De Grote Europese Verkiezingsgids
Hoe behandelen we vluchtelingen? Kunnen we zelf schone energie opwekken, of halen we die uit andere landen? Is oorlog tussen EU-lidstaten en Rusland een reëel gevaar? Over dit soort vragen gaat het in het Europees Parlement. Hoe de EU precies werkt, en waarom het belangrijk is dat je gaat stemmen, lees je in deze gids.
Inhoudsopgave
- 1. Waarom zou ik gaan stemmen?
- 2. Hoe werken de Europese fracties, en waarom zijn ze zo belangrijk?
- 3. Op wie kan ik straks stemmen?
- 4. Wat doet het Europees Parlement precies?
- 5. En wat doet een Europarlementariër?
- 6. Waar draaien deze verkiezingen om?
- 7. Wat merk ik van Europa in mijn leven?
- 8. Help! Op wie moet ik straks stemmen?
- 9. Ik wil nog meer over Europa weten. Wie of wat kan ik volgen?
Kleine quizvraag: tot welke fractie in het Europees Parlement behoort de VVD?
Als jij op deze vraag ‘Renew Europe’ kon antwoorden: gefeliciteerd, maar de meeste Nederlanders weten het antwoord op deze vraag niet. En dat is niet zo gek. Veel mensen weten niet precies hoe de Europese politiek werkt.
Daar willen wij met onze verkiezingsjournalistiek en deze gids verandering in brengen.
Tussen 6 en 9 juni mogen meer dan 400 miljoen Europeanen naar de stembus om de leden van het Europees Parlement te kiezen.* Dat maakt van de Europese verkiezingen de op een na grootste democratische verkiezingen ter wereld. Het is hét moment waarop jij en ik, en de andere inwoners van de 27 landen van de Europese Unie, invloed kunnen uitoefenen op beleid en leiderschap – zowel in je eigen achtertuin als ver buiten ons continent.
En er staat nogal wat op het spel. Moet de EU er bijvoorbeeld voor zorgen dat bedrijven kunnen overstappen op schone energie? En hoe dan? Kunnen we die energie zelf opwekken, of halen we die uit andere landen? Is oorlog tussen EU-lidstaten en Rusland een reëel gevaar? Wat betekent het dat Europeanen steeds ouder worden en minder kinderen krijgen? En: hoe behandelen we vluchtelingen, binnen en buiten onze grenzen?
Historisch gezien is de opkomst bij Europese verkiezingen in Nederland laag. Vijf jaar geleden bracht zelfs minder dan de helft van de Nederlanders zijn stem uit. Dit gebrek aan betrokkenheid wordt toegeschreven aan te weinig kennis over Europa, of het gevoel dat één stem weinig verschil maakt op zo’n groot podium.* Democratie gedijt bij kritische burgers, maar dat veronderstelt wel dat burgers weten wat er bij die verkiezingen op het spel staat.
Met deze gids leer je Europa kennen, zodat je weet waarom jouw Europese stem belangrijk is en meer invloed heeft dan je denkt.
Eerst het simpele antwoord: omdat het je democratisch recht is. En omdat er iets op het spel staat: over veel belangrijke dossiers – van klimaat tot voedsel, van technologie tot zorg – wordt op Europees niveau besloten, en jij kunt met jouw stem invloed hebben op die dossiers.
Dan nu even de diepte in.
Bij de Europese Parlementsverkiezingen stem je op een Nederlandse kandidaat van een Nederlandse partij. Die gekozen politici worden onderdeel van grotere Europese fracties, die zijn gegroepeerd op basis van ideologie. Het is dus niet zo dat alle Nederlandse partijen bij elkaar zitten. Daarover later meer.
In totaal krijgen Nederlandse politici 31 van de 720 Europese zetels.* Nu zijn dat er nog 29 op een totaal van 705, maar vanwege de Brexit en de bevolkingsgroei in Europa worden die aantallen na de verkiezingen aangepast.* Met jouw stem beïnvloed je niet alleen de grootte van een bepaalde Nederlandse partij in het Europees Parlement, maar dus ook de grootte van een Europese fractie. Zo’n fractie kan veel meer klaarspelen dan één losse partij.
De fracties in het Europees Parlement vormen het hart van het politieke proces binnen de EU. Zij zijn onderdeel van een complexe wetgevingsmachine: hun hoofdtaak is onderhandelen en stemmen over wetten die de Europese Commissie voorstelt (zie hoofdstukken 2 en 4). Als zo’n wet eenmaal is uitgebroed, wat vaak jaren duurt, heeft die zijn weerklank in heel Europa. (Ken je bijvoorbeeld dat verhaal van de stofzuigerrichtlijn, die de CO2-uitstoot van stofzuigers – van Nederland tot Polen – drastisch verlaagde?)
Ondanks de enorme invloed die het Europees Parlement heeft, voelen Europese burgers zich weinig verbonden met wat er speelt in de Europese politiek, deels omdat het moeilijk is om te begrijpen hoe de besluitvorming plaatsvindt. Dit wordt versterkt door moeilijke en trage wetgevingsprocessen, waardoor het lastig is om de impact van EU-wetgeving op je dagelijks leven te doorzien.
