Van het gas af: hondsmoeilijk, maar toch gaat het lukken

Jelmer Mommers
Correspondent Democratie & Klimaat
In heel Nederland starten groepen mensen hun eigen lokale warmteproject. Zo ook in Haarlem. De teamleden van Zonnewarmte Ramplaankwartier werken aan een gasvrije wijk – voor en door wijkbewoners, samen met de gemeente. Foto’s: Maarten Delobel (voor de Correspondent)

Nederland gaat van het gas af. Een absolute monsterklus, die steeds wordt uitgesteld: gemeenten wachten op het Rijk, en het Rijk wacht op Europa. Met een nieuwe wet komt daar langzaam verandering in – zelfs een rechtse meerderheid in de Tweede Kamer houdt de warmtetransitie niet tegen.

Er zijn En van die 8 miljoen wordt In 2050 moet dat percentage Klimaatverandering, Groningen, afhankelijkheid van Russisch gas: argumenten te over!

De komende kwarteeuw moet dus zowat elke straat in Nederland open. Gasleidingen gaan de grond uit en warmtenetten de grond in; dunne stroomlijntjes worden vervangen door dikke kabels om de energiebehoefte van warmtepompen te voeden. 

Die woningen zijn verdeeld over Geen wijk of buurt is hetzelfde: Ga maar na: om een buurt te verduurzamen moeten niet alleen bewoners, vve’s en woningcorporaties op één lijn zitten, maar ook energiebedrijven, netbeheerders en aannemers. Hoe snel dat gaat, is weer afhankelijk van wetten, regels en plannen gemaakt door gemeenten, provincies, de Rijksoverheid en de Europese Unie.

Als je het hebt over de warmtetransitie – zoals deze operatie heet – dan heb je het over zonneboilers op daken, waterschappen die warmte winnen uit oppervlakte- en afvalwater, energiebedrijven die deze warmte ’s zomers ondergronds opslaan om haar in de winter weer omhoog te halen. Je hebt het over notarissen, die miljoenen splitsingsaktes moeten aanpassen voor bewoners die overstappen op een collectieve warmtevoorziening in plaats van hun eigen cv-ketel; ecologen, die ‘soortenmanagementplannen’ moeten schrijven over de vleermuizen en andere beschermde diersoorten die zich al dan niet ophouden in nog te isoleren spouwmuren; en omgevingsdiensten, die ontheffingen op de Wet natuurbescherming kunnen uitdelen áls de soortenmanagementplannen van de ecologen aan de voorwaarden  

Als je even stilstaat bij de schaal van de warmtetransitie, gaat het je duizelen. Je zou het maar moeten organiseren.

De gemeente: machteloze regisseur van de warmtetransitie

Arme gemeenten. In 2019 spraken overheden, het bedrijfsleven en de milieubeweging in het Klimaatakkoord af dat gemeenten deze monsterklus zouden regisseren. Die zitten het dichtst op de bewoners, voor wie de gevolgen van de maatregelen tot achter de voordeur reiken. Dat ligt gevoelig, dus zijn maatwerk en intensief overleg met bewoners nodig.

Maar vijf jaar na dato komt er nog maar weinig van terecht: hoewel het kabinet-Rutte III ernaar streefde dat al in 2021 zo’n 30.000 tot 50.000 woningen per jaar van het gas af zouden gaan, worden die aantallen Dat is grotendeels te wijten aan het feit dat gemeenten nog steeds niet beschikken over de wettelijke instrumenten om hun taak uit te kunnen voeren – instrumenten die hun al in 2019 in het Klimaatakkoord door de Rijksoverheid waren

Zo kunnen gemeenten wijken niet van het gasnetwerk afsluiten – dat mogen ze niet van de wet. Ook kunnen ze bewoners niet garanderen dat de alternatieven voor aardgas betaalbaar zijn – bestaande warmtenetten komen voortdurend in het nieuws vanwege En omdat gemeenten en woningcorporaties bang zijn voor meer van zulke rekeningen, stokt de uitbreiding van warmtenetten in steden als en

De warmtetransitie: er zijn lekkerdere onderwerpen om je eens goed in te verdiepen. Maar: dit voorjaar worden er meerdere wetten in de Tweede Kamer besproken die de boel eindelijk in beweging Dus keek ik naar Kamerdebatten, ploegde ik nota’s door en ging ik in gesprek met experts en betrokkenen over die grote vraag:

Deze week gebeurde er iets opmerkelijks in de Tweede Kamer: werd met een grote meerderheid aangenomen, terwijl twee van de formerende partijen – PVV en BBB – er fel op tegen waren.

