Op zaterdag 17 september 1983, toen de krant nog op een formaat verscheen dat de hele viswinkel erin verpakt kon, publiceerde Marc Chavannes een groot interview met de toenmalige Britse premier Margaret Thatcher in Veel opzienbarends werd er in het interview niet gezegd – dat er op Downing Street ‘thee met een gouden randje’ wordt geserveerd, mag geen verrassing heten.

Wel opvallend: de foto die bij het interview werd geplaatst. Dit was nog niet de tijd dat journalisten vaak zelf in beeld verschenen – 1983 telde nauwelijks programma’s met Beau of Renze of Jinek in de naam, laat staan dat iedereen een eigen podcast had. Toch plaatste de deftige NRC een foto van geïnterviewde én interviewer bij het stuk, alsof de krant wilde zeggen: ‘Het is wel Marc Chavannes met wie Thatcher praat.’ Dat het interview op de pagina Binnenland verscheen, doet des te meer afvragen: wie was hier eigenlijk bij wie op bezoek?

Het onderschrift onder de foto: ‘De Britse premier Thatcher (links) in gesprek met NRC-handelsblad correspondent Marc Chavannes, nadat er eerst thee met veel melk in kopjes met een gouden randje is geserveerd. (foto NRC-Handelsblad/Vincent Mentzel)’

De rode draad in zijn stukken: de neoliberale afbraak van de overheid

Dat het Thatcher is met wie Chavannes op de foto stond, mag trouwens symbolisch heten: decennialang zou zijn journalistieke werk draaien om haar erfenis – de neoliberale afbraak van de overheid. Het zou de rode draad worden in zijn stukken, voor zowel NRC als voor De Correspondent: hoe de overheid steeds meer als een bedrijf werd gerund en daarmee gestaag haar rol als beschermer van burger en democratie zou kwijtraken.

Duizenden woorden, gewikt en gewogen, sloeg hij stuk aan het waarschuwen voor de gevolgen van die afbraak. De braindrain de uitkleding van de de teloorgang van de onstuitbare opmars van de groeiende kloof tussen de burger en haar vertegenwoordigers. Voor De Correspondent schreef hij welgeteld drie politieke afscheidsportretten, niet toevallig van de drie grootste neoliberale vaandeldragers van ons land – en – die hij stuk voor stuk begroef in een nuchtere analyse van hun onbedoelde falen.

De woorden ‘told you so kwamen daar niet in voor – daar was Chavannes te bescheiden en te fatsoenlijk voor. Maar wie hem zorgvuldig las, kon de toeslagenaffaire, het Groningse gasdebacle en de opkomst van populistisch rechts al lang zien aankomen. Zijn boek Niemand regeert uit 2009 leest als een profetische aankondiging van alle politieke ontploffingen die zouden volgen uit veertig jaar vooruitschuiven. De stikstofcrisis, de klimaatcrisis, de asielcrisis: dat krijg je ervan als regeren het wegmanagen van problemen wordt.

Vriendelijk, zachtaardig, behulpzaam, geïnteresseerd

Zo scherp en profetisch als zijn analyses waren, zo bescheiden was de man uit wiens pen ze vloeiden. Wie vraagt naar anekdotes over collega Chavannes, de man die het op zijn pensioengerechtigde leeftijd hoog tijd vond voor een nieuwe carrière bij een startup zonder kantoor of staat van dienst, wordt overladen met woorden als: vriendelijk, zachtaardig, nederig, behulpzaam, geïnteresseerd. En zelfs, bij vlagen: onzeker, twijfelend, verlegen. Een man die precies stevig genoeg in z’n schoenen stond om er nooit naast te gaan lopen.

Toen hij in 2015, na 43 jaar NRC Handelsblad, besloot de overstap te maken naar De Correspondent, keken medeoprichter Ernst-Jan Pfauth en ik elkaar dan ook even verbaasd als opgewonden aan: als een mastodont als Marc Chavannes zijn naam en pen aan deze club durfde te verbinden, konden we wel voorzichtig zeggen dat we iets voorstelden, toch?

Vreemd genoeg had Chavannes altijd precies het omgekeerde: dat hij mocht meedoen met dat clubje jonge honden, was volgens hem een indicatie dat hij er nog toe deed. Het resultaat was een geestig en voelbaar schisma op de werkvloer: een redactie die zichtbaar opkeek naar haar nestor, een nestor die zichtbaar opkeek naar zijn redactie. Wie meer onder de indruk was van wie – Thatcher mag het weten.

De vraag was sowieso of hij wel zoveel ouder was dan zijn collega’s als werd aangenomen. Aan zijn lenigheid van geest en nieuwsgierigheid naar het onbekende was het in ieder geval niet af te meten. Aan zijn humor, vaak opvallend sarcastisch voor een man van zijn statuur, evenmin. Niet zelden werd een redactievergadering, teamoverleg of heidag besloten met een grap van Marc, vaak minstens zo vilein als zijn typeringen van Mark Rutte. Of, zoals adjunct-uitgever Andreas Jonkers hem eens treffend omschreef: ‘Een man met de uitstraling van een Engelse landheer, die na afloop van de vergadering onverwachts "chill" kon zeggen.’

Nederland verliest een politiek geweten

Chill is wat hij ook altijd uitstraalde – een kalmte te midden van de politieke waan van de dag. Wat overigens zeker niet verward moet worden met gelatenheid, want daar was Marc Chavannes allerminst mee behept. Integendeel, hij maakte zich in toenemende mate zorgen over de stand van het land, het continent en de wereld.

Wanneer ging de verstandige vleugel van het politieke spectrum nu eens inzien dat meebuigen met populisten alleen maar averechts uitpakt? Wanneer ging Europa nu eens beseffen dat zijn eigen veiligheid geen naoorlogse vanzelfsprekendheid meer is? Wanneer ging de overheid nu eens haar taken serieus nemen in plaats van outsourcen? De rust in zijn voorleesstem, regelmatig geroemd door Correspondent-luisteraars, verhulde de onderliggende opwinding: er staat heel veel op het spel.

Met zijn overlijden verliezen wij dan ook niet alleen een baken en gids op de redactie, maar verliest heel Nederland ook een politiek geheugen en geweten. Iemand die wars was van onnodige ophef, maar al even wars van gevaarlijke apathie. Zijn vlak na de verkiezingen van afgelopen november per post verstuurd, kwam recht uit het hart: ‘Gefeliciteerd met uw verkiezing, hier is het land, wilt u het met fantasie verantwoordelijk besturen?’

Was getekend, Marc Chavannes.

Wij zullen hem enorm gaan missen – om zijn warmte, wijsheid en collegialiteit.

Al zou hij zeggen: het is precies andersom.

Meer lezen?