Deze kloof tussen de EU en burgers maakt het makkelijker voor belangengroepen en lobbyisten, die de procedures wél begrijpen, om invloed uit te oefenen. Dit kan de indruk wekken dat de EU aan ‘achterkamertjespolitiek’ doet, wat weer leidt tot meer kritiek op het democratische gehalte van de EU.
Een vicieuze cirkel. Want dit is munitie voor populisten om de EU negatief af te schilderen, wat het draagvlak voor Europa ondermijnt. Met name eurosceptische partijen vinden de EU ondemocratisch, omdat ze macht heeft weggehaald bij de nationale parlementen. Op het vlak van klimaat, bijvoorbeeld, vinden zij dat landen zelf moeten kunnen beslissen welke maatregelen zij treffen en welke klimaatdoelen ze willen behalen. Ook richten eurosceptici hun pijlen op een gebrek aan transparantie. Het is dus niet zo gek dat de manier waarop Europa werkt zélf ook onderdeel is van verkiezingscampagnes.
Het goede nieuws: tijdens en na deze Europese verkiezingen liggen er meer kansen dan ooit voor een inhoudelijk gesprek over de EU. Of het nu gaat over een gemeenschappelijke defensie, uitbreiding van het aantal lidstaten, de toekomst van de landbouw, de klimaattransitie, regulering van techbedrijven of geopolitiek: in Brussel worden de grote lijnen uitgezet. De urgentie van die thema’s is alleen maar toegenomen, en ze vragen om gezamenlijke, grensoverstijgende oplossingen. Daarom is jouw stem belangrijk.
Goed. Een (Nederlandse) partij is dus onderdeel van een fractie die ideologisch gezien het best bij die partij aansluit. Laten we eens kijken naar de fracties die er zijn.
Zoals je kunt zien, zitten de Nederlandse sociaaldemocraten (PvdA) bijvoorbeeld in een groep met eensgezinde partijen uit andere landen, de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten (S&D) genoemd. GroenLinks is onderdeel van De Groenen/Europese Vrije Alliantie (Groenen/EVA). De VVD en D66 zitten in een fractie met de liberalen, Renew Europe. De grootste fractie in het Europees Parlement is die van de christendemocraten van de Europese Volkspartij (EVP), waar het CDA en de ChristenUnie in zitten, en straks misschien ook BBB en NSC – als ze genoeg stemmen krijgen.
De fracties staan niet vast. Sterker nog, het kan best zijn dat partijen na de verkiezingen gaan onderhandelen met een andere politieke familie. Of dat ze zich na verloop van tijd liever afscheiden. Die partijen zoeken dan een andere fractie, of worden ‘niet-ingeschrevenen’, oftewel fractieloos. Zo werd de radicaal-rechtse Duitse partij AfD deze maand uit de fractie Identiteit en Democratie (ID) gezet, na een nazi-uitspraak van de lijsttrekker.* Vlak daarvoor waarschuwde de voorzitter van Renew dat er voor de VVD wellicht geen plek meer is in die groep als de liberalen in Nederland in een kabinet stappen met de radicaal-rechtse PVV.*
De fracties spelen een cruciale rol in Europa. Dat zit zo. Het Europees Parlement behandelt alle wetsvoorstellen van de Europese Commissie, door erover te debatteren en te onderhandelen (zie hoofdstuk 4). In het Europees Parlement moet er altijd, net als in Nederland, een meerderheid zijn voordat wetsvoorstellen worden goedgekeurd. Maar anders dan in Nederland is er in Europa geen sprake van coalitievorming met een formatie na de uitslag. De groepen kijken steeds per thema met welke andere groep ze bij wetsvoorstellen meestemmen en met welke niet.
Dus niet: twee fracties sluiten een regeerakkoord, zitten samen in de regering en hebben een meerderheid voor de rest van hun regeerperiode.
Maar wel: de fracties zoeken per thema andere fracties op, om samen op te trekken bij een debat of stemming.
Historisch gezien zit er in het Europees Parlement één dominante fractie: de christendemocratische Europese Volkspartij. Je kunt niet om deze partij heen als je iets gedaan wilt krijgen. Maar toch: die partij heeft in haar eentje geen meerderheid, en zoekt dus bondgenoten bij andere fracties – meestal bij andere centristische (‘het midden’) of sociaaldemocratische partijen.
Maar peilingen doen vermoeden dat er een verschuiving aan komt. Zo staan de linkse en centrumlinkse fracties op zo’n vijftig zetels verlies.* En lijken de conservatieve, (radicaal-)rechtse fracties er flink wat zetels bij te krijgen.
Deze verschuiving zou niet heel verrassend zijn. De Europese verkiezingen zouden hiermee een trend volgen die ook in landen zelf plaatsvindt, zoals in Oostenrijk, Polen, België, Frankrijk en Nederland.* Als deze verschuiving doorzet, heeft dit mogelijk grote gevolgen. Omdat het Europees Parlement coalities vormt op thema’s, is de voorspelling dat de grootste fractie (die christendemocratische Europese Volkspartij) wel de grootste blijft, maar moeite zal krijgen om een meerderheid te vormen met linkse partijen.*
Dat is best een verschil met de afgelopen jaren: op belangrijke thema’s als klimaat en buitenlandbeleid zocht de Volkspartij juist vaak een meerderheid over links. Voor het eerst in de geschiedenis zou het Parlement een rechtse meerderheid kunnen krijgen.*
Beleid kan, als dit werkelijkheid wordt, op veel thema’s rechtser worden. Deze fracties zullen inzetten op het wijzigen of afzwakken van nieuwe, nog niet afgeronde en bestaande wetgeving, met name op de thema’s klimaat, migratie, bescherming van minderheidsrechten en sancties tegen ondemocratische EU-landen.