Sinds de grote winst van rechtse partijen bij de verkiezingen gonst het van een ommekeer in het klimaatbeleid. Maar nu nog even niet dus. Hier werd ‘gewoon’ weer een stap vooruitgezet. En zo wordt de monsterklus misschien wat minder monsterlijk. Komt de warmtetransitie dan toch op gang?

Het loket van Zonnewarmte Ramplaankwartier staat midden in de wijk. In beeld: Eise Jan Wattel, programmamanager klantreis.

Mogen gemeenten wijken aanwijzen die van het gas af gaan?

Tot op heden mogen gemeenten een wijk of een buurt niet van het gas afsluiten. In de staat dat netbeheerders verplicht zijn om gasaansluitingen te bieden aan iedereen die daarom vraagt. Dus kan één huishouden het plan voor een aardgasvrije wijk al dwarsbomen: wie zijn gasaansluiting wil houden, mag haar houden. De netbeheerder moet het gasnetwerk dan in de grond laten zitten én

De ervaring leert dat deze regel een struikelblok is om wijken van het gas af te halen. Want mensen staan zelden te springen om van het gas af te gaan; ze vinden het Gemeenten konden tot nu toe niet méér doen dan wijzen naar en hopen dat bewoners het gedoe voor lief zouden nemen. Een stok achter de deur was er niet.

Wat gemeenten nodig hebben, zeggen gemeenteambtenaren die aan de warmtetransitie werken, is Ze moeten tegen bewoners kunnen zeggen:

En die macht krijgen ze, op 1 januari 2025. Afgelopen dinsdag stemde een ruime meerderheid in de Tweede Kamer voor de zogenoemde instrumentenwet, die gemeenten de bevoegdheid geeft om wijken aan te wijzen die definitief De gemeente moet daarvoor eerst een doortimmerd plan ontwikkelen en dat in principe Ze moet er gelijk bij zeggen welk alternatief er voor de bewoners beschikbaar zal zijn.

Met deze wet – de ‘Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie’ – vervalt de verplichting die netbeheerders nu hebben om ieder huishouden aardgas te bieden. Ondergrondse gasleidingen mogen voortaan worden verwijderd. (Dat alle nieuwbouwwoningen aardgasvrij zijn, is

Staan wethouders nu dan te springen om gebruik te maken van hun nieuwe bevoegdheid? Dat niet. Toen het Planbureau voor de Leefomgeving eind vorig jaar ‘focusgroepen’ met ambtenaren organiseerde, bleek dat wethouders bang zijn voor ‘bedreigingen, een tegenvallende verkiezingsuitslag of slepende juridische procedures’ als ze wijken aanwijzen die van het gas af gaan. ‘Het zou voor iedereen makkelijker zijn als het van het Rijk moet’, liet een gemeenteambtenaar weten. ‘Wij hopen natuurlijk dat Europa uiteindelijk met verplichtende maatregelen komt’, zei een rijksambtenaar

Beide wensen zijn nu vervuld. De instrumentenwet verplicht gemeenten niet om wijken van het gas af te halen. Wel om daar plannen voor te maken. Uiterlijk 31 december 2026 moet elke gemeente een plan (een ‘warmteprogramma’) klaar hebben liggen, zodat netbeheerders en bewoners weten welke wijk wanneer aan de beurt is, en wat er dan in hun buurt gaat gebeuren. Die plannen worden democratisch getoetst door de gemeenteraad, en zijn niet vrijblijvend: ieder plan is De gemeenten kregen eerder al extra budget van het Rijk om personeel aan te trekken

En de wens van de rijksambtenaar? Op 12 april werd in Brussel een nieuwe richtlijn waarin lidstaten worden opgeroepen hun gebouwde omgeving volledig klimaatneutraal te maken voor 2050 – Hoe ze dat doel bereiken, mogen lidstaten zelf weten,

Dus die stok achter de deur, die is er nu wel.

