Stel je voor: een internationale beweging van ambitieuze wereldverbeteraars. Een organisatie zonder winstoogmerk, met hubs over de hele wereld, van Londen tot Sydney en van Tokio tot New York. Een alliantie van idealisten die het opneemt tegen de grootste problemen van onze tijd – of het nu gaat over klimaatverandering of belastingontduiking, extreme armoede of de tabaksindustrie.

En we noemen die beweging: The School for Moral Ambition.

Dat was de ietwat megalomane droom waar ik in het voorjaar van 2023 mee rondliep. Ik was een boek aan het schrijven met de titel Morele ambitie, over de wil om de wereld drastisch te verbeteren. Het moest een soort zelfhulpboek worden, maar dan niet om je leven makkelijker te maken, maar juist uitdagender. ‘Morele ambitie’ is de wil om bij de besten te horen, maar met andere maatstaven van succes. Geen dik salaris of deftige titel, maar een carrière die is gewijd aan de beste oplossingen voor de grootste wereldproblemen.

Aanvankelijk was ik van plan om me aan mijn gebruikelijke strategie te houden: boek tikken, nietjes erdoor en hopen dat anderen er iets mee zouden doen. Dat laatste had ik een enkele keer meegemaakt, in 2015 bijvoorbeeld, toen een Canadese vrouw – Claire Elizabeth Williams – mijn boek over het basisinkomen had gelezen en vervolgens een stichting had opgericht om De resultaten van dat experiment en ik ben er best een beetje trots op dat ik hier een steentje aan heb kunnen bijdragen.

Maar verder, zo moest ik toegeven, had ik weinig concrete verhalen over de impact van mijn werk. Ik begon me dan ook steeds vaker af te vragen of het belang van ‘bewustzijn’ niet zwaar wordt overschat. Hoeveel Amsterdamse debatavondjes had ik inmiddels wel niet bijgewoond? Tientallen, misschien zelfs honderden bijeenkomsten, die meestal eindigden met dezelfde constatering: ‘Toch goed dat we het er weer over hebben gehad.’

De moderne mens is – dierenleed, klimaatverandering, mensenhandel, enzovoorts – maar doen we er ook wat mee? Zetten we ons bewustzijn ook om in actie?

Meestal niet.

Het idealisme van een activist, de ambitie van een start-upondernemer

Ik wilde meer weten over de pioniers uit onze geschiedenis die wél in beweging kwamen, en begon me daarom te verdiepen in de Britse anti-slavernijbeweging uit de achttiende eeuw. Dit was namelijk de eerste grote en succesvolle beweging voor mensenrechten. Eén simpel feit fascineerde me nog het meest aan die beweging: de oprichters waren bijna allemaal ondernemer. Om precies te zijn: tíén van de twaalf oprichters van de Society for the Abolition of the Slave Trade

Dit waren mensen die wisten hoe je moet bouwen en opschalen, die een fikse dosis idealisme combineerden met een flinke dosis ambitie. Toen begon het me te dagen: is dit niet precies wat we nu nodig hebben in de strijd tegen de grote wereldproblemen? Wat zou er gebeuren als we het idealisme van een activist combineren met de ambitie van een start-upondernemer?

Ik besloot op zoek te gaan naar dat soort mensen. Mensen die al eerder organisaties hadden gebouwd, en zouden weten hoe we die ietwat megalomane droom van een ‘School for Moral Ambition’ zouden kunnen realiseren. En jawel, ik vond er drie: een ontwerper, een consultant en een bankier.

Laat ik ze aan je voorstellen. Om bij de ontwerper te beginnen: Harald Dunnink kende ik al tien jaar, want hij is naast de oprichter van ontwerpbureau Momkai een van de oprichters van De Correspondent. Vanaf het prille begin was hij het meesterbrein achter onze prijswinnende vormgeving. Als we iets groots willen bouwen, wist ik, dan moeten we er vanaf dag één goed uitzien, met een heldere strategie om zo effectief mogelijk te communiceren – en wat dat betreft kende ik niemand die geschikter zou zijn dan Harald.

In juni 2023 ontmoette ik Jan-Willem van Putten, een consultant die zijn baan had opgezegd om sociaal ondernemer te worden. Hij bleek bovendien de enige Nederlandse alumnus van de Londense school Charity Entrepreneurship, ‘het Zweinstein voor wereldverbeteraars’, waar ik Jan-Willem had een stichting opgericht, genaamd Training for Good, die fellowships organiseert voor toptalent uit de techsector.

