Sceptici opgelet: dit is wat we weten over klimaatverandering
De prestigieuze Amerikaanse Association for the Advancement of Science mengt zich met een goed leesbaar rapport in de discussie over klimaatverandering. Ze zijn het ongefundeerde klimaatscepticisme zat en zetten alle wetenschappelijke kennis voor je op een rijtje.
Zijn bijnaam was ‘de oorlogsmachine.’ François Véron - redenaar, filosoof en jezuïet - was een van de laatste redmiddelen die de katholieke Franse koning aangreep om aan het begin van de zeventiende eeuw een Franse protestantse reformatie de kop in te drukken.
In de tijd dat het belegeren van steden en het verbranden van mensen een minder overtuigende strategie bleek om gelovigen binnen de moederkerk te houden, besloot het Franse kerkbestuur in samenspraak met het koningshuis de kwestie van ‘het ware geloof’ via openbare discussies te beslechten.
De katholieke Véron betoogde in gesprekken met calvinisten en lutheranen dat protestanten hun claims op het ware geloof helemaal niet konden onderbouwen. Als een volleerd scepticus vroeg Véron: ‘Hoe weten de protestanten welke boeken er precies tot de Bijbel behoren?’ En: ‘Hoe weten zij dan precies hoe ze die boeken correct moeten interpreteren?’ En: ‘Als zij de autoriteit van de katholieke kerk afzweren, op welke autoriteit beroepen zij zich dan?’
Op podia en aan universiteiten daagde pater Véron de protestanten uit om hun claims te verdedigen. Véron was zo goed in het verwarren en ontmoedigen van protestanten, dat het Franse hof hem vrijstelde van zijn onderwijsverplichtingen en hem op kosten van de Franse kroon het hele land door stuurde.
Het ging echter niet zomaar om het scheppen van een nieuw filosofisch probleem. Véron was een scepticus in dienst van de macht.
De controverse in leven houden
De levenswandel van Véron doet sterk denken aan die van de merchants of doubt - lobbyisten, wetenschappers en redenaars die ingehuurd worden door tabaksbedrijven en petroleumgiganten om twijfel te zaaien over de kans op longkanker of klimaatopwarming. Deze term - ‘handelaren in twijfel’ - werd gemunt door wetenschapshistorici Naomi Oreskes en Erik Conway. Ook zij hebben de missie om, in de woorden van de auteurs, ‘de controverse in leven te houden.’
In de discussie over klimaatverandering doen al jaren aardig wat sceptici mee. Journalist Brendan Montague schreef voor Vice een reportage over een congres van klimaatontkenners. Het verslag geeft een mooi inkijkje in de Amerikaanse denktank The Heartland Institute, gefinancierd door de conservatieve gebroeders Koch,die ogenschijnlijk ‘in the interest of science’ op meer consensus willen wachten. En ook in deze discussie vloeit er een hoop geld van het establishment naar de radicale twijfelaars. Tot grote ergernis van een prominente groep Amerikaanse wetenschappers.
De American Association for the Advancement of Science (AAAS), begon dit voorjaar een nieuw offensief in de slepende discussie over klimaatverandering. De AAAS is een meer dan tweehonderd jaar oude academie met tienduizenden leden en uitgever van het toonaangevende tijdschrift Science. In een indrukwekkend overzicht getiteld ‘ What we know’ bindt de AAAS de strijd aan met de sceptici.
De drie belangrijkste punten
De toon van het rapport is droog, maar tussen de regels van de staccato opsomming van feitjes klinkt ook een zekere irritatie door. De irritatie die je als kind kon voelen toen een lolbroek je napraatte. ‘Nu moet ‘t een keertje afgelopen zijn’ hoor je de wetenschappers bijten. Dit zijn de drie belangrijkste punten:
- 97 procent van de wetenschappelijke gemeenschap is het erover eens: klimaatverandering bestaat. En het wordt veroorzaakt door menselijk handelen.
- We zijn rap bezig om naar een gemiddelde temperatuur op te klimmen waarbij we niet kunnen voorspellen wat de gevolgen zullen zijn - maar er zullen gevolgen zijn, en het zal vermoedelijk lastig zijn om die gevolgen weer ongedaan te maken.
- Hoe eerder we iets doen om verdere opwarming te voorkomen, hoe goedkoper we uit zijn.
Naast deze drie stellingen geeft het rapport ook een prachtig overzicht van alle bestaande en mogelijke implicaties van klimaatverandering: van diersoorten die wegtrekken van de evenaar en richting de polen migreren en vissen die dieper de oceaan induiken, tot strategische gevolgen voor het Amerikaanse leger. Zo verwacht het leger dat droogte en voedselschaarste zullen leiden tot conflicten in (grondstofrijke) regio’s die van strategisch belang zijn voor de VS.
De wetenschappers geven een uitgebreid notenapparaat, en gebruiken zelfs documentatie uit het Pentagon, dat niet bepaald bekendstaat als broeinest van linkse hobbyisten en boomknuffelende radicalen.
Maak het eng of grappig
De vraag blijft echter of feiten, voetnoten en lijvige documenten helpen om de politieke strijd om het klimaat te winnen. Daarvoor moet de waarheid misschien toch mooier gemaakt worden. Of enger - zoals het satirische Borowitz Report van The New Yorker aandroeg. Borowitz stelt voor om de technische en weinig opwindende term ‘klimaatverandering’ te vervangen voor ‘uw leven zal bestaan uit roeien op een rivier vol rottende lijken.’
Of volg het advies op van John Oliver, voormalig correspondent - in de traditionele zin van het woord - van het satirisch nieuwsprogramma The Daily Show: houd ieder debat over klimaatverandering voortaan met drie sceptici en 97 overtuigde wetenschappers.
Twijfel is macht
Kritische burgers en journalisten mogen natuurlijk nooit klakkeloos alles aannemen. En er bestaat altijd een kans dat het klimaatprobleem toch wel meevalt. Twijfel en kritiek is belangrijk. Scepsis is belangrijk. Maar het is de vraag of totaal scepticisme, scepticisme ten aanzien van 97 procent van de wetenschappers, wel een echt standpunt en niet een ‘zweefpunt’ is. En, als het niet een standpunt maar een zweefpunt is, wie er dan van de scepsis profiteert.
Het radicale en subversieve karakter van scepticisme doet je al snel geloven dat sceptici ook radicale of subversieve belangen vertegenwoordigen. Dat is een grote valkuil. Vaak genoeg, zo laten sceptici van François Véron tot the merchants of doubt zien, staat radicale twijfel juist in dienst van gevestigde belangen.
Het was nota bene Harry Truman, president van de Verenigde Staten, de grote overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog, de machtigste man van de vrije wereld, die precies wist hoe je twijfel in kon zetten in het verwerven van macht. Van hem is de gevleugelde uitspraak: ‘If you can’t convince them, confuse them.’