Desiree Orij, teamlid Communicatie, laat haar energierekening zien. Ze maakt gebruik van thermische zonnepanelen en heeft geen gaskosten meer. Haar rekening is nu soms negatief: dan krijgt ze geld terug.

Maar is het wel een goed idee, mensen dwingen van het gas af te gaan?

De instrumentenwet, die al drie jaar in de maak is, werd door sommige partijen van meet af aan omschreven als een ‘dwangwet’. Vooral maakten zich zorgen over de keuzevrijheid van bewoners als de gemeente ervoor kan kiezen het gas voor een hele wijk af te sluiten.

‘We praten hier over een wet die de gemeente verregaande bevoegdheden geeft om mensen van het gas af te dwingen en naar zo’n warmtenet toe te sturen’, zei Kamerlid Barry Madlener (PVV) in april Dit terwijl gas volgens Madlener de ‘zuinigste en schoonste fossiele brandstof [is] die we hebben’. Het is een dwangwet, vindt hij. ‘En dat willen wij niet.’

‘Burgers worden overgeleverd aan de ambities van gemeenten’, zei Kamerlid Henk Vermeer (BBB).

Demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), eindverantwoordelijk voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, erkende in antwoord op Kamervragen eind vorig jaar al dat er sprake is van ‘een spanning tussen keuzevrijheid aan de ene kant en Als ieder huishouden zelf mag kiezen voor een warmtepomp, een aansluiting op een warmtenet óf mag wachten op de eventuele komst van in zijn of haar wijk, dan heeft de burger ‘maximale keuzevrijheid’, maar wordt de transitie onbetaalbaar,

Want dan moet je in elke wijk investeren in leidingen (voor gas), buizen (voor warmte) én kabels (voor stroom). Dat is niet alleen het is praktisch onmogelijk: netbeheerders hebben een schreeuwend tekort aan personeel. ‘Collectiviteit is dus noodzakelijk’, zei De Jonge tijdens een ander Kamerdebat gemeenten moeten de regie kunnen hebben over hóé mensen van het gas af gaan.

Desiree Orij laat de thermische zonnepanelen (PVT-panelen) zien. Die hebben een dubbele functie: ze wekken stroom op én verwarmen water.

Wat is in het algemeen belang?

Of regie ook altijd ‘dwang’ is, dat valt te betwisten. Wie woont in een wijk waar een warmtenet komt, kan er straks alsnog voor kiezen daar niet aan mee te doen, zegt de instrumentenwet. Vereiste is dat die bewoner zelf een oplossing regelt voor in zijn eigen huis, die ‘minimaal even duurzaam’ is als warmte via het warmtenet – een regel die maar die er waarschijnlijk op neerkomt dat zo’n bewoner een volledig

Lastig, want lang niet iedereen kan zo’n warmtepomp betalen. En als te veel mensen in een buurt voor zo’n pomp kiezen, kan het stroomnet het niet aan. ‘Is dat een beperking van de keuzevrijheid? Nou, het is gewoon een feit waarmee we te dealen hebben’, zei De Jonge in de Kamer. Keuzevrijheid is altijd relatief.

Zijn collega-politici moeten het individueel belang van keuzevrijheid niet ‘verabsoluteren’, vervolgde de minister: het is in het algemeen belang dat de kosten ‘zo laag mogelijk blijven, voor iedereen’. De enige manier om dat te garanderen – om dubbele investeringen in zowel leidingen, kabels als buizen te voorkomen – is duidelijkheid: in die wijk komt een warmtenet, en in die wijk komt een verzwaard stroomnet

De instrumentenwet kwam uit de koker van het inmiddels demissionaire kabinet-Rutte IV. Maar nadat de inmiddels niet-meer-zo-nieuwe Tweede Kamer hem eind maart en begin april had behangen met werd hij deze dinsdag

De stemming legde een schisma bloot bij de formerende partijen: PVV en BBB stemden tegen, VVD en NSC voor. De populisten tegenover de pragmatici, zou je kunnen zeggen, maar ook: duidelijk twee heel verschillende ideeën over wat nu precies in het ‘algemeen belang’ is – gemeenten bevoegdheden geven (VVD en NSC) of ze laten bungelen met een onuitvoerbare opdracht (PVV en BBB).

