De toekomst van onze wereld ligt in Europa
Ja, er is veel aan te merken op de Europese Unie. Maar op het gebied van klimaat, mensenrechten en solidariteit kan Europa een baken zijn voor heel de wereld. Dat is iets om trots op te zijn – maar het schept ook verplichtingen.
Op 21 november 2013 plaatste de 32-jarige Afghaans-Oekraïense journalist Mustafa Nayyem een bericht op Facebook: ‘Laten we nu serieus worden. Wie is er vandaag bereid om voor middernacht naar Maidan te komen? “Likes” tellen niet.’
De Oekraïense president (en Poetin-vriend) Viktor Janoekovytsj had net geweigerd om een associatieverdrag met de Europese Unie te ondertekenen, en dat was de aanleiding voor Nayyem en zijn leeftijdsgenoten om in verzet te komen. Het Onafhankelijkheidsplein van Kyiv doopten ze om tot het Euromaidan (‘maidan’ betekent ‘plein’ in het Oekraïens), en hun jongerenprotest groeide uit tot een nationale revolutie.
In oktober 2021 – een paar maanden voor de Russische inval van februari 2022 – was ik voor het eerst in Kyiv. Ik was uitgenodigd om met jonge, ambitieuze studenten te spreken over hun plannen voor de toekomst. Stuk voor stuk vertelden ze over hun diepste wens voor Oekraïne: het lidmaatschap van de Europese Unie. Voor deze jongeren stond de EU gelijk aan democratie en mensenrechten, vrijheid en vooruitgang – verworvenheden die velen van ons vanzelfsprekend vinden, maar dat helemaal niet zijn.
Toen ik vertelde dat de meeste Nederlandse jongeren de EU vooral slaapverwekkend vinden, reageerden de Oekraïense studenten vol ongeloof. Ik vraag me af hoe het nu met ze gaat. Of ze zijn gevlucht. Of ze zijn gebleven om te vechten. Of ze überhaupt nog leven. Wat wij vanzelfsprekend vinden, daar willen zij voor sterven.
Zelf ben ik van de generatie van na de val van de Berlijnse Muur. We groeiden op in de jaren negentig, toen politici van links tot rechts ons vertelden dat politiek ging over koopkrachtplaatjes. Als je een visie had, zeiden ze, dan moest je naar de oogarts. We zouden aan het einde van de geschiedenis zijn gekomen. Er waren geen grote verhalen, geen dromen en geen idealen meer nodig.
En toen kwam 2014 – de annexatie van de Krim.
En toen kwam 2016 – Brexit en de verkiezing van Donald Trump.
En nu is het al tijden oorlog in Oekraïne. Tot onze verbijstering zien we leeftijdsgenoten en hun grootouders vechten voor de idealen die wij vergeten waren.
Wie vergeet, wordt gemakzuchtig
Na de Tweede Wereldoorlog groeide het besef dat we in Europa moeten samenwerken. Nooit meer oorlog, werd ons motto. Victor Hugo, de grote Franse schrijver, had er al van gedroomd op Tweede Kerstdag 1849, toen hij sprak voor het Vredescongres in Parijs:
Er zal een dag komen waarop de kogels en de bommen zullen worden vervangen door stemmen, door het algemeen kiesrecht van de volkeren, door de eerbiedwaardige arbitrage van een grote soevereine senaat die voor Europa zal zijn wat dit parlement is voor Engeland, wat deze rijksdag is voor Duitsland, wat deze wetgevende vergadering is voor Frankrijk. Er zal een dag komen waarop we kanonnen in musea zullen zetten, net zoals we vandaag martelwerktuigen tentoonstellen, en ons zullen verbazen dat zulke dingen ooit gemaakt werden.
Wat begon in 1951 als een Gemeenschap voor Kolen en Staal groeide uit tot een heuse Europese Unie. Wat raakten we er snel aan gewend. Het was moeilijk om te onthouden van hoe ver we gekomen waren. Iedere mijlpaal van beschaving begint als utopie, maar als de utopie eenmaal realiteit is, dan vergeten we hoe onmogelijk verandering ooit leek.
En wie vergeet, wordt gemakzuchtig.
Dit was wat je kreeg als je Europa als louter economisch project beschouwde, in plaats van als een gemeenschap van waarden
Zo kon het gebeuren dat de Unie van 28, of inmiddels 27 lidstaten, begon af te drijven van haar idealen. We preekten naar buiten toe over mensenrechten, terwijl we die van asielzoekers op grote schaal schonden. We rolden de ene na de andere bezuinigingsmaatregel uit over het continent, in een tijd die juist schreeuwde om investeringen. Vooral in het Noorden verloren machthebbers hun besef van solidariteit. De democratie werd opgeschort en Zuid-Europa ging gebukt onder het dictaat van technocraten.
