Europa slaapwandelt terwijl China en de VS miljarden pompen in hun groene industrie, waarschuwt Bas Eickhout
2024 is een cruciaal jaar voor de EU: de Europese verkiezingen in juni bepalen de politieke koers voor de rest van dit decennium. Europarlementariër Bas Eickhout is er niet gerust op dat Europa zijn groene koers blijft varen. ‘Waar ik bang voor ben, is dat straks alle nieuwe technologie buiten Europa gemaakt wordt. Drie keer raden wie de schuld krijgt als de industrie hier verdwijnt – precies, de groene politiek.’
Europa’s groene politiek ligt onder vuur en 2023 was het keerpunt. Waar de Europese Green Deal bij de presentatie in 2019 nog op brede steun kon rekenen, werden klimaat- en milieuvoorstellen vorig jaar steeds vaker afgezwakt.* Rechtse politici en conservatieve lobbyisten gingen vol in de aanval, bijvoorbeeld over de Natuurherstelwet, die net als eerdere natuurwetgeving mogelijk tot beperkingen van de veeteelt zou leiden (zie: stikstof).
Het debat over die wet werd een slagveld. De Europese christendemocraten wierpen zich op als belangenbehartigers van de boeren, en strooiden met misinformatie* en angstbeelden, zoals dat Europa een ‘dictatuur van milieuorganisaties’ was geworden.* Net als tijdens de meest recente Nederlandse verkiezingen zijn het ook in Europa de rechtse politici die het ongenoegen van agrariërs en andere burgers weten te mobiliseren – en ze richten die onvrede frontaal tegen Europa’s milieu- en klimaatpolitiek. Georgia Meloni, de premier van Italië, waarschuwde voor ‘ultra-ecologisch fanatisme’.*
Europarlementariër Bas Eickhout zit dagelijks midden in deze storm en probeert desondanks vorderingen te boeken op groene dossiers. Hij werkt momenteel aan wetgeving om vrachtwagens schoner te krijgen, en behaalde eerder succes op het obscure maar relevante dossier van ‘F-gassen’. Dat zijn fluorhoudende gassen die in airconditioners en warmtepompen zitten. Ze kunnen weglekken en richten dan forse klimaatschade aan, omdat het supersterke broeikasgassen zijn. De lobby vanuit de bedrijven die iets te verliezen hadden bij zijn wet was ‘ongeëvenaard’,* zei Eickhout, die al sinds 2009 namens GroenLinks in het Europarlement zit. Maar hij wist parlement en lidstaten achter zijn voorstel te krijgen* – hij won.*
Eickhout geldt als de invloedrijkste Nederlander in het Europees Parlement.* Hij is de favoriet voor een dubbel lijsttrekkerschap bij de komende Europese verkiezingen: Nederlandse kiezers zullen hem op 6 juni waarschijnlijk op het stembiljet treffen als aanvoerder van de gezamenlijke lijst van GroenLinks-PvdA. En ook voor de Groenen, het overkoepelende samenwerkingsverband van de groene partijen in het Europees Parlement, is hij kandidaat-lijsttrekker.
Eickhout was ook onderdeel van de Europese delegatie op de recente klimaattop in Dubai – zijn vijftiende VN-top, schat hij – hij is de tel kwijtgeraakt. Ik vroeg hem vooruit te blikken op de komende Europese verkiezingen en de toekomst van het Europese klimaatbeleid.
De gevaren van extreemrechts (en van rigide begrotingsdiscipline)
Wordt het klimaatbeleid bedreigd door de groei van extreemrechts?*
‘Waar ik bang voor ben, is dat we straks bij de Europese verkiezingen een opkomst zien van extreemrechts – van partijen die allemaal wel een grote mond hebben, maar uiteindelijk niet veel verder komen dan behoud van de status quo. Dat zou het einde kunnen betekenen van de Europese industrie. Ik maak me daar grote zorgen over.’
Waarom?
‘Omdat de rest van de wereld echt sneller is gaan lopen. In Europa hebben we nog steeds een beetje het gevoel van: ‘wij lopen voor met de groene politiek’. Wij zijn misschien wel wereldwijd koploper wat wetten betreft, maar de groene race is meer dan wetgeving. Het is ook een investeringsprogramma – kijk naar wat Amerika doet met de Inflation Reduction Act. Het is ook strategische grondstoffen en grondstofketens naar je toe trekken – dat doet China. Ook India komt eraan, en in Latijns-Amerika zijn volop zaken gaande. Die groene race is in volle gang, zonder dat Europa het doorheeft.’