Wat verder opviel in de Kamerdebatten is dat de principiële discussie over gemeentelijke bevoegdheden totaal werd overvleugeld door een andere kwestie: betaalbaarheid. Want wat heb je eraan te zeggen: ‘Over acht jaar gaat de kraan dicht’, als je inwoners geen beter en betaalbaarder alternatief kunt bieden? Zo jaag je ze als gemeente alleen maar op kosten – en tegen je in het harnas. 

De instrumentenwet is dus pas een eerste stap: gemeenten krijgen pas echt de regie over de warmtetransitie als de prijs van collectieve warmte omlaaggaat. Maar hoe?

Desiree Orij bedient haar warmtepomp.

Warmtenetten zijn duur – soms duurder dan aardgas

Alleen als de alternatieven voor aardgas financieel aantrekkelijk zijn, kunnen gemeenten bewoners er met goed fatsoen op overzetten. Maar zover is het voorlopig nog niet.

In Rotterdam kregen bewoners van sociale huurwoningen die op een warmtenet waren overgezet in december onverwacht hoge naheffingen van energieleverancier Vattenfall –

Half maart besloten woningcorporaties in Amsterdam, woedend over om voorlopig geen nieuwe woningen meer op het bestaande warmtenet van Vattenfall

En begin april trok Eneco zich plotseling terug uit de onderhandelingen over de uitbreiding van een warmtenet in de wijk Overvecht-Noord in Utrecht: de leverancier vond de woningen in die wijk bij nader inzien te ver uit elkaar liggen, waardoor er – met als gevolg te hoge kosten voor Eneco (of, als het bedrijf die kosten zou doorberekenen, te hoge tarieven voor de bewoners).

In al deze gevallen moest de gemeente, die zogenaamd de regie heeft over de warmtetransitie, machteloos toekijken. Om een simpele reden: gemeenten bepalen de prijs van warmte niet. Dat doet de publieke toezichthouder van de overheid, de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

En het bizarre is: de prijs van warmte is gekoppeld aan die van… aardgas. Hoe raar dat ook klinkt: tien jaar geleden, leek het nog logisch. Bijna iedereen in Nederland gebruikte aardgas, en warmtenetten waren met De wetgever vond dat de kosten voor huishoudens met gasgestookte ketels wel konden dienen als maatstaf voor de huishoudens die op een warmtenet waren aangesloten. Gas was de standaard en warmtenetgebruikers zouden ‘niet meer dan anders’ betalen.

Gevolg is dat de ACM nog elk jaar de maximumtarieven voor warmte bepaalt op basis van de gemiddelde kosten van huishoudens met een cv-ketel. De meeste warmtebedrijven factureren hun klanten – dat zijn er inmiddels – vervolgens

Desiree Orij en initiatiefnemers Sabine Jansen en Eelco Fortuijn maken een rondje door hun wijk.

Gemeenten staan (weer) machteloos

Maar toen de gasprijzen stegen na Poetins grootschalige invasie van Oekraïne, gingen dus óók de prijzen van warmte Tot frustratie van huishoudens die zelf geen gas, maar een warmtenet gebruiken. En die worden ook nog geconfronteerd met hoge ‘vastrechtvergoedingen’: vaste kosten op hun energierekening, waarover de betrokken bedrijven volgens critici te weinig transparantie bieden. Toen Vattenfall deze ‘vastrechtkosten’ in Amsterdam dit jaar verhoogde van hadden de meeste mensen geen idee waarom ze ineens meer moesten gaan betalen voor hetzelfde product,

De warmtebedrijven zeggen op hun beurt dat ook hún kosten zijn gestegen – onder meer door de inflatie en hogere energieprijzen, die ook hun bedrijf raken. Hoe? Wrang, maar waar: zo’n 60 procent van het warme water in stadsverwarmingsnetten is opgewarmd door… Behalve vervuilend  – waarover zo meer – is dat ook duur. Met zijn warmtenetten dan ook echt geen vetpot, zeggen de warmtebedrijven. En dus staan zij ook niet te springen om nieuwe warmtenetten aan te leggen.