Dit was wat je kreeg als je Europa als louter economisch project beschouwde, in plaats van als een gemeenschap van waarden. We hoorden Duitse politici klagen over luie Grieken, terwijl de Grieken in werkelijkheid de langste werkweek van Europa hebben. We hoorden Nederlandse politici mopperen dat de zuiderlingen meer belasting moesten innen, terwijl Nederland zelf een van de grootste belastingparadijzen ter wereld is.
De omslag begint in Europa
En toch begon in precies die jaren de tijdgeest al te kantelen.
Zoals zo vaak begon het niet in het centrum, maar aan de marge. Niet bij beroepspolitici en hun spindoctors, maar bij burgers op straat. Zo begon een zestienjarig schoolmeisje een eenzaam protest naast de Riksdag, het Zweedse parlement, waarna een mondiale beweging werd geboren. Klimaatverandering werd ook hét thema bij de Europese verkiezingen van 2019, omdat miljoenen ouders door hun kinderen waren wakker geschud.
Wetenschappers vertelden ons dat er een totale transformatie van de economie nodig was. Een transformatie die technisch mogelijk zou zijn, maar qua schaal ‘zonder precedent’ in onze geschiedenis. Een Green New Deal werd het al genoemd in de Verenigde Staten, dat land van de grote woorden en beloftes.
Maar dit keer leek het erop dat de omslag niet in de VS zou beginnen. Deze keer zou het beginnen in de Oude Wereld, op het oude continent.
Hier, in Europa.
Geen woorden, maar daden
Natuurlijk zijn ze in de Verenigde Staten beter met speeches over hope en change. Wij Europeanen zijn niet gewend om onze eigen trom te slaan. Hef het Europese volkslied aan – ‘Alle Menschen werden Brüder’ – en we denken dat er een steekje bij je los zit. Roep ‘God bless Europe’, en we bellen de dokter.
De Amerikaanse politica Alexandria Ocasio-Cortez las begin 2020 de tekst van de Green New Deal voor in het Huis van Afgevaardigden. Op Twitter werd er een episch muziekje onder gezet en ze ging meteen viraal. Het contrast met de ‘Green Deal’-speech van toenmalig Eurocommissaris Frans Timmermans kon bijna niet groter. Het Europese Parlement was vrijwel leeg toen hij een paar maanden eerder had gesproken over de Europese klimaatplannen. Timmermans las John F. Kennedy’s beroemde ‘Man on the Moon’-speech uit 1961 voor, van zijn telefoon, waarna een lauw applausje volgde en de Italiaanse voorzitter ‘grazie, grazie’ mompelde.
Als het om de presentatie gaat kunnen we, kortom, nog wat van de Amerikanen leren. Maar als het om de inhoud gaat, dan is het juist andersom.
De EU loopt jaren voorop in de strijd tegen klimaatverandering
De Amerikaanse Green New Deal was een wensenlijstje van veertien kantjes, zonder praktische uitwerking. De Europese Green Deal is een ambitieus, gedetailleerd en uitgewerkt plan dat as we speak wordt uitgewerkt in duizenden pagina’s aan wetten, regels en afspraken, waarvan de uitvoering al is begonnen en waarvoor brede steun bestaat onder de Europese bevolking.
De EU loopt jaren voorop in de strijd tegen klimaatverandering. Ga maar na. De uitstoot van een gemiddelde Europeaan bedraagt minder dan de helft van de uitstoot van de gemiddelde Amerikaan. En ja, dat heeft veel te maken met Europese samenwerking. Denk aan ons ogenschijnlijk saaie ‘emissiehandel-systeem’, het grootste ter wereld, waar inmiddels meer dan de helft van de Europese economie onder valt, en dat steeds beter begint te werken.
Of denk aan onze ‘Ecodesign’-wetgeving, die fabrikanten verplicht om hun producten zuiniger en duurzamer te maken. Het effect is gigantisch: in 2020 zorgde het voor een CO2-besparing van meer dan 300 megaton. Dat is gelijk aan het sluiten van vijftig tot honderd kolencentrales.
Neem vervolgens ons Europese treinnetwerk, een van de meest fijnmazige ter wereld. Als íéts de Europese droom belichaamt, dan is het reizen per spoor. In Frankrijk reden al in 1981 de eerste TGV-treinen, maar veertig jaar later heeft de VS nog niet één hogesnelheidslijn.
Of nog beter: denk aan het ontwerp van onze steden. Met Kopenhagen en Amsterdam hebben we al de beste fietssteden ter wereld, en metropolen als Parijs, Barcelona en Milaan geven hun straten terug aan voetgangers en fietsers.
De macht van de Europese Unie
Maar de fundamentele innovaties dan, waar komen die vandaan? Toegegeven, de algoritmes die ons op zoveel mogelijk reclames laten klikken komen uit Silicon Valley, en de financiële producten die onze economie aan de rand van de afgrond brachten komen van Wall Street. Maar als het om duurzame innovaties gaat, loopt de EU voorop.