‘Het beste voorbeeld is de opkomst van de elektrische auto. China heeft tien jaar geleden al een strategische keuze gemaakt door vol in te zetten op de ontwikkeling van de elektrische auto, inclusief de hele aanvoerketen. Dat is industriepolitiek die zich nu uitbetaalt. En in plaats van dat wij als Europa denken: dat moeten we ook doen, wil de Europese Commissie gaan onderzoeken of China geen ongeoorloofde staatssteun biedt, of China het spel wel netjes speelt. Dan zijn we aan het slaapwandelen. Wat we nu zien met de elektrische auto,* dat is het voorland van heel veel industrieën in Europa, tenzij we onze strategie echt omgooien. Daarom is mijn pleidooi: de enige industriepolitiek die je nu kunt voeren als Europa, is groene industriepolitiek.’
Doen we dat niet al via wetgeving? Europa heeft bijvoorbeeld gezegd dat de industrie in 2040 niets meer mag uitstoten. Tot die tijd wordt CO2 uitstoten steeds duurder door het emissiehandelssysteem, ETS.
‘Dat geeft helderheid over waar je naartoe gaat, maar wat daar tegenover moet staan is een agenda op grondstoffen en op investeringen. Bij de Commissie heerst nog steeds een heel klassiek liberaal idee dat met CO2-beprijzing [door het ETS] alles goed komt. Dat is zo stompzinnig! Het verleden heeft aangetoond dat dit niet klopt. Het enige waar Europa echt al meters heeft gemaakt is met duurzame energie, en dat komt niet door het ETS, maar door de duurzame-energierichtlijn, en doordat er een alternatief is ontwikkeld waarin heel veel is geïnvesteerd. Die transitie is er gekomen op een moment dat het ETS op sterven na dood was.’
‘Ik zeg niet dat die prijsprikkel onbelangrijk is, maar vervolgens moet de industrie wel weten: oké, als ik nu mijn productiemethode ga ombouwen, is een alternatieve energietoevoer dan wel op tijd beschikbaar? Heb ik de duurzame grondstoffen wel voldoende? Hoe houd ik de winkel open, terwijl ik de winkel aan het verbouwen ben?’
Welke rol kan Europa daarin spelen? Bijvoorbeeld de aanleg van zwaardere elektriciteitsnetwerken, of een waterstofnetwerk: dat is toch uiteindelijk een nationale aangelegenheid?
‘Ja, en daar kom je bij het allergrootste probleem: dat 27 landen het verrekken hier echt Europees naar te kijken. Ze zouden moeten nadenken over industriepolitiek, grondstoffenbeleid, een investeringsprogramma, en de circulaire economie – omdat het aantal grondstoffen in Europa mager is. Al die elementen zijn met elkaar verbonden. En dat weigeren de huidige regeringen te zien.’
‘Zie ook weer de partijen die in Nederland gewonnen hebben, inclusief [NSC van Pieter] Omtzigt, die allemaal uitstralen dat Europa ‘een moetje’ is, ‘het kan wel nuttig zijn, maar dat is het dan ook’.* Terwijl: als 27 landen nu allemaal zelf het wiel gaan uitvinden, dan weet je zeker: die energie blijft superduur, die zekerheid gaat er niet komen, die investeerders komen niet naar Europa.’
Je noemde in een ander interview* Duitsland als voorbeeld van een land dat dit echt niet ziet. Waar merk je dat aan?
‘Aan het hele debat over de begrotingsdiscipline. Alleen al voor de Green Deal zijn honderden miljarden euro’s aan investeringen nodig. Dat zijn geen kosten, hè, het zijn investeringen die banen en allerlei mogelijkheden opleveren. Als Europa moeten we ook onze defensie beter op orde hebben. We hebben een totaal ingestort Oekraïne aan onze grens waar we in moeten investeren. Als je deze bedragen naast elkaar zet, heb je het over honderden miljarden euro’s per jaar. En terwijl we dat weten, gaat in Duitsland het debat over hoe we ervoor zorgen dat er begrotingsdiscipline is!’
‘Het fascinerende is: corona was voor de Duitsers kennelijk wél urgent genoeg om de portemonnee te trekken, om een speciaal fonds op te richten. En toen ze nog geld over hadden uit dat coronafonds, dachten ze: dat steken we dan in klimaat. Maar daar heeft het Hof van Karlsruhe een streep doorheen gezet, omdat er een “schuldenrem” in de grondwet staat. In plaats van dat ze daar toen een debat over hebben gehad, was de reactie: “Dan moeten we maar gaan bezuinigen.”’
