Hallo rechtse meerderheid in Nederland. Dag natuur in heel Europa

Thomas Oudman
Correspondent Voedsel

Het is NSC op de valreep gelukt: de nieuwe Europese natuurherstelwet is tegengehouden. De waarin ze het kabinet vroegen tegen de wet te stemmen, haalde een ruime Kamermeerderheid.

En toen ging het snel. Het kabinet gaf gehoor aan de oproep, waarop Hongarije zich bij Nederland aansloot. Daarmee was er niet langer zicht op een meerderheid voor de wet De laatste stemming die nodig was, werd voor onbepaalde tijd uitgesteld.

Met de Europese verkiezingen voor de deur is het maar de vraag of er ooit nog wat van de wet terechtkomt. Conservatief-rechtse partijen, die stuk voor stuk tegen de natuurherstelwet zijn, winnen in heel Europa aan invloed.

De motie van NSC en BBB is keurig in lijn met het aloude imago van Nederland binnen de EU: als het gaat om natuurbescherming, zijn we al decennialang het stoutste jongetje van de klas. Het Nederlandse landbouwministerie verzet zich structureel tegen bindende afspraken over natuurbescherming.

Die zijn helaas niet verenigbaar met de belangen van onze vee-industrie.

Welkom in de nieuwe rechtse werkelijkheid

Door de stikstofcrisis leek het erop dat het roer in Nederland om zou gaan. Zelfs VVD en CDA zagen heel even de noodzaak tot Maar die noodzaak lijkt al weer geschiedenis: zonder er zelfs maar een debat over te voeren, stemde een in met de motie van Caroline van der Plas (BBB) en Rosanne Hertzberger (NSC).

Welkom in de nieuwe rechtse werkelijkheid. Van BBB had niemand anders verwacht. Maar NSC is nieuw in de Kamer, en leek op het gebied van landbouw vooralsnog even onderzoekend als genuanceerd. Nu is de aap uit de mouw. ‘Ook wij vinden natuur belangrijk’, schreef Hertzberger in een korte toelichting op ‘en daar zullen we ons hard voor maken’.

Maar niet met de nieuwe verplichtende natuurwetgeving dus. Omdat – zo is in de motie te lezen – ‘voorzichtigheid geboden is’.

Waar moeten we volgens NSC voorzichtig mee zijn? Niet met de natuur, dus.

Natuurherstel is bittere noodzaak

ondertekend door maar liefst 1.400 Europese wetenschappers, laat er geen enkele twijfel over bestaan: een Europese natuurherstelwet is urgent en bittere noodzaak. Met deze wet worden fouten uit eerdere richtlijnen verbeterd die écht natuurherstel de afgelopen 32 jaar onmogelijk maakten. Voor uitstel, in welke vorm dan ook, betalen we een hoge prijs. 

32 jaar geleden werd de Habitatrichtlijn van kracht. Het belangrijkste onderdeel van die richtlijn waren de zogenaamde Natura 2000-gebieden. Gebieden door heel Europa, waarbinnen niet alleen kwetsbare soorten zelf werden beschermd, maar ook hun ‘habitat’. Het hele lokale ecosysteem dus.

De Habitatrichtlijn heeft daarmee veel beschermde soorten een reddingsvlot geboden, maar de richtlijn kent ook zwaktes. Lidstaten wisten de mazen in de wet al snel te vinden en maakten daar handig gebruik van. Zo kon het gebeuren dat het grootste gevaar voor de natuur, de landbouwsector, niet werd aangepakt.

Als er één land goed bleek te zijn in het vinden van zwakke plekken in de Europese wet, dan was het Nederland wel. Al die jaren deden we de ene belofte na de andere, maar wisten we de natuur niet te herstellen. Krimp van de vervuilende veestapel bleef uit, en telkens kwamen we ermee weg.

De nieuwe Europese natuurherstelwet moest daar verandering in brengen. 

De grutto is wel beschermd, maar zijn leefgebied niet

Een van de grootste zwaktes in de huidige wet: alleen de natuur ín Natura 2000-gebieden wordt erdoor beschermd. De natuur búíten de beschermde gebieden is vogelvrij – in de negatieve zin van het woord. Bijna alle boeren maaien hun gras heel vroeg in het jaar al, waardoor beschermde weidevogels uitsterven. Want de grutto’s zijn dan wel door de wet beschermd, het overgrote deel van

Nederland heeft al die tijd geprobeerd om de kool en de geit te sparen. Dat wil zeggen: de intensieve veeteelt én de grutto. Onze oplossing: natuur in Natura 2000-gebieden, intensieve landbouw daarbuiten.

Maar je kunt de natuur niet van de landbouw scheiden: dankzij veel geld en energie van natuurorganisaties kunnen weidevogels op sommige plekken in Natura 2000-gebieden nog succesvol broeden, maar daarbuiten zijn ze ten dode opgeschreven. Dus En dat geldt net zo goed voor een heleboel andere vogels, zoogdieren, insecten en wilde planten.

Dankzij natuurorganisaties kunnen weidevogels op sommige plekken in Natura 2000-gebieden nog succesvol broeden, maar daarbuiten zijn ze ten dode opgeschreven

De níéuwe natuurherstelwet is niet zozeer strenger dan de Habitatrichtlijn, maar beter Deze wet eist bijvoorbeeld van de lidstaten dat ze weer ruimte voor natuur creëren op landbouwgrond – omdat scheiden overduidelijk niet werkt. Ook staat er in de wet dat iedere lidstaat zich hard moet maken voor de insecten die onze gewassen bestuiven. En voor onze en die tot vijftig jaar geleden nog karakteristiek waren voor Nederland.