De prijs van zonne- en windenergie is in de afgelopen jaren gigantisch gedaald, wat niet het resultaat is van magische krachten, maar van politieke beslissingen. Europese politieke beslissingen. Dankzij de Duitse Energiewende is zonne-energie veel goedkoper geworden; Duitsland heeft in feite het leergeld van de wereld betaald. Zonder de Duitse visie zou de prijs van zonne-energie nu veel hoger zijn.
Of neem de Deense windindustrie, die de grootste turbines ter wereld bouwt. Die moderne witte windmolen met drie wieken? Die staat niet toevallig bekend als het ‘Deense concept’, en heeft in rap tempo de wereld veroverd.
Ook qua internationale samenwerking gaat Europa voor. De EU liep voorop bij de totstandkoming van het Kyoto-protocol van 1997, terwijl de VS dwarslag. De EU liep voorop bij de totstandkoming van het Akkoord van Parijs van 2015, terwijl de VS er onder Trump weer uit stapte (onder Joe Biden doen ze nu gelukkig weer mee).
De EU heeft bovendien de macht om, als grootste economische blok ter wereld, mondiale standaarden af te dwingen. Politicologen noemen dit ook wel het ‘Brussel-effect’. Als wij een wet maken die, bijvoorbeeld, voorschrijft dat koelkasten minder energie mogen verbruiken, dan zien fabrikanten over de hele wereld zich genoodzaakt om die wet te volgen, omdat het te duur is om verschillende versies van één product te maken.
Niet toevallig zijn er tal van niet-Europese bedrijven die zich tóch aan onze privacy- en milieuregels houden. Zo kunnen wij de hele wereld de wet voorschrijven.
Ich bin ein Europäer
Dus misschien hebben we de woorden niet, en lenen we daarom een term als de ‘Green Deal’ van de Amerikanen, en citeren we daarom een speech van John F. Kennedy als we iets gaafs van plan zijn. Maar bij ons is het meer dan retoriek.
Ja, er is nog heel veel mis in Europa. We hebben onszelf afhankelijk gemaakt van goedkoop Russisch gas, onze defensie verwaarloosd en het falen van onze nationale politici veel te vaak afgeschoven op Brusselse ‘eurocraten’. Maar er is een reden waarom de overgrote meerderheid van jonge Britten nooit uit de Europese Unie wilde, en er weer bij wil. Er is een reden waarom Oekraïense jongeren al jaren dromen van een lidmaatschap van de EU.
De nieuwe generatie beseft dat Europa een lichtbaken voor de wereld moet zijn. Dat het tijdperk van het visieloze bezuinigen voorbij is, en dat we nu op grote schaal moeten investeren. Dat er solidariteit nodig is, tussen arm en rijk, jong en oud, noord en zuid, oost en west. Dat we niet minder, maar meer moeten samenwerken.
Hoeveel is Europa ons waard? Zijn ook wij bereid er offers voor te brengen?
Laten we niet vergeten dat de Russische invasie van Oekraïne in 2014 begon na een associatieverdrag met de Europese Unie. De Oekraïners was de keuze voorgelegd tussen het corrupte, dictatoriale model van Poetin, en het liberale, democratische model van de EU. Die keuze was snel gemaakt. In de jaren erna groeide de Oekraïense export naar de EU naar 50 procent, terwijl nog maar 10 procent naar Rusland ging. Steeds meer Oekraïners reisden naar EU-lidstaten, niet in de laatste plaats omdat daar geen visum meer voor nodig was.
Oekraïne koos, kortom, voor Europa. Voor onze waarden. En dat was onverteerbaar voor Poetin. Nu is het aan ons om voor Oekraïne te blijven kiezen, en nee, ‘likes’ tellen niet. Natuurlijk is de weg naar het lidmaatschap van onze Unie lang en ingewikkeld, en zijn daar goede redenen voor. Maar wij zijn het aan onze principes verplicht om de deur open te zetten voor de nieuwe generatie van Oekraïners. Om de Oekraïense strijd te blijven steunen, om de vluchtelingen ruimhartig op te vangen en om straks een Europees Marshallplan te lanceren voor de wederopbouw (‘Marshallplan’ mogen we vast ook wel lenen van de Amerikanen).
Hoeveel is Europa ons waard? Zijn ook wij bereid er offers voor te brengen? Zo ja, dan komt er een dag dat het verdienmodel van de petro-dictators voorbij is, en olie en gas zijn weggevaagd door wind en zon. Of om Victor Hugo te parafraseren: er komt een dag dat jij Duitsland, jij Frankrijk, jij Spanje, jij Nederland, jij Oekraïne, alle lidstaten van een toekomstige unie samen een duurzame wereld van menselijke waardigheid, vrijheid en democratie hebben geschapen.
En nee, daar zijn we nog lang niet.
Maar in de duisternis van deze aanhoudende oorlog is één ding zeker: onze toekomst ligt in Europa. De toekomst van de wereld ligt in Europa. Zoals een Amerikaan zou zeggen: Ich bin ein Europäer.