Het kan ook zijn dat een groter rechts blok dit helemaal niet in politieke actie kan omzetten. Hierin speelt de fractie Europese Conservatieven en Hervormers (waar de SGP en JA21 in zitten) dan weer een rol, die intern zeer verdeeld is. Als zij groter wil worden door nieuwe partijen zoals Orbáns radicaal-rechtse partij Fidesz aan te trekken, kan ze haar politieke gewicht binnen het Parlement vergroten, maar ook haar invloed verliezen omdat de christendemocraten weigeren met deze fractie samen te werken.*
Wat als de peilingen ernaast zitten en de ruk naar rechts uitblijft? Dan blijven de linkse en middenpartijen waarschijnlijk samen in de meerderheid en behouden de christendemocraten hun invloed. Hoe dan ook zal de rol van de Europese Volkspartij de komende jaren cruciaal zijn. Zij zal vaker kleur moeten bekennen en bepalen of beleid over links of rechts wordt gemaakt. Hoe invloedrijk radicaal-rechts is in Europa, wordt dus ook bepaald door de opstelling van de Europese Volkspartij – zij heeft daarbij de sleutel in handen.
Ook hier in Nederland wijzen de peilingen op deze verschuiving naar rechts. Bijna een kwart van de Nederlanders was eind mei voornemens op de PVV te stemmen in Europa.* Daarmee zou de PVV van nul naar negen zetels gaan: winst voor de Europese fractie van de PVV, het radicaal-rechtse Identiteit en Democratie (ID). Ideologische bondgenoten van de PVV staan in andere lidstaten ook in de plus. De optelsom van die opmars in al die landen kan de fractie Identiteit en Democratie van een splinterpartij met weinig invloed doen veranderen in een machtsfactor van betekenis.
GroenLinks-PvdA wordt volgens de Nederlandse peilingen de tweede partij, met zeven zetels,* maar die ene lijst op het stembiljet bestaat uit twee verschillende fracties. De stemmen die een kandidaat op de lijst krijgt, gaan naar de partij waar diegene lid van is. De zes zetels die de PvdA vóór deze verkiezingen in het Europees Parlement had, kunnen dus zomaar halveren. Ook in andere landen verliezen de sociaaldemocraten en groenen zetels. Het kan dus zijn dat beide fracties kleiner worden.
Voor de duidelijkheid: je stemt níet op politici die ook in de Tweede Kamer zitten, zoals Frans Timmermans, Geert Wilders of Caroline van der Plas. Je stemt op kandidaat-parlementariërs die, indien ze genoeg stemmen krijgen, voor honderd procent in Europa gaan werken. Dat dit verwarrend is, is niet zo gek. In de Europese verkiezingsperiode voeren nationale politici campagne voor hun collega’s in Brussel. Vanwege hun bekendheid schuiven zij ook aan bij alle talkshows – al zijn ze zelf dus onverkiesbaar.
Die collega’s uit Brussel volgen een programma van hun partij dat speciaal voor hun rol in de Europese Unie is opgesteld. Hiernaast volgen (en vormen) partijen in Europa ook het programma van de politieke fractie waar ze deel van uitmaken.
Hieronder vind je een lijstje van de partijen waar jij straks op kunt stemmen, inclusief hun partijprogramma’s en lijsttrekkers.
Het Europees Parlement lijkt weinig op onze Tweede Kamer – er bestaan geen oppositie en coalitie. Het is een wetgevingsmachine waar de nadruk op het onderhandelen over wetgeving ligt, met vaak langdurige gesprekken over details. Dit resulteert in minder politiek spektakel vergeleken met de directe en levendige debatten in de Tweede Kamer.
Het Europees Parlement dat we nu kennen is niet zo ontworpen, maar in de loop der tijd zo gegroeid. In de begindagen van de Europese Unie mocht het Europees Parlement niet bijster veel. Het had geen wetgevende bevoegdheid, en de 78 leden uit het parlement waren vooral een opiniefabriek voor zaken als kolen en staal.
Hoe anders is dat nu. Het Verdrag van Lissabon uit 2009 legde 85 beleidsterreinen vast waar het Europees Parlement wat over mag zeggen, zoals klimaat, energie, landbouw, migratie, digitalisering, en het vrije verkeer van mensen, diensten, goederen en kapitaal – de interne markt genoemd.*
Daarover onderhandelt het Europees Parlement met de Europese Commissie en de Raad van Ministers – de vakministers uit de EU-landen – om het beleid en regelgeving van de EU te vormen en uit te voeren. Het voert wat ver om uit te leggen hoe alle instituties werken, dus we concentreren ons nu vooral op wat het Parlement mag en kan.
