In dit lab werken mensen met autisme aan kunstmatige intelligentie (en dat werkt)
AI wordt mogelijk gemaakt door miljoenen anonieme microwerkers die slecht worden betaald en weinig rechten hebben, schreef ik eerder. Dat dit heel anders kan laat het ‘AI Annotatielab’ in Hilversum zien: hier labelen mensen met ‘een afstand tot de arbeidsmarkt’ data om zo rustig en prikkelarm te kunnen reïntegreren.
Sajjed (18) is op zoek naar een reclameblok. Op zijn beeldscherm spoelt hij de film Pretty Woman razendsnel vooruit en stuit rond minuut 17 op de eerste commercial.
Hij pauzeert de film, noteert de exacte tijd, spoelt door tot de film weer begint en registreert ook dat precieze tijdstip. ‘Ik leer dit aan de computer’, zegt hij trots.
Sajjed doet nuttig werk voor een bedrijf dat AI-software verkoopt. Een van hun producten kan automatisch reclameblokken detecteren in films. Dat is handig voor televisiezenders en voor streamingdiensten die films en series zonder reclame aanbieden. Door de exacte tijden te noteren leert Sajjed de software wat een reclameblok is, zodat die zo’n blok uiteindelijk zelf kan herkennen en er geen Sajjeds meer aan te pas hoeven komen.
In het AI Annotatielab in Hilversum waar Sajjed werkt, zijn er een stuk of twaalf andere mensen die data ‘annoteren’ voor verschillende bedrijven: ze labelen videobeelden, categoriseren audiofragmenten en rubriceren teksten. Sajjed en zijn collega’s behoren tot de enorme groep datawerkers die verspreid over de hele wereld AI-toepassingen traint en data opschoont, en die daarmee een cruciale schakel vormt voor de wetenschap en industrie van kunstmatige intelligentie.
In Syrische en Libanese vluchtelingenkampen, bijvoorbeeld, trainen vluchtelingen software voor zelfrijdende auto’s van verschillende tech- en autobedrijven.* In Venezuela geven arme Venezolanen labels aan videobeelden van lantaarnpalen, zebrapaden en voetgangers.* En ook in Europese landen verrichten miljoenen zogeheten microworkers vaak slecht betaald en eenzaam werk.*
‘Dat kan ook anders’, schreef Muriël Serrurier Schepper in reactie op een artikel dat ik eerder schreef over microworkers. Zij heeft samen met Regio Gooi- en Vechtstreek* het AI Annotatielab opgericht, en nodigde mij uit eens in haar lab te komen kijken.
Werkervaring opdoen door scheuren in dijken te spotten
Een paar bureaus verderop laat Tobias (34) een project zien waar hij aan werkt. Op zijn beeldscherm staan foto’s van dijken, die zijn gemaakt door drones. Het is zijn taak om op de foto’s eventuele scheuren in de dijken aan te wijzen. Op dit moment is het nog zo dat dijken op scheuren worden gecontroleerd door inspecteurs ter plaatse; straks moet dit deels geautomatiseerd gebeuren – met dank aan de medewerkers van het AI Annotatielab. ‘Verschrikkelijk om te doen’, zegt Tobias met een grijns. ‘Maar wel belangrijk.’
Tobias heeft een ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ – net als Sajjed en de andere deelnemers. Het AI Annotatielab is een leerwerkplek voor mensen die niet in staat zijn om te werken. Bijvoorbeeld omdat ze verslaafd zijn geweest, autisme hebben of met andere problemen worstelen. Het is een gevarieerde groep, zegt Serrurier Schepper, met als gemene deler dat alle deelnemers buiten de bestaande reïntegratietrajecten vallen.
De veilige, prikkelarme omgeving van het AI-lab sluit veel beter aan op de behoeften van deze mensen
‘Dit zijn mensen met een type problematiek of een dusdanig hoog IQ dat de gemeenten er geen passende plek voor kunnen vinden’, vult Marjolein Grootjen aan. Grootjen werkt voor Regio Gooi- en Vechtstreek en runt als ‘jobcoach’ samen met Serrurier Schepper het lab. Grootjen kent de doelgroep goed en weet ook waarom het vaak niet lukt met deze mensen. ‘Ze zijn niet geschikt voor de fabriek of de groenvoorziening. De veilige, prikkelarme omgeving van het AI-lab sluit veel beter aan op hun behoeften.’
Ze vertelt dat Sajjed, Tobias en de anderen maximaal zes maanden deelnemen aan het AI Annotatielab (met behoud van hun uitkering). Het annoteren van de data is een middel om (weer) werkervaring op te doen, geen doel op zich; de kans is groot dat deelnemers na afloop een baan vinden in een heel andere branche.
Ze worden daarbij intensief begeleid door jobcoach Grootjen. Met succes: 75 procent van de deelnemers vindt na het lab een baan of komt in ‘iets passends terecht’. Waarbij ‘iets passends’ ook kan betekenen: zogenoemd ‘beschut werk’ bij de gemeente – of helemaal geen werk, omdat duidelijk wordt dat iemand niet tot werken in staat is.
Grootjen vertelt dat ze de ontwikkeling van de deelnemers minstens zo belangrijk vindt als die hoge uitstroomcijfers. ‘Sommige mensen leren hier voor het eerst lunch te eten rond lunchtijd’, zegt ze. ‘Anderen durven eerst niet binnen te komen, en vragen later: hoe was je weekend? Dat is geweldig.’
In het AI Annotatielab draait het niet om productiviteit
In Hilversum is te zien dat het inderdaad anders kan. Deze mensen werken niet voor een anoniem techbedrijf omdat ze geen andere baan kunnen krijgen. Ze werken hier voor zichzelf, om werkervaring op te doen, en worden daarbij met veel toewijding begeleid door Grootjen en Serrurier Schepper.
Ik vraag aan Serrurier Schepper of ze opdrachten zou aannemen van grote AI-spelers als OpenAI (bekend van ChatGPT) en Meta (Facebook en Instagram), partijen die veel gebruikmaken van microwerkers.
Ze vertelt dat het AI Annotatielab duurder is dan de microwerkplatforms waar de techindustrie gebruik van maakt. Ook wil ze niet dat haar deelnemers bij hun werk schokkende beelden of teksten te zien krijgen. Maar indien een bedrijf als OpenAI bereid is normale prijzen te betalen en acceptabele content aanlevert, waarom niet?
‘Als ze maar weten met wie ze in zee gaan’, zegt ze. ‘En als ze ermee akkoord gaan dat het niet uitmaakt dat de ene deelnemer vijf taken in een uur afrondt en een ander tachtig.’