken aan een wereldwijd akkoord om fossiele brandstoffen helemaal uit te bannen.*
- En 39 landen, samen goed voor bijna een kwart van alle uitstoot, hebben een vorm van CO2-beprijzing ingevoerd.*
Dat alle landen op aarde het eind vorig jaar in Dubai eindelijk eens konden worden over de nodige richting – ‘een transitie weg van fossiele brandstoffen’ – past in deze lijn. Overheden doen nog te weinig, maar ze zijn onmiskenbaar in beweging gekomen.
3. De revolutie van zon, wind, batterijen en waterstof zet door
Nieuwe technologische mogelijkheden zijn misschien wel de beste reden om niet te wanhopen over de klimaattoekomst. Nieuws uit deze categorie is om van te smullen:
- Er komt een nieuwe generatie zonnepanelen aan, die tot wel 20 procent meer zonlicht in stroom kan omzetten;*
- Toyota wil vanaf 2027 op grote schaal solid state -batterijen produceren, waarmee elektrische auto’s tot wel 1.000 kilometer per laadbeurt zouden kunnen rijden;*
- Waterstofproductie op basis van zonne-energie kan in één klap bijna zes keer zo efficiënt door een innovatie uit de VS;*
- Europese overheden hebben al een half miljard euro toegezegd om de ontwikkeling van plantaardige eiwitten te versnellen.*
Dus als je mensen hoort zeggen dat ‘we niets doen’: dat is grote onzin.
80 procent* van alle nieuwe stroomproductie op aarde komt de komende jaren van duurzame bronnen (overwegend zon en wind), die almaar goedkoper worden naarmate we er meer gebruik van maken (omdat we de techniek steeds beter onder de knie krijgen).* Er wordt nu al vijf jaar fors méér geïnvesteerd in duurzame energie dan in fossiele:* een teken dat investeerders dondersgoed weten welke energie de toekomst heeft.*
Logisch ook: wereldwijd zijn zonne- en windenergie nu al de goedkoopste bronnen van stroom.* En we hoeven maar 0,3 procent van het mondiale landoppervlak vol te leggen met zonnepanelen om genoeg energie voor de hele wereld op te wekken.*
De snelle opkomst van duurzame energie maakt een breuk met ons fossiele verleden mogelijk, en kan een hoop gedane fossiele investeringen – uit de eerste zorgwekkende ontwikkeling hierboven – onrendabel maken. De wereldwijde ‘piek’ in het gebruik van fossiele brandstoffen zou zelfs al in 2023 kunnen liggen,* daarna kan het gebruik gaan afvlakken en dalen.* Al 107 landen zijn voorbij die ‘fossiele piek’ als het om stroomproductie gaat.*
Nieuwe modelstudies,* analyses* en berekeningen laten zelfs zien dat we dankzij de exponentiële groei van zon, wind, batterijen en waterstofelektrolysers al rond 2045 een bijna volledig CO2-neutraal energiesysteem kunnen hebben.*
Andere doorbraken liggen nog in het verschiet. Zo steunt de Amerikaanse overheid nu start-ups die CO2 uit de lucht willen afvangen, investeert China in kweekvlees,* en is de eerste fabriek voor de productie van synthetische kerosine geopend in de Verenigde Staten.*
Dus?
Ik denk zelf dat deze positieve ontwikkelingen het vermogen hebben om de negatieve te gaan overstemmen. Daarvoor zijn drie dingen nodig:
- Overheden moeten barrières voor de opschaling van duurzame energie wegnemen, investeren in hun energienetten, en sneller vergunningen verlenen aan schone energieprojecten;
- Er moet veel meer geld naar verduurzaming, vooral in arme en opkomende economieën die het snelste groeien;
- Er moet een hogere prijs komen op de uitstoot van CO2, en dat geld moet gebruikt worden om de laagste inkomens meer (groen) perspectief te geven.
Het zou ook helpen als landen elkaar de tent niet uitvechten,* en als het ze lukt bindende internationale afspraken te maken over een einde aan de ontginning van fossiele bronnen. Duurzame technologie kan dat politiek mogelijk maken: als het alternatief groot en aantrekkelijk genoeg is, kunnen we oude afhankelijkheden loslaten.
De 1,5 graad gaan we vermoedelijk voorbij, maar minder dan 2 graden opwarming is nog haalbaar. Stel dat duurzame energie snel blijft groeien en dat de werelduitstoot daardoor vanaf 2027 gaat dalen, zoals analisten voor mogelijk houden.* Dan hebben we vanaf dat moment nog tot 2065 om de uitstoot in een rechte lijn naar nul te brengen om op 2 graden opwarming in 2100 uit te komen. Dat is bijna 40 jaar om de nul te halen. Zonder ‘negatieve emissies’. Lang genoeg.
Probeer het hele plaatje te zien
Als ik je iets mag meegeven voor 2024, dan is het dus dit: weersta de neiging om in het klimaatverhaal alleen de negatieve ontwikkelingen te zien. Of te denken dat het ‘te laat’ is. Vraag altijd: te laat voor wat? Voor tropische koralen: ja, waarschijnlijk. Vreselijk. Voor minder dan twee graden opwarming: nee.
Het is sowieso niet zo verstandig om alleen vanuit klimaatperspectief naar de toekomst te kijken (dan mis je veel andere ontwikkelingen, ten goede en ten kwade).* Maar áls je klimaat en milieu centraal stelt, probeer dan het hele plaatje te bekijken – óók wat er goed gaat. Rijke landen gebruiken bijvoorbeeld steeds minder grondstoffen,* het aantal slachtoffers van extreem weer daalt,* en mensen kunnen zich vaak goed aanpassen aan nieuwe (hetere) omstandigheden.*
Voel je een vlaag van moedeloosheid? Onthoud dan dat wanhoop geen analyse is – geen feitelijke beschrijving van waar we staan, maar een gevoel. Dat is iets anders. Net zomin als de geschiedenis eenduidig, lineair en overzichtelijk is, zal de toekomst dat zijn. Als je denkt dat alles slechter of alles beter wordt, dan denk je te zwart-wit.
Waar het op neerkomt is dat niemand de toekomst kent, dat we haar samen vormgeven, en dat er kansen liggen. We verkeren in de unieke situatie om de opwarming te stoppen, armoede uit te roeien en het milieu te sparen. De voordelen van een groene-energierevolutie kunnen overwegend terechtkomen bij de armste mensen in de landen met het grootste duurzame-energiepotentieel en vaak de smerigste lucht. De gemiddelde inwoner van de Indiase stad Delhi leeft bijna twaalf jaar korter door luchtvervuiling.* Alleen al door de gezondheidsvoordelen van duurzame energie betaalt de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem zichzelf terug.
Het duurzame alternatief kan winnen van de fossiele status quo. Het kán. Oude en nieuwe krachten zijn bezig de toekomst te vormen, en de vraag is welke krachten we aanjagen.