Voor alle onderwerpen waar het Parlement wat over kan zeggen, geldt de volgende procedure:
- De Europese Commissie doet voorstellen voor wetgeving. Bijvoorbeeld hoe de privacy van internetgebruikers beter kan worden beschermd. Of hoe Europese economieën kunnen worden geholpen na de coronapandemie.
- Die voorstellen worden voorgelegd aan het Europees Parlement, dat zich hierover buigt en het voorstel kan afwijzen, aannemen of wijzigingen kan voorstellen. Het Europees Parlement stemt hierover, waarbij een simpele meerderheid voldoende is om een voorstel aan te nemen.
- Vervolgens buigt ook de Raad van Ministers zich over het wetsvoorstel dat door het Parlement is behandeld. De ministers kunnen dit voorstel ook weer afwijzen, aannemen of wijzigingen voorstellen.
- Als het Europees Parlement en de Raad van Ministers hun positie hebben bepaald en het onderling oneens zijn, beginnen de onderhandelingen tussen Parlement en Raad, met de Commissie in een ondersteunende rol. Dit heet de ‘triloog’.
- Uiteindelijk is een wetsvoorstel uit de koker van de Europese Commissie pas aangenomen als zowel Parlement als Raad akkoord is.
- Na goedkeuring is de nieuwe wetgeving een feit. Deze moet door alle EU-landen worden omgezet in nationaal recht, waarbij er vaak de nodige speelruimte is.
Het kan voorkomen dat het Parlement en de Raad het maar niet eens worden, en dat ze zelfs lijnrecht tegenover elkaar staan. De Commissie speelt hierin een ondersteunende en bemiddelende rol. Alle ideeën worden – soms in jarenlange wetgevingsprocessen – uitonderhandeld, tot er consensus is. Het is polderen op het allerhoogste niveau.
De wetten die er vervolgens komen, worden door elk land vertaald naar nationale wetgeving. Of het nou gaat over het loodgehalte in leidingwater, veetransport, de etiketten op de producten in de supermarkt of gebruik van pesticiden: elk land moet er verplicht mee aan de slag. In ons geval doet de regering een voorstel, dat moet worden goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer. Nu snap je waarom dit zo lang duurt. Maar de impact is enorm.
Belangrijk om te benoemen is dat het Parlement dus zelf geen wetten in het leven kan roepen. Soms neemt het wel standpunten in over bepaalde onderwerpen, in de vorm van een ‘resolutie’ of aanbeveling, om de Europese Commissie tot handelen aan te zetten. Laatst nog keurde het een resolutie goed tegen Russische inmenging in de EU middels propaganda en desinformatie.* En begin mei verzochten 66 Europarlementariërs de Europese Commissie en Europese Raad om sancties uit te vaardigen tegen Israël.* Maar deze oproepen hebben meestal een symbolische waarde; het zijn standpunten die niets afdwingen.
Maar toch. Kijk je naar al die terreinen waar de EU wél over beslist, dan zie je: het gaat bij de Europese verkiezingen écht ergens over.
Al helemaal als je bedenkt dat het Europees Parlement nog een aantal andere belangrijke bevoegdheden heeft. Zo moet het instemmen met de begroting van de EU,* en het moet in de gaten houden of de Commissie en andere instellingen hun geld goed besteden.
Ook moet het de voorgedragen commissarissen van de Europese Commissie goedkeuren – je weet wel, de Europese institutie die nieuwe wetgeving voorstelt. Misschien herinner je je oud-minister Wopke Hoekstra nog, die het vuur aan de schenen werd gelegd door een deel van het Parlement toen hij werd voorgedragen als opvolger van Frans Timmermans als Eurocommissaris voor de Green Deal. Uiteindelijk stemde het Parlement in met zijn benoeming, met 279 stemmen voor en 173 tegen.*
Naast het goedkeuren van Eurocommissarissen, is de hoofdtaak van het Parlement het controleren van de Commissie. Sterker nog, het kan de Commissie in haar geheel zelfs naar huis sturen. Als het Parlement strenger is op bepaalde thema’s, zoals klimaat of migratie, zal het de Commissie aansporen om ambitieuzer te zijn op deze terreinen.
Commissieleden worden overigens niet aangedragen door het Parlement, maar door de lidstaten zelf. En natuurlijk wil elk land zijn eigen kandidaten op een strategische plek zetten. Iedere lidstaat levert één Eurocommissaris, zodat elk land goed vertegenwoordigd is, ongeacht de economische omvang of het inwonertal van dat land.
En dit is de crux: de nationale regering bepaalt doorgaans wie de Eurocommissaris namens dat land wordt. Als de formatie slaagt, heeft onder andere de PVV hier straks een belangrijke stem in namens Nederland.
In de rest van Europa – zoals Hongarije en Italië – schuift de politiek ook verder op naar (radicaal-)rechts. Daarmee wordt de invloed van rechts in de Raad van Ministers ook steeds groter. Aangezien de Raad van Ministers en het Europees Parlement samen besluiten over Europees beleid, doet de samenstelling van het Europees Parlement er dus toe. Het kan radicaal-rechtse krachten versterken of tegengewicht bieden.