De huidige tarieven op basis van aardgas zijn dus een probleem. Voor warmtebedrijven, die hun daadwerkelijke kosten niet altijd kunnen doorberekenen (ze zijn gebonden aan een maximumtarief). En voor klanten, die een tarief betalen dat is gebaseerd op een product dat ze zelf niet gebruiken, en waar we als samenleving vanaf willen. Sommige bewoners dreigen door de verhoogde tarieven zelfs

Om warmtenetgebruikers al op korte termijn te ontzien, eiste een Kamermeerderheid eind maart In reactie daarop kwam demissionair minister van Economische Zaken en Klimaat Rob Jetten, naast Hugo de Jonge medeverantwoordelijk voor de warmtetransitie, met een lastminuteaanpassing van de instrumentenwet: een poging om vanaf volgend jaar de prijs van warmte De koppeling met de gasprijs blijft vooralsnog in stand, alleen mag de ACM het tarief ietsje gunstiger berekenen voor gebruikers van collectieve warmte. Het is dus symptoombestrijding, geen structurele oplossing. 

Die structurele oplossing moet er wel komen. Voor de bestaande gebruikers van warmtenetten, maar ook omdat het ministerie van Jetten denkt dat aansluiting op een warmtenet voor

‘Het is de doelstelling om in 2030 500.000 nieuwe aansluitingen op een collectieve warmtevoorziening in de bestaande bouw gerealiseerd te hebben ten opzichte van 2021’, schreef Jetten al in ‘Dit aantal kan groeien naar circa 2,6 miljoen nieuwe aansluitingen in 2050.’ Maar met de huidige – aan aardgas gekoppelde – tarieven kan dat aantal aansluitingen helemaal niet zo snel groeien. Gemeenten (en woningcorporaties) kunnen bewoners nog altijd geen goed aanbod doen; ze kunnen nog steeds niet garanderen dat mensen hetzelfde of minder gaan betalen dan ze nu doen. En hoewel ze nu wel wijken kunnen aanwijzen die van het gas af gaan, hebben ze over de tarieven van warmtebedrijven De gemeentelijke zakken zijn niet diep genoeg om warmtenetten tot in lengte der dagen te subsidiëren. 

Na de openlijke ruzie met Vattenfall wees de Amsterdamse wethouder Duurzaamheid Zita Pels er eind maart op dat het ‘zonder de juiste wet- en regelgeving vanuit het Rijk steeds moeilijker wordt’ om Dus, wederom: hoezo regie?

In het Ramplaankwartier komt een ZLT-warmtenet (zeer lage temperatuur). Het warmtenet wordt gevoed met warmte van de PVT-panelen. In de woning wordt het water uit het net verder verwarmd door een warmtepomp.

Hoe collectieve warmte goedkoper zou kunnen worden dan gas

Weer is het aan de Rijksoverheid om gemeenten in staat stellen om hun taak uit te voeren. Dit keer door ervoor te zorgen dat warmte betaalbaar wordt. Idealiter: structureel goedkoper dan aardgas. Dan zouden mensen in de rij gaan staan voor een aansluiting op het warmtenet;

Om dit te bereiken moet het Rijk niet alleen sleutelen aan de bevoegdheden van gemeenten, wat het met de instrumentenwet gaat doen, maar ook aan de markt voor warmte – misschien nog wel een grotere uitdaging.

Maar ook voor deze kwestie is een nieuwe wet in de maak: de Deze ‘nieuwe warmtewet’ – die de gelijknamige wet uit 2014 vervangt – is al sinds 2020 in de maak en wordt, als het aan demissionair minister Jetten ligt, nog voor de zomer aan de Tweede Kamer voorgelegd. Het voorstel in een notendop? Laat de gasprijs los, breng warmtebedrijven in publieke handen en laat gemeenten voortaan ‘warmtekavels’ aanwijzen: buurten of wijken waar één warmtebedrijf de opdracht krijgt om alle bewoners die mee willen doen aan te sluiten op een (nieuw) warmtenet.

Om te beginnen: de tarieven. Als de wet wordt aangenomen (op zijn vroegst in september, na het zomerreces), krijgt de ACM voortaan de opdracht om per warmtenet na te gaan welke investeringen er gedaan zijn en welke kosten er gemaakt worden. Op basis daarvan bepaalt de ACM een tarief per warmtenet. Warmtebedrijven zouden dan alleen nog hun daadwerkelijke kosten, plus een ‘redelijk rendement’ (de hoogte daarvan is nog niet bepaald), mogen doorberekenen aan hun klanten. Gebruikers gaan dus betalen voor wat het winnen en distribueren van ‘hun’ warmte in ‘hun’ wijk daadwerkelijk kost.

