Wie ziet hoe betoverend mooi de Nederlandse weilanden kunnen zijn, gaat er vanzelf naar verlangen
Bloemrijk grasland, bijna niemand weet meer hoe dat er in het echt uitziet. En dat terwijl half Nederland vroeger bestond uit kleurige wei- en hooilanden, zoals blauwgrasland. De documentaire Hooiland laat zien hoe ontzettend mooi dat was. Én hoe weilanden door heel Nederland er opnieuw zo uit zouden kunnen gaan zien.
In de negentiende eeuw telde Nederland zo’n honderdduizend hectare ‘blauwgrasland’* – bijna 5 procent van alle landbouwgrond. Begin deze eeuw was daar nog maar 30 hectare van over.* Een paar weilandjes.
Is dat erg? Tja, grote kans dat je niet eens weet wat het is, blauwgrasland. Dan kan je het moeilijk erg vinden.
Hoe zou je het ook moeten kennen, als er nog maar 30 hectare van is? En David Attenborough heeft ook al nooit een oogstrelende natuurdocumentaire over blauwgrasland gemaakt. Toch zou het niet misstaan in een natuurfilm van de BBC. Kijk maar eens naar de hoopgevende documentaire Hooiland, onlangs uitgezonden door BNNVARA, over het herstel van dit typisch Nederlandse cultuurlandschap, dat tegelijk ook onovertroffen natuurlandschap is.
Het vlinderrijkste stukje Nederland
Blauwgrasland is een van de vele soorten grasland die Nederland de afgelopen eeuwen kleur gaven. Op zulk grasland groeide niet alleen gras in vele soorten en maten, er groeiden ook talloze andere plantensoorten. Afhankelijk van grondsoort, water en seizoen stonden de Nederlandse weilanden vol met kleurige klavers, koekoeksbloemen, margrieten, pinksterbloemen en ga zo maar door.
Op blauwgrasland groeien blauwe bloemen, maar ook gele en paarse (zoals de koekoeksbloemen op de foto). Wellicht komt de naam van de blauwe zegge, een op gras lijkende plant die er veel voorkomt en die het hele weiland een blauwe zweem kan geven. Dit type grasland gedijt op kletsnatte grond die weinig stikstof en fosfaat bevat, en veel calcium.
Door de natheid was dergelijke grond niet geschikt om gewassen te verbouwen, of zelfs om koeien op te laten grazen. Het grasland ontstond vanzelf doordat boeren het eeuwen lang, elk jaar opnieuw, maaiden in de zomer. Ze maakten hooi van het kruidenrijke gras, dat ze gebruikten als wintervoer. Daarom werd dit land ‘hooiland’ genoemd.
De documentaire Hooiland volgt het herstel en de uitbreiding van blauwgrasland (én dotterbloemenland, én trilveen) op het Binnenveld, een gebiedje van zo’n 430 hectare op de grens tussen Utrecht en Gelderland.* Het was in 1950 nog een van de bloem- en vlinderrijkste stukjes van Nederland.
‘Volmaakt’ was het Binnenveld, als je het de stokoude Gijs van Essen vraagt. En hij kan het weten, want hij was een van de boerenknechten die het destijds maaide. Met de zeis.
Rechtgetrokken, en toen weer krom
Sindsdien is bijna het hele Binnenveld drooggepompt, rechtgetrokken en veranderd in eentonige grasakkers. Maar in 2018 volgde opnieuw een cultuuromslag, toen de provincies het Binnenveld tot natuurgebied bestempelden. Na decennialange intensieve landbouw en bemesting zat de grond echter tjokvol stikstof en fosfaat. Om het blauwgrasland te kunnen laten herstellen, bleek het noodzakelijk de hele bovenste bodemlaag te verwijderen.
Het waterpeil werd omhoog gebracht, terug naar hetzelfde peil als honderd jaar geleden. De loop van oeroude stroompjes werd tot op de centimeter gereconstrueerd. Daarna werd het land weer beheerd zoals vroeger: er wordt nu simpelweg nog maar één keer per jaar gemaaid.
Blauwgrasland terug: het kán
Slechts in een paar jaar tijd ontstond er weer een zee van kleur: koekoeksbloemen, kattenstaarten, zelfs klokjesgentiaan. Met de vegetatie en de rust keerden ook talloze insecten terug, en vervolgens ook weer tientallen vogelsoorten die het in Nederland moeilijk hebben. Grutto’s, kemphanen, wulpen, watersnippen, zelfs broedende kleine plevieren kun je er nu vinden. Dat is heel bijzonder. Althans, dat is het tegenwoordig.
Hooiland laat zien hoe mooi Nederland ooit was. Niet alleen de bekende natuurgebieden zoals de Veluwe, maar ook gewoon het weiland om de hoek.
Blauwgrasland is niet van het kaliber Serengeti, maar het is wel ónze natuur
De film kreeg niet veel aandacht. Het is dan ook geen miljoenenproductie van de BBC. En het is niet David Attenborough wiens onovertroffen voice-over boven de beelden zweeft, maar de stem van Gijs Scholten van Aschat. Nog steeds Champions League natuurlijk, maar toch niet met de overtuigingskracht van een Attenborough-docu.
Desondanks, of juist daarom, wil ik deze film toch warm aanbevelen. Blauwgrasland is misschien geen natuur van het kaliber Serengeti, het is wel ónze natuur. En sommige beelden in Hooiland zijn ronduit oogstrelend.
Dit is hoe mooi weilanden in heel Nederland weer kunnen zijn. Het enige wat daarvoor nodig is, is om mee te beginnen: mensen die het willen. En die zijn er genoeg, lijkt me. Alleen beseffen ze het nog niet. Daarom: kijken!
Correctie 25 januari: In een eerdere versie van dit artikel stond dat blauwe zegge een grassoort is: dat klopt niet, het behoort tot een andere botanische familie.