Als de 31 Nederlandse Europarlementariërs eenmaal op hun plek zitten binnen hun Europese fractie, kunnen ze aan de slag.
Het werk van Europarlementariërs is veelzijdig, maar het allerbelangrijkste om te weten is:
- Dat ze in de zogenaamde plenaire vergadering debatteren en stemmen over wetgevingsvoorstellen, moties en resoluties;
- Dat ze daarnaast lid zijn van ten minste één of meerdere commissies (niet te verwarren met de ‘Europese Commissie’) voor een specifiek beleidsgebied, zoals milieu, economische zaken, internationale handel of mensenrechten. Dit is waar het echte werk gebeurt: Europarlementariërs in die commissies zijn vooral bezig met de inhoud van wetsvoorstellen.
Welke Europarlementariër er in welke commissie zit, maakt nogal uit. Momenteel is de PvdA in Europa onze grootste partij, en zij is dus het best vertegenwoordigd in de commissies. Om er maar een paar te noemen: milieu, werkgelegenheid en transport.
Dat kan er straks heel anders uitzien, nu de peilingen suggereren dat veel Nederlanders op de PVV en GroenLinks-PvdA zullen gaan stemmen – en zij waarschijnlijk meer invloed krijgen in de commissies. Met een andere samenstelling zouden de prioriteiten kunnen verschuiven (welke onderwerpen zijn belangrijk, en waarop leggen Europarlementariërs het accent?) en het heeft invloed op de manier waarop Nederland zich opstelt in onderhandelingen over wetgeving (als tegendenker of constructieve partner?).
Een concreet voorbeeld: PvdA’er Vera Tax zat in de commissie Transport en Toerisme, en moest zich de afgelopen jaren buigen over schone scheepvaart. Zij vond een wetsvoorstel van de Europese Commissie op dit gebied niet ambitieus genoeg, en zette in haar commissie dus een tandje bij om ervoor te zorgen dat de scheepvaart méér moest doen om bij te dragen aan klimaatdoelstellingen. Dit leidde tot een scherper wetsvoorstel dan dat van de Europese Commissie.*
Als Europa straks rechtser stemt, wat de peilingen suggereren, verrechtsen dus ook de commissies. Op het gebied van transport kan dat bijvoorbeeld leiden tot minder (ambitieuze) milieumaatregelen en meer nadruk op handel en vervoer.
Zoals gezegd: ‘Europa’ gaat over heel veel dingen. Hieronder behandelen we drie hete hangijzers: omdat er onenigheid is over de details van de wetgeving, de EU er zelf een speerpunt van maakt, er veel publiek debat over is, stemmers aangeven deze thema’s belangrijk te vinden, en/of omdat ze raken aan de kern van wat de EU is.
Klimaat, milieu en landbouw
Als er één thema is waar de Europese Unie zich de afgelopen jaren op heeft laten gelden, is het klimaat, natuur en milieu. Je zal de Europese Green Deal misschien voorbij hebben zien komen, een pakket aan maatregelen ter waarde van 270 miljard euro in de strijd tegen klimaatverandering.* Of nieuws over de vergroening van landbouw, waar boeren in heel Europa tegen protesteerden.
De Green Deal werd in 2020 gelanceerd, maar er zijn nog een hoop wetsvoorstellen die niet afgerond zijn vóór de verkiezingen, en waar nog veel discussie over bestaat in het Europees Parlement. Denk aan de uitfasering van auto’s met verbrandingsmotor.* Of de tussentijdse klimaatdoelstelling van de EU voor 2040, namelijk 90 procent minder uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990.*
Ook zal het Europees Parlement zich moeten buigen over klimaatrechtvaardigheid: hoe kan de groene transitie voor iedereen, ook de meest kwetsbare groepen, werken? Maar ook: hoe kan Europa investeren in groene industrie, zonder haar concurrentiepositie in de wereld te verliezen? En hoe zit het met kernenergie? Het Europees Parlement bepaalt weliswaar niet zelf welke wetsvoorstellen worden ingediend, maar het speelt wel een grote rol in het finetunen van plannen (zie hoofdstuk 4).
En daarom doet het ertoe wie straks worden verkozen. Als populistische en radicaal-rechtse partijen aan zetels winnen, is de verwachting dat een hoop klimaatplannen en huidige klimaatdoelen worden afgezwakt of in de ijskast belanden. Dat komt omdat een groter klimaatsceptisch blok de grootste partij, de centrumrechtse Europese Volkspartij, ertoe dwingt om ofwel rechtser te worden in het klimaatbeleid, of zich juist nadrukkelijker uit te spreken vóór ambitieuzer klimaatbeleid. In het eerste scenario brengt dit niet alleen de voltooiing van de Green Deal in gevaar, maar kan dit ook de handhaving en invoering van bestaande maatregelen belemmeren.*
De meerderheid van de Europeanen is vóór ambitieuze doelstellingen op het gebied van klimaat en milieu.* Maar de dreiging van een rechtser Europees Parlement heeft nu al haar uitwerking op de christendemocraten. In de aanloop naar de verkiezingen zwakte de Europese Volkspartij groene voorstellen af in de hoop stemmen te winnen bij haar eigen achterban, de kiezers op het platteland.*
Dit zie je bijvoorbeeld bij de natuurherstelwet, die in 2030 minstens 20 procent van het Europese land- en wateroppervlak zou moeten beschermen op het vlak van onder meer biodiversiteit.* In het Parlement is die met een nipte meerderheid en afgezwakt aangenomen – ondanks pogingen van rechtse partijen om de maatregelen nog verder af te zwakken. Als dit voorstel ná de verkiezingen had plaatsgevonden, dan was de kans groot dat de wet niet door het Parlement was gekomen.