Maar hoewel zo’n nieuw tarief het ene probleem oplost (geen koppeling aan aardgas meer), levert het gelijk nieuwe problemen op. Want het ene warmtenet is het andere niet: waar mensen die zijn aangesloten op een restwarmtebron (bijvoorbeeld een fabriek die warmte overheeft) soms maar 23 euro per gigajoule aan warmte betalen, zouden sommige gebruikers van een warmte-koudeopslag (WKO) – een techniek waarbij ’s zomers warmte ondergronds wordt opgeslagen om ’s winters de huizen mee te verwarmen – wel 107 euro gaan betalen.

Mensen zouden dus totaal verschillende tarieven gaan betalen, afhankelijk van de techniek die in hun omgeving wordt gebruikt. Dat zou disciplinerend kunnen werken (warmtebedrijven zullen proberen hun kosten omlaag te brengen maar het

En dat niet alleen: aangezien het ‘niet meer dan anders’-principe in de nieuwe Warmtewet wordt losgelaten, krijgen bewoners niet langer de garantie dat ze minder betalen dan ze zouden doen als ze een gasgestookte cv-ketel zouden (blijven) gebruiken. Sommige mensen – het is niet bekend hoeveel – zouden onder de nieuwe wet dus En veel duurder dan de inwoners van een dorp of stad verderop. 

Zowel de ACM, die de tarieven als de Raad van State, die de overheid adviseert over nieuwe wetten, vindt dat Jetten dit nog moet Een optie die de ACM adviseert, is toch (weer) een maximumtarief in de wet opnemen om consumenten te beschermen ‘tegen excessief hoge [kosten]’ –

Zijn we er dan? Nee. Ook door een andere keuze die het ministerie maakt in het wetsvoorstel zijn gebruikers nog niet voldoende beschermd tegen (te) hoge kosten, schreef de Raad van State eerder deze maand in zijn advies. Jetten wil dat warmtebedrijven voortaan in publieke handen komen: de staat, provincies, gemeenten of netbeheerders kunnen – al dan niet samen met private bedrijven – hun eigen warmtebedrijven beginnen. De gemeente Utrecht sorteert hier bijvoorbeeld al op voor en heeft deze week Ook bestaande private warmtebedrijven zouden na een overgangsperiode van tussen de veertien en dertig jaar een publieke meerderheidsaandeelhouder krijgen (zij zouden hun net dan moeten

Uiteindelijk zou de hele warmtevoorziening in publieke handen zijn: overheden zouden de controle hebben, consumenten zouden niet meer hoeven te vrezen dat warmtebedrijven over hun rug rijk worden, warmte zou meer worden als water: je zou er van uit kunnen gaan dat je betaalt

Maar ook hierover is de Raad van State dus kritisch in zijn advies. Want wat zou publiek eigendom veranderen aan de tarieven van warmte? ‘De mogelijkheden voor collectieve warmtevoorzieningen zijn afhankelijk van lokale omstandigheden, zoals de beschikbare warmtebronnen, de dichtheid van de gebouwde omgeving in het voorzieningsgebied en de ondergrond’, schrijft de Raad van State. En dus niet van wie de eigenaar van het warmtenet is (een overheid dan wel een private onderneming).

Het aanwijzen van ‘warmtekavels’ zal schaalvoordelen opleveren, denkt het ministerie: hoe meer huizen in één keer, hoe beter de Maar de risico’s van de aanleg van grote nieuwe warmtenetten – kostenoverschrijdingen, bijvoorbeeld – worden niet ineens kleiner als zulke projecten door een publiek bedrijf worden uitgevoerd, vervolgt de Raad. Met andere woorden:

Ook heeft de minister nog niet duidelijk gemaakt hoeveel publiek geld er precies moet worden uitgegeven om te kunnen garanderen dat die 2,6 miljoen aansluitingen op warmtenetten er in 2050 daadwerkelijk kunnen komen. 