De wet eist ook dat het waterpeil in veengebieden weer omhooggaat. Veel boeren zijn daar niet blij mee, want gras groeit langzamer met natte voeten. Maar een hoger waterpeil voorkomt uitdroging van het veen, en daarmee bodemdaling en de uitstoot van Op de lange termijn is iedereen daar dus bij gebaat – ook de boeren.

Anders dan je zou kunnen denken op basis van zijn de geschatte economische baten van de natuurherstelwet en komt de wet zowel de voedselzekerheid als de werkgelegenheid

Het is ‘moeilijk haalbaar’ – in zwijnenstal Nederland

BBB bestaat bij de gratie van de huidige landbouwsector. Logisch dat zij tegen de nieuwe wet zijn, want die schrijft voor dat hun geliefde sector op de schop moet. Maar voor NSC ligt dat anders. Kort voordat hij zijn eigen partij oprichtte, werd Pieter Omtzigt nog gevraagd waarom hij zich niet bij BBB aansloot: ‘Ik ben niet de politiek in gegaan om de

Waarom torpedeert NSC de natuurherstelwet dan nu?

In hun motie schrijven BBB en NSC dat de nieuwe natuurherstelwet ‘ernstige juridische en beleidsmatige gevolgen’ kan hebben. Net als de stikstofwet zou de natuurherstelwet Nederland volgens de twee partijen verplichten ‘bindende doelstellingen’ te realiseren die ‘moeilijk haalbaar zullen zijn voor Nederland’.

Wat dat laatste betreft hebben ze wat mij betreft helemaal gelijk: die doelen zijn inderdaad moeilijk te bereiken, zeker voor zwijnenstal Nederland. Maar dat is nu juist waarom die wet zo hard nodig is. De vergelijking met de stikstofwetgeving is bovendien misleidend: de nieuwe natuurherstelwet verplicht geen meetbaar resultáát. Het verplicht de ínspanning.

Dit nuanceverschil is een forse afzwakking van de wet, te danken aan een flinke lobby vanuit de Nederlandse overheid. Niet geheel verrassend, want bijna nergens is de natuur er zo slecht aan toe als hier. In de EU-lidstaten verkeert gemiddeld 80 procent van de natuur in slechte staat – hier in Nederland is dat 90 procent. In de nieuwe wet staat dat dat percentage omlaag moet, naar 70 procent in 2030, 60 procent in 2040 en Nederland krijgt het dan dus een stuk moeilijker dan de andere lidstaten.

Maar omdat de natuurherstelwet ons niet verplicht dat doel te behálen, halen we ons geen juridische onmogelijkheden op de hals. We verplichten onszelf dus slechts om het te probéren. Dat komt neer op het maken van fundamentele keuzes, op de korte termijn, waardoor de natuur eindelijk kan gaan herstellen. Dat zou je inderdaad ‘ernstige beleidsmatige gevolgen’ kunnen noemen.

En deze ‘gevolgen’ komen niet boven op de verplichtingen in het kader van de stikstofcrisis; ze maken deel uit van de oplossing. Het is een grote crisis: de erbarmelijke staat van de natuur, door stikstofuitstoot, die met name veroorzaakt wordt door veeteelt. Nog zo’n stukje overlap: de Kaderrichtlijn Water. Ook deze bestaande Europese wetgeving zit Nederland dwars: wij hebben de slechtste waterkwaliteit van de hele EU, vooral door vervuiling uit de landbouw (stikstof, fosfaat en bestrijdingsmiddelen). Ook deze waterwet gaat over natuurbescherming: het herstel van de onderwaternatuur.

De natuurherstelwet is bedoeld om al deze problemen voor eens en voor altijd op te lossen.

Dit gaat niet over Nederland – dit gaat over de Europese Unie

Waarom dan tóch tegenstemmen? NSC redeneert als volgt: Nederland kan zelf wel regelen hoe we de natuur beschermen, net zoals wij ook zelf wel weten Oftewel, NSC vindt het lastig te verteren dat ‘Brussel’ bepaalt wat er gebeuren moet. Waarom zou je je extra eisen laten opleggen, terwijl je de touwtjes in handen kunt hebben?

Welnu: omdat het niet alleen over Nederland gaat, maar over de hele Europese Unie. Deze wet probeert de vernietiging van ecosystemen en het uitsterven van soorten te voorkomen in een gebied waarvan Nederland nog niet 1 procent beslaat.

En die andere 99 procent gaat hard Terwijl die voor ons misschien nog wel belangrijker is dan ons eigen procentje. Omdat wij hier in Nederland zo lang geen poot hebben uitgestoken naar de natuur, en zo onze eigen natuurlijke rijkdom hebben gedecimeerd, zijn we voor het voortbestaan van soorten nog afhankelijker geworden van natuurbescherming in de ons omringende landen.

Als andere landen hetzelfde hadden gedaan als Nederland, was de kemphaan nu uitgestorven. Net als de ooievaar, zilverreiger en zeearend, de rode vuurvlinder en de rouwmantel, zalm en forel, paling en haring, otter, bever, wolf en bruine beer. En het zou onze eigen welvaart niet bepaald ten goede zijn gekomen.

Dus ja, NSC, voorzichtigheid is geboden.