Dat zit zo: al een paar jaar voor de komst van ChatGPT begreep Jan-Willem dat artificiële intelligentie weleens heel groot kon worden, maar dat er bij de overheid te weinig kennis zit over hoe we deze krachtige technologie kunnen reguleren. De meeste expertise zit immers bij machtige bedrijven in Silicon Valley. En dus probeerde Jan-Willem mensen weg te lokken bij Big Tech, om ze vervolgens op te leiden om het verschil te maken in Brussel. En met succes: onlangs werd de Europese AI Act aangenomen, waar de fellows van Jan-Willem met hun expertise flink aan hebben bijgedragen.

Toen ik dat hoorde, dacht ik: kunnen we dit model niet opschalen? Talent weglokken bij Big Tech klinkt me als muziek in de oren, maar kunnen we het niet ook weglokken bij Big Oil, Big Tobacco, Big Pharma, Big Finance en noem maar op? Zouden we niet het ene na het andere prestigieuze fellowship kunnen organiseren om slimme mensen op bijvoorbeeld de Zuidas te helpen aan een baan met veel meer positieve impact? Stel je voor: een elitekorps van twaalf topadvocaten die het opnemen tegen de tabaksindustrie, hoe vet zou dat zijn?!

Tegelijkertijd waren we het erover eens dat ‘morele ambitie’ geen elitair ideaal mocht worden. Iedereen heeft immers een talent. Eigenlijk zou morele ambitie een bekende levensstijl moeten worden, net als minimalisme of mindfulness. Wat dat betreft moest ik denken aan een boek dat jaren eerder was verschenen, Lean In van Sheryl Sandberg. Dat was een gids voor vrouwen die het glazen plafond wilden doorbreken. Sandberg had een stichting opgericht die duizenden ‘Lean In Circles’ faciliteert: kleine groepjes van ambitieuze vrouwen die

De parallel was snel getrokken. Waarom zouden we niet hetzelfde doen, maar dan met morele ambitie? Hoe gaaf zou het zijn als er honderden of zelfs duizenden ‘Moral Ambition Circles’ van start zouden gaan in het hele land? Stel je voor: een groepje van vijf tot acht professionals die met elkaar in gesprek gaan over het verschil dat ze kunnen maken met hun werk. Mensen die samen meer te weten komen over de grootste wereldproblemen en elkaar ondersteunen bij het zetten van de eerste stap.

De meest hectische maanden van ons leven

Mooi plan, maar hoe organiseer je zoiets? Antwoord: daar heb je een professional voor nodig. Gelukkig gebeurde er toen iets wat ondernemers wel vaker schijnt te overkomen: de beste mensen vind je niet zelf, maar die vinden jou. We waren op zoek naar een vierde medeoprichter, toen Julia van Boven ineens op de deur klopte. Julia was afgestudeerd als moraalfilosoof en had aan het begin van haar carrière een sollicitatiebrief gestuurd naar ABN AMRO met de volgende strekking: ‘Geachte heer/mevrouw, u heeft vast nog nooit een brief van een ethicus gekregen, maar volgens mij kunnen jullie er wel een gebruiken.’

Julia werd direct aangenomen en deed zeven jaar lang allerlei mooie projecten binnen de bank. Zo was ze co-lead van (ze hielp bedrijven met duurzame innovatie), de medeoprichter van de van de bank, en doceerde ze ondertussen ook nog aan de Hogeschool voor Toegepaste Filosofie. Maar na een tijdje was het toch gaan knagen bij Julia. Zou ze buiten de bank een nog groter verschil kunnen maken? Moest ze ook naar die school voor wereldverbeteraars in Londen, waar ze onlangs op De Correspondent over had gelezen? Of zou ze een eigen school voor moreel leiderschap kunnen opzetten?

Toen hoorde ze in de wandelgangen over het initiatief van Harald, Jan-Willem en mij. En in no time had ze ons ervan overtuigd dat zij onze Community Director moest worden, degene die het voortouw zou nemen in het opzetten van de Moral Ambition Circles.

Wat volgde, waren de meest hectische maanden van ons leven. In de afgelopen maanden hebben we ons een slag in de rondte gewerkt om alles op tijd klaar te hebben voor de lancering van het boek en de beweging. En dan te bedenken dat dit nog maar het begin is! We zien ons eerste jaar in Nederland als ons pilotjaar, waarin we zo veel mogelijk willen leren over hoe we straks – als het boek in het Engels verschijnt – internationaal kunnen gaan.

Aan ambitie, kortom, geen gebrek. Want als we iets hebben gemerkt de afgelopen tijd, dan is het hoeveel energie je kunt krijgen van iets waar je heel erg in gelooft. Het enige nadeel is dat ik voorlopig weinig tijd heb om stukken te schrijven voor De Correspondent. Maar ik ben heus niet ineens vertrokken, want ik blijf de en natuurlijk wordt mijn boek uitgegeven door de beste uitgever van Nederland: De Correspondent. 🙂

Mocht je het boek willen bestellen, Wil je meer weten over The School for Moral Ambition, ga dan naar

Tot de volgende!

Rutger