In de Voorjaarsnota viel op 15 april wel te lezen dat het demissionaire kabinet-Rutte IV vrijmaakt voor de warmtetransitie – boven op de De subsidie die er al was krijgt een ruimer budget. Jetten werkt daarnaast aan de oprichting van een waarborgfonds, waarbij warmtebedrijven een lening kunnen afsluiten tegen een zeer lage rente, wat projectkosten Jetten laat nog onderzoeken of de overheid zelf aandeelhouder kan worden in warmtebedrijven – de staat zou zich dan kunnen inkopen in (toekomstige) publieke warmtebedrijven, en directe kapitaalinjecties kunnen doen om projecten mogelijk te maken.

Maar hoeveel publiek geld er in totaal bij moet om te zorgen dat de uiteindelijke warmtetarieven betaalbaar – niet duurder dan aardgas, of ‘woonlastenneutraal’, zoals het heette in het Klimaatakkoord – worden? Niemand die het weet of kan overzien.

Dat is problematisch, aangezien de Warmtewet óók bepaalt dat alle warmte die in 2050 wordt geleverd CO2-neutraal is; aardgas is dan uitgesloten als warmtebron voor warmtenetten. Die overstap op duurzame bronnen vergt veel nieuwe investeringen. En wie die gaat opbrengen en hoe de kosten over gebruikers van warmte worden uitgesmeerd? Niemand die het weet.

We weten niet eens of de huidige demissionaire minister er nog zit als het wetsvoorstel in september in de Tweede Kamer behandeld wordt: wie weet is de formatie van Wilders I dan wel geslaagd en neemt Barry Madlener (PVV) de plek van Jetten (D66) in.

Eelco Fortuijn laat zien dat er thermische panelen op daken in de wijk liggen. Zo wordt maximaal gebruikgemaakt van lokale energie.

Pffffff – mag het stoppen?

Het moge duidelijk zijn: Operatie Warmtetransitie is een complex en onoverzichtelijk beest. De politiek heeft de ene afweging nog niet gemaakt (keuzevrijheid of collectieve warmte?), of het volgende dilemma komt om de hoek (publiek of privaat?) kijken. En wat te doen aan die hoge kosten waar gebruikers nú mee opgezadeld zijn? De noodmaatregel van Jetten gaat pas in op

Alles overziend is het goed te begrijpen dat sommige politici Dat is dan ook de uitgesproken wens van de PVV en BBB in de Kamer. BBB vindt dat bestaande problemen met dure warmtenetten eerst moeten worden opgelost, voordat nieuwe stappen worden gezet. De PVV is volgens Madlener ‘eigenlijk gewoon tegen die hele energietransitie. Het gaat namelijk gewoon veel te snel, we willen te veel en de ambities zijn te hoog.’ Dat zou Nederland

Duur wordt het zeker. Maar aan het gas gekoppeld blijven biedt net zomin een garantie op lage prijzen – dat hebben we de afgelopen jaren wel gezien. En los van wat de gasprijzen de komende jaren gaan doen op de wereldmarkt (niemand die dat met zekerheid kan zeggen): de energiebelasting op aardgas stijgt in Nederland jaarlijks, om het gebruik ervan te ontmoedigen. En bedrijven die brandstoffen leveren om huizen en gebouwen te verwarmen, moeten vanaf 2027 gaan betalen voor de CO2-uitstoot die ze daarmee veroorzaken – dat is De belasting op aardgas gaat dus sowieso omhoog, met als doel fossiele brandstoffen in 2050 uitfaseren. Wacht lang genoeg, en ook gas wordt onbetaalbaar. Niets doen is dus niet gratis.

En het zogenoemde ‘individuele pad’ van een warmtepomp-voor-wie-wil, waar PVV, BBB en ook VVD meer voor voelen dan voor collectieve warmte? Nou: dat ís geen individueel pad.