In het verlengde van natuurbescherming is ook landbouw een extreem gevoelig onderwerp in aanloop naar de verkiezingen. Zo zwakte de Europese Commissie haar groene ambities af, nadat het Europees Parlement en de Raad van Ministers een draai maakten onder druk van boerenprotesten in heel Europa. Het voornemen om de stikstof- en methaanemissies met 30 procent te verminderen werd in februari uit een beleidsdocument gehaald.*
In de komende jaren zal veel klimaat-, milieu- en landbouwwetgeving vorm krijgen. Dat maakt die thema’s misschien wel het belangrijkste strijdpunt van deze verkiezingen.
Defensie en veiligheid
Europese lidstaten voelen zich steeds meer bedreigd, en Europese burgers kijken steeds meer naar de EU voor hun veiligheid. Die bedreigingen komen in alle vormen: van de Russische oorlog en illegale annexatie van grondgebied in Oekraïne tot cyberaanvallen tegen EU-lidstaten. Van economische concurrentie van landen als China en de VS, tot aan een dreigende genocide in Gaza die Europese lidstaten diep verdeelt.
‘Geen oorlog meer’, het motto in de beginjaren van de EU, is na decennia van bestendige vrede weer een relevant thema: Europa moet weer bescherming bieden. Bijna de helft van de EU-burgers vindt een gezamenlijk beleid op defensie een ‘prioriteit’.* ‘Als we vrede willen’, zei voorzitter van de Europese Raad Charles Michel afgelopen maart, ‘moeten we ons voorbereiden op oorlog.’*
Maar moet de EU zichzelf kunnen verdedigen en eensgezind reageren als er een oorlog dreigt, of zijn defensie en veiligheid bij uitstek een zaak van de lidstaten zelf? Dat is de hamvraag. Alle landen, en alle partijen in die landen, staan daar anders in.
Hoewel de budgetten voor defensie en veiligheid nu nog in het niet vallen bij de landbouwsubsidies (met grofweg een derde van de begroting verreweg de grootste kostenpost), wil de EU veel meer inzetten op defensie, blijkt uit een gelekt document van de Europese Raad, die de prioriteiten voor de hele EU stelt. De Raad wil dat de Europese militaire industrie wordt opgeschaald, en dat landen flink investeren in defensie. Dat betekent: meer wapens van Europese makelij, meer gezamenlijke aankopen, en meer afstemming tussen legers.
Op het gebied van defensie en het buitenlandbeleid van de EU heeft het Europees Parlement nu nog beduidend minder invloed dan op andere terreinen. De meeste beslissingen moeten namelijk unaniem goedgekeurd worden door de Raad van Ministers, die andere wetgever, waarin de ministers van Defensie van de lidstaten zitten.
Het Europees Parlement heeft wel een belangrijke sturende rol. Het moet controle houden op de uitvoering van defensiebeleid door de Europese Commissie, het kan beleidsmakers ter verantwoording roepen, en de begroting goedkeuren of verwerpen. Door zich publiekelijk uit te spreken, kan het invloed uitoefenen op de publieke opinie en de diplomatieke druk opvoeren. En als de Europese Commissie straks meer gaat doen om de defensie-industrie te reguleren, bijvoorbeeld als het gaat over normen voor systemen of onderdelen, dan heeft het Europees Parlement wel degelijk invloed.
Bij de oorlog van Rusland tegen Oekraïne zie je hoe die rol er in de praktijk uitziet. Zo heeft het Parlement eind februari voor het eerst een herziening van de begroting goedgekeurd, dat onder meer een steunpakket van 50 miljard euro voor Oekraïne omvatte, op initiatief van het Parlement zelf.*
Maar kijk je naar Israël en Gaza, dan zie je hoe tandeloos het Europees Parlement (en eigenlijk: de hele Europese Unie) kan zijn. Het Parlement heeft meerdere resoluties aangenomen, bijvoorbeeld vóór een staakt-het-vuren.* Het geeft daar een duidelijk signaal mee af, maar kan landen niet eigenhandig dwingen om hun buitenland- en defensiebeleid te herzien.
Over het algemeen zijn partijen in Brussel er vrij eensgezind over dat er een sterkere Europese defensiesamenwerking moet komen. Zodat, als er iets gebeurt, Europese landen snel kunnen reageren. Maar hoe ver men daarin gaat, dat zal de komende jaren het onderwerp van gesprek worden. Waar sommige partijen dromen over een verregaande Europees samenwerking op militair vlak, vinden andere partijen dat landen over hun eigen soldaten en uitgaven gaan.
