Burgerschapsles ten koste van biologie? Dat werkt averechts
Om polarisatie in de maatschappij tegen te gaan, wil de overheid meer aandacht voor burgerschap en digitale geletterdheid op middelbare scholen. De vakken wiskunde en Nederlands krijgen daar straks extra uren voor. En dus moeten andere vakken inschikken. Natuurkunde en vooral biologie zijn de klos. Havisten krijgen zelfs 30 procent minder biologie in de bovenbouw.
Waarom snijden?! Juist dit vak kan uitstekend samengaan met aandacht voor burgerschap. Als er één vak is dat betrokken burgers kan kweken, dan is het biologie.
Biologie is les over het leven
Wat is burgerschap? Als je het de overheid vraagt: sociale en maatschappelijke vaardigheden die leerlingen nodig hebben om deel te kunnen nemen aan de samenleving.* Mijn punt: als je de samenleving wil begrijpen en beter maken, dan is gedegen kennis van biologie onontbeerlijk.
Neem het verlies van biodiversiteit, wereldwijd misschien wel de moeilijkste crisis om op te lossen. Dat lukt alleen als de samenleving natuur belangrijk vindt, maar waarom zou je belang hechten aan biodiversiteit als je nog geen reiger van een duif kan onderscheiden? Dit soort kennisoverdracht kan je niet alleen overlaten aan Disney en Freek Vonk. En lang niet iedereen heeft ouders die je mee naar buiten nemen. Van een scherm leer je niet echt hoe wonderlijk een bloem in elkaar steekt, of een vlieg, laat staan hele bossen.
Kennis is de basis voor betrokkenheid. En dat geldt ook voor gezondheid en seksuele vorming. Dat ‘roken dodelijk is’ gaat leven als je weet wat er met je longblaasjes gebeurt als je teer inademt. Bij biologie hoor je hoe een baarmoeder werkt, sperma, de clitoris, wat een soa is, en hoe je jezelf en je sekspartner ertegen beschermt. Een leraar legt dat beter uit dan de meeste ouders – als je het al van hen wilt horen.
Hetzelfde geldt voor racisme. Het is voor een constructieve maatschappelijke discussie essentieel om te begrijpen dat er geen biologische basis is voor onderscheid in rassen. Dat ‘intelligentie’ niet zomaar in je genen zit. Dat racisme gevoed wordt door wij-zij-denken, en dat dit door onze evolutionaire geschiedenis diep in ons is verankerd.
Als we onze kinderen een betere toekomst gunnen, moeten we ze leren hoe klimaatverandering veroorzaakt wordt, hoe ecosystemen werken en de voedselkringloop, wat het belang is van schone lucht en water. Als je niet weet wat we kapot maken, en niet hebt geleerd waarom dat fataal is, zal je ook niet geneigd zijn er iets aan te willen doen.
Aandacht voor de sociale context
Ik weet: met kennis alleen ben je er niet. Meer aandacht voor de sociale context van die kennis – meer dan ik 25 jaar geleden op school kreeg – lijkt me een uitstekend idee.
Dat kennis niet zaligmakend is, konden we ervaren tijdens corona. De antivaxbeweging heeft levens gekost van mensen die zonder vaccinatie stierven aan corona. Gebrek aan kennis? Nee. Betweterige bèta’s die nog één keer uitlegden waarom een vaccin belangrijk was, bleken niet voldoende om hen naar de GGD te krijgen.
Complottheorieën verspreiden zich misschien wel meer door een gebrek aan vertrouwen dan door een gebrek aan kennis. Hoe creëer je vertrouwen? ‘Aandacht voor sociale en maatschappelijke vaardigheden’ zou daar best eens aan kunnen bijdragen. Burgerschap, dus.
Maar moet die les burgerschap dan ten koste gaan van lessen over virussen en het immuunsysteem? Nee. Dan gooi je het kind met het badwater weg.
Voor burgerschap én voor biologie
Biologiekennis en goed burgerschap hebben alles met elkaar te maken. Een les over de werking van vaccinaties kan uitstekend samengaan met een gesprek over de angst ervoor. Uitleg over de clitoris met vragen over seks, emancipatie en vrijheid. Evolutie met een discussie over het verenigen van wetenschap en geloof. Een les over wat roken doet met het lichaam kan via tabaksbedrijven en reclame ook over het belang van democratie gaan.
Als ik aan mezelf denk op de middelbare school, zijn dít de lessen waarmee je mijn puberale aandacht had gekregen. Voor burgerschap én voor biologie. Zo kweekt het onderwijs kritische burgers met kennis, en haalt het tegelijk de wetenschap uit haar ivoren toren.
Geef leerlingen niet minder biologie, maar meer. Want als er één vak is waar je wat aan hebt in het samenleven, dan is het biologie: het vak over het leven.