Netbeheerders waarschuwen voortdurend dat ze de vraag naar stroom (voor warmtepompen en elektrische auto’s) nauwelijks aankunnen, en dat er Volgens berekeningen van Netbeheer Nederland moeten er tegen 2035 tussen de ‘37.000 en 54.000 extra elektriciteitshuisjes worden bijgebouwd’ en moet er ‘tussen de 80.000 en 105.000 kilometer kabel worden gelegd;

Er staan nu al tienduizenden vacatures open voor vakmensen die dit werk kunnen uitvoeren – en de verwachting is dat er tot 2030 nog bijna 150.000 vacatures De tarieven van de netbeheerders stijgen al, om

Dus hoe je het ook wendt of keert: de warmtetransitie brengt sowieso collectieve kosten met zich mee – als niet voor warmtenetten, dan wel voor stroomnetten en warmtepompen. De vraag is dus niet óf we geld gaan uitgeven om van het gas af te gaan, maar hóé het de Nederlandse politiek en samenleving lukt om de totale kosten van de hele operatie zo laag mogelijk te houden.

Wachten helpt daarbij niet: in elke wijk waarin de warmtepomp verschijnt, wordt een potentieel warmtenet minder rendabel – vorig jaar werden er 150.000 pompen geïnstalleerd, Meer warmtepompen betekent nu eenmaal minder klanten voor een warmtenet in dezelfde wijk. Wacht nóg langer en zelfs voor de wijken waarin een warmtenet voor iedereen de goedkoopste optie zou zijn geweest, is dat geen optie meer. Dan hebben de

Zonnewarmte-adviseur Andreas Zwager kijkt tegen de zon in. Rechts zien we buizen, weer van en naar de warmtepomp, die het warme water uit het warmtenet verder op temperatuur brengt.

Zonder sturing geen rechtvaardige transitie

Anders dan de weerstand van PVV en BBB suggereert, zijn er veel bewoners die niet langer op een warmtenet willen wachten. Gedreven door idealen en ongeduld pakken ze zelf de regie over de warmte in hun woning. Soms door een warmtepomp aan te schaffen, maar ook door zich te organiseren. Met buren en buurtgenoten beginnen ze ‘gewoon’ aan de bouw van

Het barst in Nederland al van dit soort lokale initiatieven, vaak in samenwerking met gemeenten, opgezet tegen de klippen van de landelijke wet- en regelgeving op. Je vindt ze door het hele land, van tot en van tot Ze beginnen meestal klein, en kunnen In deze lokale energiegemeenschappen geven mensen gestalte aan een ideaalbeeld dat in de langetermijnvisie van de overheid én in Europese richtlijnen is geschetst: dat we toegroeien naar een duurzaam energiesysteem waarbij mensen zo veel mogelijk lokaal schone energie

Maar: niet iedereen kan vooroplopen. Sturing van de overheid is ook dáárom nodig. Een nieuw groot warmtenet maken in Overvecht-Noord dat ‘financieel haalbaar en voor de bewoners betaalbaar’ is, lukt ‘in het huidige speelveld’ gewoon niet, schreef het Utrechtse college aan zijn gemeenteraad na het klappen van de onderhandelingen met Eneco: ‘Op dit moment kan warmte kostentechnisch niet concurreren met aardgas […] We roepen kabinet en Tweede Kamer daarom op vaart te maken met de verschillende wetsvoorstellen die voorliggen en extra stappen te nemen

Deze week gaf de Kamer daar een beetje gehoor aan.

Ja, het is ingewikkeld om een land te verbouwen terwijl je erin woont – vooral omdat het met zich meebrengt dat je ook wetten, organisaties en markten moet verbouwen, en dat terwijl de politieke leiding steeds wisselt. En nee, deze complexiteit laat zich niet ‘oplossen’. Zelfs als ook de nieuwe Warmtewet het redt – zelfs als PVV, VVD, NSC en BBB die niet wegformeren – zelfs dan blijft het een monsterklus. Op lokaal niveau zullen alle taaie vragen waar de Kamer nu mee worstelt – over dwang, keuzevrijheid, collectiviteit, haalbaarheid en betaalbaarheid – opnieuw opstuiven. In bijna 14.000 buurten gaan buren erover bakkeleien.

Dus niemand kan precies overzien of voorspellen hoe we in een aardgasvrij Nederland uitkomen in 2050. Maar de puzzel wordt gelegd; de Tweede Kamer reikte deze week een stukje aan, en de komende periode misschien nog meer. Ook na de verkiezingen van november vorig jaar waarin de PVV, een partij die dit allemaal onzin vindt, de grootste werd.