Migratie en asiel
In vrijwel alle Europese landen is migratie momenteel een politieke splijtzwam. Migratie is afgelopen jaren, naast klimaat, ook hét dossier geweest waar de EU haar stempel op heeft gedrukt.
Na jaren gesteggel en veel kritiek van mensenrechtenorganisaties heeft het Europees Parlement onlangs ingestemd met een nieuw migratiepact, dat het aantal migranten naar Europa moet inperken. Migranten krijgen vanaf 2026 aan de buitengrenzen van de EU te horen of ze naar binnen mogen. En waar voorheen aankomstlanden verplicht waren een asielprocedure te starten voor elke migrant, kunnen andere EU-landen deze mensen ‘overnemen’ óf dat land een bedrag betalen van 20.000 euro per niet-overgenomen asielzoeker – het zogenoemde ‘solidariteitsmechanisme’.*
Het duurde jaren voor deze deal er kwam, omdat lidstaten het maar niet eens konden worden over dit solidariteitsmechanisme. Bovendien gooiden rechtspopulistische politici door heel Europa olie op het vuur door leugens, misleidende informatie en ongefundeerde claims over migratie te verspreiden.*
De afgelopen jaren ging het voor politici over de vraag: wie krijgt toegang tot ‘Fort Europa’? Een minder zichtbare, maar belangrijke onderliggende vraag was: wie gáát daar eigenlijk over?
Deze vragen verdwijnen niet nu het migratiepact is gesloten. Sterker nog, als rechtse partijen met een anti-immigratieboodschap aan macht winnen in het Europees Parlement, wat de peilingen suggereren, kan dit leiden tot nog strenger Europees migratiebeleid. Denk aan: meer ruimte voor lidstaten om te beslissen wie er naar binnen mag; minder legale migratieroutes, waardoor reizen naar Europa gevaarlijker wordt en ironisch genoeg juist een toename in illegale migratie veroorzaakt; en nog meer deals met autoritaire regimes die migranten tegenhouden voordat zij naar Europa reizen.
Wat de Europese afspraken verder onder druk kan zetten, zijn de wensen van nationale regeringen. Kijk maar naar Nederland: de beoogde coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB wil een uitzondering bedingen op migratieafspraken in Europa.* Dit kan op zijn beurt spanningen veroorzaken tussen Europese landen – met name ‘aankomstlanden’ als Italië en Griekenland zullen zich verweren tegen zo’n ‘ieder voor zich’-benadering en zich hard maken voor Europese samenwerking.
Ondanks negatieve berichtgeving over migratie toont een onderzoek uit 2017 – kort na de asielcrisis – aan dat een meerderheid van de Europese burgers vindt dat het opvangen van asielzoekers een gedeelde verantwoordelijkheid is.
Ook met de vergrijzing die Europa steeds meer in haar greep houdt, blijft migratie de komende jaren een urgent thema. Het aantal EU-burgers ouder dan 65 jaar zal groeien met 25 miljoen voor 2040, terwijl het aantal inwoners tussen de 15 en 64 jaar zal afnemen met 20 miljoen.* Steeds minder werkenden moeten voor steeds meer ouderen zorgen. De Europese Commissie ziet legale, gereguleerde arbeidsmigratie van buiten de EU als deel van de oplossing voor de groeiende tekorten.* Zo blijft de economie overeind. Het Europees Parlement gaat een belangrijke rol spelen in het goedkeuren of afkeuren van de wetten over migratie die de Commissie opstelt.
Het is de vraag of de christendemocraten en conservatieven in het Europees Parlement standvastig blijven of mee zullen buigen met het radicaal-rechtse geluid, zoals de VVD afgelopen jaren in Nederland heeft gedaan. Dat kan Europa de muren van ‘Fort Europa’ nog hoger doen optrekken – gevoed door migratiemythes.
Europese politiek mag dan vaak onzichtbaar zijn, toch heeft Europa een grote invloed op jouw leven. Je kunt debatteren over of het goed of slecht is dat Europa op allerhande dossiers een rol speelt.
Onze correspondenten hebben al veel geschreven over Europese regelgeving en wat die betekent voor de gemiddelde Europese burger. Hieronder vind je een greep van tastbare zaken waar de Europese Unie (en dus ook het Parlement) een rol in hebben gespeeld.
- Fit for 55: een Europees pakket met klimaatafspraken, waarmee onder andere de scheepvaart wordt gedwongen te gaan varen op schonere brandstoffen.*
- Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM): een CO2-heffing op de vervuiling van goederen die buiten de EU zijn geproduceerd. De Nederlandse PvdA-Europarlementariër Mohammed Chahim speelde een cruciale rol bij de totstandkoming hiervan.*
- Ecodesign: een Europese richtlijn voor elektrische apparaten waarmee meer energie wordt bespaard dan heel Nederland in een jaar verbruikt.*
- Corporate sustainability due diligence directive (CSDDD), beter bekend als de ‘anti-wegkijkwet’: een verplichting voor bedrijven om misstanden in hun productie- en distributieketens in kaart te brengen én aan te pakken.*
- Rijnactieplan: een door Nederland aangewakkerd ‘schoonmaakakkoord’ uit de jaren tachtig, dat de Rijn van een zeer vervuilde rivier veranderde in een aanzienlijk schonere waterweg.*
- Digitale autonomie: de mogelijkheden voor de EU om bij cloudopslag en andere vormen van gegevensuitwisseling gebruik te maken van Europese diensten of non-profitinitiatieven, in plaats van Amerikaanse of Chinese bedrijven.*
- Migratie- en asielpact: een aankomende set regels moet ervoor zorgen dat de EU asielzoekers eerlijker over haar lidstaten gaat verdelen (waar verrassend veel burgers voorstander van zijn).*
- EU-Turkijedeal: het akkoord dat de EU in 2016 met Turkije sloot,* waarmee de Turken in ruil voor 6 miljard euro aan steun vluchtelingen uit het Midden-Oosten zouden beletten om de oversteek naar Europa te maken en opvang in de regio te verzorgen. In de jaren daarna maakte de EU soortgelijke afspraken met Libië,* Tunesië,* Egypte en Libanon.