‘Een van die bezuinigingen trof de landbouw, en leverde protesten op. Maar zelfs dat leidt niet tot een fundamenteel debat, tot het inzicht, die schuldenrem is totaal krankzinnig! Nee, erger nog, Duitsland wil die rem het liefst Europees kopiëren met de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact! Dáárom noem ik Duitsland als voorbeeld. De infrastructuur van dat land is dramatisch – de wegen, de spoorwegen, de telecommunicatie.* En dat is het resultaat van de schwarze Null die ze altijd ingezet hebben. En in plaats van te denken, “dat is toch niet zo heel verstandig”, proberen ze die zwarte nul nu in heel Europa door te voeren. Ja, daar word je toch heel verdrietig van?’
Waarom Europese industriepolitiek nu zo belangrijk is
Jij wil juist een Europees Soevereiniteitsfonds – een gemeenschappelijk investeringsfonds, waarvoor de EU-landen gezamenlijke schulden aangaan. Met als doel dat Europa direct kan investeren in industriële projecten?
‘Europa heeft gewoon bijna geen eigen budget – uiteindelijk is de gehele EU-begroting iets van 190 miljard euro.* Het Nederlandse standpunt is: kijk nog eens of je die euro’s wat efficiënter kunt besteden. Maar je kunt elke euro drie keer omdraaien: het blijft 190 miljard en dat is niet genoeg.’
‘Na de coronacrisis heeft de Commissie gezegd: we gaan de mogelijkheden voor staatssteun versoepelen. Dan hebben landen wat meer ruimte [om de nodige investeringen te doen]. Maar dit bevoordeelt landen die zulke staatssteun kunnen bieden. Nederland is hier terecht kritisch op.’
‘Vervolgens is er gesproken over de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact, waarbij ook Nederland vindt dat de schulden moeten worden afgebouwd. Dat is gewoon een blokkade op de investeringen van landen.’
‘Als je conclusie is dat er juist heel veel investeringen nodig zijn, dan is de enige mogelijkheid die overblijft: serieus nadenken over een Europees Soevereiniteitsfonds. Tijdens corona voelden we daar de urgentie voor. En blijkbaar voelt men die urgentie nu niet. Maar als je nu kijkt naar Europa’s positie in de wereld en je voelt die urgentie niet, dan is er iets goed mis.’
Je hebt net de oorlog in Oekraïne genoemd, maar je zei ook dat je je grote zorgen maakt over het verdwijnen van de industrie in Europa. Waar ben je dan precies bang voor?
‘Dat bedrijven hun investeringen niet meer in Europa doen. Dow Chemicals is een simpel voorbeeld. Dat is een Amerikaans bedrijf met een tak in Nederland. Zij zijn serieus aan het nadenken over verduurzaming van hun productieproces. Maar op dit moment kun je eigenlijk geen groot project starten in Nederland vanwege stikstof. Probeer dat maar eens uit te leggen op het hoofdkantoor in de VS: “Sorry, not possible because of nitrogen.” Dan denken zij: wat de fuck? Dan doen we het wel in de VS, want daar biedt Joe Biden met de Inflation Reduction Act allemaal geld om dit soort investeringen daar te doen. Waar zou jij naartoe gaan als investeerder?’
‘En drie keer raden wie straks de schuld krijgen dat de industrie hier verdwijnt? De groene politiek. Waar ik bang voor ben, is dat straks alle nieuwe technologie buiten Europa gemaakt wordt. Een partij als de VVD, die voor de industrie zegt te zijn, zou duidelijk moeten zeggen dat we in Nederland stikstofruimte moeten creëren. En de grootste stikstofruimte wordt ingenomen door de landbouw.* Je kunt er lang over praten, maar de keus bij stikstof is tussen landbouw en industrie. De VVD probeert dit weg te moffelen en is daarmee een van de vele blokkades [voor groene industriepolitiek].’
Eind vorig jaar zijn verschillende wetten die bij de Green Deal horen nog aangenomen door het Europees Parlement, een aantal andere wetten is gesneuveld. Wat kan er nog in de komende drie maanden, voordat het Europarlement met reces gaat vanwege de verkiezingscampagne?
‘Ja, dat is een goede vraag, omdat er de komende maanden nog beperkt ruimte is voor nieuwe wetgeving. Dus enerzijds moet je zeggen: laat ons in het Parlement de wetgeving die er nog ligt proberen af te ronden. Dan heb je bijvoorbeeld op luchtkwaliteit nog belangrijke wetgeving. Ik ben nog bezig met strengere normen voor vrachtwagens.’
‘Maar eigenlijk is nu het belangrijkste dat er een serieuze discussie op gang komt: hoe ziet onze Green Deal 2.0 eruit? Volgens mij moet industriepolitiek daar onderdeel van zijn. En tot nu toe heeft Europa daar eigenlijk maar twee [substantiële] wetten over voorgesteld. De Critical Raw Materials Act, dat is een poging om te kijken hoeveel eigen grondstoffen Europa kan ontginnen. Maar Europa heeft gewoon beperkte mijnbouwmogelijkheden. Dus een grondstofstrategie is hiermee nog helemaal niet af.’
‘De tweede wet is de Net-Zero Industry Act, dat is een poging van de Commissie om industrie in Europa te krijgen die we écht willen – industrie waarvan iedereen weet dat we die hier nodig hebben. Maar dan moet je eerst definiëren: welke industrie is dat dan? Ik denk dan aan batterijen, elektrolysers. Maar helaas, deze wetgeving loopt vast, en wij hebben er als Groenen ook tegen gestemd, omdat de definitie [van ‘net-zero technologie’] zo ver open is gegooid dat nu bijna alles eronder valt. Dat is de Europese ziekte. We maken geen keuzes. En we hebben geen geld. Het beetje geld dat er is, verspreiden we over alles wat we hebben.’
‘Er zou nu op het niveau van regeringsleiders een fundamentele discussie moeten komen: wat betekent industriebeleid voor Europa? Het gaat ook om keuzes binnen Europa: welke industrie willen we waar? Ook door klimaatverandering zullen we zien dat een aantal landen, zeker landen die geen zee hebben, echt een probleem gaan hebben met hun industrie. Zij gebruiken nu rivierwater als koelwater, maar je ziet dat dat er in de zomer steeds vaker onvoldoende is.* Dus je moet die industriepolitiek echt Europees bekijken. Regeringsleiders zouden elkaar daar de komende maanden over in de ogen moeten kijken, zodat de nieuwe Commissie in juli een vliegende start kan maken. Het feit dat we nu een verkiezingsperiode ingaan, betekent niet dat het denken moet stoppen – juist niet.’
Je gaat er al vanuit dat er een Green Deal 2.0 komt. Denk je niet dat de verkiezingsuitslag daar nog invloed op heeft?
‘Ja, natuurlijk, dat mandaat [voor een Green Deal 2.0] moet wel uit de verkiezingen komen. De keuze is simpel: zie je de Green Deal als een hindernis voor onze industrie, of als een noodzakelijke voorwaarde voor de toekomst ervan? Reactionair rechts ziet het als een hindernis. En dat vind ik electoraal het meest bizarre: er is gigantisch veel onzekerheid, bijna iedereen voelt aan alles dat we zo niet door kunnen gaan, maar de reactie van veel kiezers is voor reactionair rechts te kiezen, dat de status quo in stand wil houden. Terwijl je één ding zeker weet: door stil te blijven zitten, gaat alles wat nu mis gaat alleen maar méér mis.’
Maar als je klimaatbeleid als hindernis of als bedreiging ziet, dan is het afschalen daarvan toch geen status quo? Dat is dan de verandering die zij voorstaan.
‘Dan moet je wel kijken: waar staan we nu met ons klimaatbeleid? Hoeveel daarvan heeft al een gigantisch effect? De CO2-prijs is nu drie jaar serieus te noemen.* De energie-intensieve industrie heeft nog nauwelijks haar uitstoot gereduceerd. Dus we staan pas aan het begin. Nu de stekker eruit trekken, dat is de status quo.’
‘In Italië is bijvoorbeeld de auto-industrie een belangrijk twistpunt. Kijk waar ze staan met Fiat, of met Iveco, dat vrachtwagens maakt. Dat bedrijf staat er heel slecht voor. Dan kun je zeggen: laten we daar maar even geen beleid op maken, want dat is al zo kwetsbaar. Maar dat was ook onze strategie ten tijde van Dieselgate. We hebben de verbrandingsmotor al veel te lang beschermd, en dat is niet een hele succesvolle strategie voor onze auto-industrie gebleken. Want de Chinese auto-industrie is ons nu aan het overnemen.’
Voor veel klimaatactivisten is de industrie de grote boeman. Ze beklagen zich over fossiele subsidies en willen dat bedrijven als Tata Steel hard worden aangepakt. Een nieuw Soevereiniteitsfonds zou betekenen dat grote bedrijven, die veel geld verdienen en weinig belasting betalen, juist méér overheidssteun krijgen.