- Repatriëring: irreguliere migranten en uitgeprocedeerde asielzoekers worden door de Europese Unie op retourvluchten gezet naar hun land van herkomst, met name in Afrika.*
Deze ‘praktische’, tastbare voorbeelden zijn één kant van het verhaal. Maar ze vormen niet de essentie van de Europese Unie, kun je zeggen. Voor sommigen is Europa vooral een waardengemeenschap van eensgezinde landen, waarin democratie, mensenrechten, vrijheid en de rechtsstaat met hand en tand worden verdedigd. Het Europees Parlement is een vorm om dat te organiseren, maar waar de EU écht voor is, zit dieper.
Zoals Tomas Vanheste eerder schreef op De Correspondent: of je nu valt voor de charme van de stofzuigerrichtlijn of voor het idee dat we Europese waarden moeten verdedigen, of je nu vindt dat ze daar in Brussel te veel doen of te weinig; zeker is dat het Europees Parlement een machtsfactor van belang is geworden. En met jouw stem kun je het een duwtje in de door jou gewenste richting geven.
Met deze gids hebben we hopelijk kunnen laten zien dat je stem ertoe doet, maar ook: hoe complex het Europese democratische proces in elkaar zit, met fracties, commissies, onderhandelingen met de Raad en Commissie, enzovoorts.
Een simpel lijstje met stemadviezen kunnen we dus niet geven. Maar we kunnen wél in grote lijnen uitleggen waar de fracties op drie belangrijke thema’s ongeveer op het spectrum zitten. Zodat je snapt hoe de partijen ideologisch gezien in de wedstrijd staan. En je je kunt verdiepen in de partijen. Zie hoofstuk 3 voor de exacte partijprogramma’s.
Hieronder vatten we per fractie samen hoe zij op hoofdlijnen denken over een aantal thema’s.
Klimaat, milieu en landbouw
Er is één ding waar veel partijen het over eens zijn: in 2050 moet de Europese Unie klimaatneutraal zijn. Ofwel: minstens zoveel broeikasgassen uit de lucht halen als uitstoten. Precies zoals de Europese Green Deal voorschrijft.* Waar partijen heel anders in staan, is hoe dat gaat gebeuren, en welke rol Europa daarin speelt: moet de EU strenger reguleren, of juist meer overlaten aan de lidstaten?
Veiligheid en defensie
Sinds het einde van de Koude Oorlog heeft veiligheid niet meer zo’n grote rol gespeeld in de Europese Unie als nu. Hieronder vatten we standpunten samen over defensie en economische veiligheid.
Bijna alle partijen zijn eensgezind over de noodzaak van een versterkt Europees veiligheidsbeleid, en over steun aan Oekraïne. Het grootste twistpunt: als de EU-lidstaten gaan samenwerken op het gebied van defensie, hoe ziet dat er dan uit? Als een Europees superleger, als ‘ieder voor zich’, of toch een ander scenario?
Migratie
Als je partijen op een spectrum zou plaatsen, zou je links de partijen hebben die legale migratie willen bevorderen en huidige migratiedeals met ‘onvrije landen’ onaanvaardbaar vinden, en rechts partijen die migratie zo veel mogelijk willen beperken en volop willen inzetten op het bewaken van de Europese grenzen.
Onze correspondenten schrijven over Europa vanuit hun expertisegebied. In deze collectie kun je onze verhalen over Europa lezen of beluisteren:
Wil je dagelijks op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen in Europa en de verkiezingen?
Ook goed om te volgen zijn deze initiatieven van kleinere media in Europa, met originele, tijdloze artikelen over alles wat zich afspeelt op ons continent:
Liever luisteren? Onze oprichter Rob Wijnberg en correspondent Jesse Frederik gaan in gesprek met Europese lijsttrekkers voor De Robbie & Freddie Show, en maken spannend wat saai is:
Tevens aan te raden: de podcasts Europa draait door van de VPRO en Café Europa van Studio Europa en het Haagsch College, waarin het reilen en zeilen in de Europese Unie wekelijks wordt besproken:
Met dank aan historicus Koen van Zon van Studio Europa Maastricht, die feedback gaf op alle hoofdstukken, en correspondent Simon van Teutem, die meehielp aan de delen over migratie. Ook hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van het eerdere werk van Tomas Vanheste voor De Correspondent.