‘Daarom moeten de voorwaarden voor de bedrijven ook keihard zijn. Te vaak zijn ze weggekomen met boterzachte voorwaarden. Natuurlijk moeten we er ook voor zorgen dat de lasten worden gedragen door de meest kapitaalkrachtigen onder ons. Daarvoor zullen lidstaten hun belastingsysteem moeten hervormen. Eerlijk delen blijft mijn belangrijke uitgangspunt. Maar het eerlijke verhaal is ook dat er gigantische investeringen nodig zijn voor de duurzame transitie.’
Waarom bezuinigen en verduurzamen niet samengaan (en er voor Nederland kansen liggen bij Europees industriebeleid)
Hoe kan Europa mensen meenemen die het gevoel hebben dat ze iets verliezen door die groene transitie?
‘Het komt telkens neer op die investeringsagenda. Je ziet dat sommige landen na corona terug willen in het keurslijf van een totaal ideologisch, achterhaald idee dat de schuld van de overheid het grootste probleem is. Als je nu teruggaat naar die oude begrotingsdiscipline, dan betekent dat voor heel veel landen in Europa: bezuinigen. In Frankrijk, Italië, Spanje komt het neer op keiharde bezuinigingsoperaties.* Wat is er tot nu toe gebeurd door bezuinigingen? Ziekenhuizen moeten dicht, openbaar vervoer verdwijnt, onderwijs verschraalt. Overal waar dat gebeurt, zie je extreemrechts opkomen. En de onvrede richt zich dan tegen het groene beleid. Dus groen beleid combineren met achterhaald begrotingsbeleid, dat is het domste wat je kunt doen.’
Merk je nu al veel van een oprukkende rechtse wind in het Europarlement? Ik las dat er in meerdere debatten, bijvoorbeeld in die over de natuurwet, veel meer misinformatie rondgaat dan voorheen.*
‘Ik maak me zorgen over de houding van de christendemocraten in het Europees Parlement. Zij voelen de hete adem van extreemrechts, en ze maken dezelfde fout als de VVD in Nederland heeft gemaakt: thema’s van extreemrechts groter maken. Waarop de Nederlandse kiezer dacht: dan ga ik naar de real deal.’
‘Je ziet nu hetzelfde gebeuren in de Europese context: de christendemocraten worden zenuwachtig, vooral door de boerenprotesten in Duitsland. En je ziet dat ze de retoriek overnemen van de boeren, dat het groene beleid het grootste probleem is. En dat vertaalt zich in Europa in een aanval op de natuurherstelwet en de pesticidenwet. Met campagnes waardoor je denkt: waar is de tijd gebleven dat jullie een serieuze partij waren? Met die natuurherstelwet hebben de christendemocraten gedaan alsof hele steden erdoor zouden verdwijnen – echt bizar. En dat van een centrumrechtse fractie, dat verwacht je gewoon niet.’
‘Het is exemplarisch: de bezuinigingen die nu bij de landbouw in Duitsland worden opgelegd, uit welke koker komen die? De FDP. En wie krijgt de schuld? De Groenen. Die dimensie zie je wel groter worden, ook in het Europese debat, en dat gaat wel een belangrijk thema worden ook bij de verkiezingen in juni.’
Wat is daar dan het antwoord op van de Groenen?
‘Ik denk dat we ons te makkelijk in die hoek laten duwen. We zijn eigenlijk altijd te netjes. De boodschappen die ik afgeef zijn bewust wat harder, omdat ik vind dat je hier heel helder in moet zijn. En het tweede is dat we duidelijk moeten maken: als we dat groene beleid niet gaan combineren met een heel andere sociaal-economische agenda voor Europa, dan word je in de verdediging gedrukt. Daar zit de crux.’
Stel dat er in Nederland een rechts kabinet komt, misschien met Wilders erin of in een gedoogconstructie met de PVV, en stel dat de volgende Europese Commissie toch vooruit wil met een Green Deal 2.0. Dan kan dat gaan wringen?
‘Ja, daar maak ik me natuurlijk zorgen om, want Nederland is een belangrijk land. En daarom ben ik ook een beetje verbijsterd dat de VVD doet alsof deze formatiegesprekken heel normaal zijn. Europese industriepolitiek en een Europese investeringsagenda zullen in het voordeel van Nederland zijn. Omdat wij geografisch een hele aantrekkelijke ligging hebben. We hebben een grote haven, we zijn een rivierendelta, we hebben veel water, dus koelproblemen zullen wij niet hebben. Logistiek zijn we heel sterk.’
‘Nederland heeft een hele sterke uitgangspositie, en een serieuze Europese industriepolitiek betekent dus heel veel kansen voor de Nederlandse economie. Als wij een rechtse regering krijgen die dit allemaal niet wil, terwijl Europa wel deze kant op wil, dan loop je een groot risico dat we deze kansen gaan mislopen.’