Wat er mis is met het idee dat we alles kunnen digitaliseren
Het idee dat alles beter en efficiënter wordt als je het digitaliseert, is populair. Ook in publieke sectoren als de zorg en het onderwijs. Maar dit bedreigt wat wij onder goede zorg en goed onderwijs verstaan, waarschuwt filosoof Tamar Sharon.
In haar werkkamer op de negentiende verdieping van het hoogste gebouw van de Radboud Universiteit in Nijmegen doet Tamar Sharon een gedachte-experiment.
‘Digitalisering’, zegt de hoogleraar Filosofie, Digitalisering en Samenleving, ‘is een manier van denken.’
En niet zomaar een. Volgens Sharon is het de ‘dominante logica’ van deze tijd, die gekenmerkt wordt door efficiëntie en optimalisering. ‘We proberen nu, door middel van digitalisering, alles te optimaliseren, van daten tot de arbeidsmarkt, de gezondheidszorg en de overheid.’
Dat klinkt op zich niet gek. Maar wat, stelt de filosoof, als we daarmee dingen kapotmaken die we heel belangrijk vinden?
Wat het marktdenken ons kan leren
Om haar punt te illustreren, trekt Sharon de vergelijking met een andere manier van denken, namelijk het marktdenken dat eind vorige eeuw dominant werd. In de meest extreme variant daarvan is alles een markt, heeft alles een prijs en is alles te koop. Niet alleen auto’s en bananen, maar ook de zorg en het onderwijs, seks, koolstof en organen.
Dit is problematisch. Sharon verwijst naar het boek met de veelzeggende titel Niet alles is te koop van de Amerikaanse filosoof Michael J. Sandel. Hij schrijft daarin dat de ‘markteconomie’ is veranderd in een ‘marktsamenleving’. Maar dit zou niet zo mogen zijn, want er zitten morele grenzen aan wat te koop is.
Een nier moet je niet kunnen kopen. Voor goed basisonderwijs zou niet betaald mogen worden. Een politieke positie mag niet gekocht worden. Kan dat wel, dan ‘corrumpeer’ je datgene dat eerst niet te koop was, zoals goede zorg en politieke macht. Dat is dan geen publiek goed meer waar iedereen evenveel recht op heeft of waar je democratisch verkozen voor moet worden, maar iets wat je kunt krijgen als je genoeg neerlegt.
‘Je holt er de waarde en betekenis van dat goed mee uit’, licht Sharon toe.
Wat er verloren kan gaan als we alles digitaliseren
Enter het gedachte-experiment van Sharon: kan hetzelfde gelden voor digitalisering? Want sinds een jaar of twintig is het idee wijdverbreid dat alles te digitaliseren is: de zorg, het onderwijs, de rechtspraak. En dat lijkt op het eerste oog geen probleem, want, tja, vooruitgang, toch?
Maar digitalisering is geen neutrale activiteit, zegt Sharon. Zoals de ideeën dat alles een prijs heeft en een markt is bij het marktdenken horen, gaat het digitaliseringsdenken ook gepaard met waarden en idealen. Met name: standaardisering, efficiëntie en optimalisering.
Nu zullen delen van de zorg, het onderwijs en de rechtspraak ongetwijfeld baat hebben bij efficiëntere werkprocessen en geoptimaliseerde kostenplaatjes, maar Sharon waarschuwt dat die waarden van digitalisering kunnen botsen met cruciale waarden als empathie (zorg), samenwerking (onderwijs) en een eerlijk proces (de rechtspraak).
Het grote risico, zegt Sharon, is dat we een digitale samenleving krijgen die hyperefficiënt en hypergeoptimaliseerd is, ‘en dat daardoor verloren gaat wat we bedoelen met goede zorg en goed onderwijs. Als de gezondheidszorg superefficiënt wordt, verliest het die onderdelen van de zorg die tijdsintensief en inefficiënt zijn.’
Ze geeft ter illustratie het voorbeeld van een thuiszorgrobot. Het zou kunnen dat zo’n robot bepaalde taken efficiënter uitvoert dan een thuiszorgmedewerker. ‘Maar hij doet niet al die andere dingen die de verpleegkundige doet en die horen bij wat goede zorg is – een praatje maken, aandacht geven, iemand even aanraken, controleren hoe schoon het huis is, in de koelkast kijken of er genoeg voedsel is. Dat is allemaal nogal inefficiënt maar het is bewust inefficiënt. Dat is zorgen. Je kunt het ook empathie noemen, een kernwaarde van de zorg die op gespannen voet staat met digitalisering.’
Waar ligt de morele grens?
In haar onderzoek zal Sharon de komende jaren zoeken naar de morele grenzen van digitalisering – juist om te voorkomen dat die cruciale waarden sectoren als de zorg, het onderwijs of de landbouw uitvloeien. Een nier zou je niet mogen kopen, zoveel is duidelijk, maar wat mag je nou niet digitaliseren?
En vooral ook: waarom wil je iets digitaliseren? Te vaak wordt gedacht dat de inzet van technologie de oplossing kan zijn voor alle problemen, zegt Sharon. Zoals robots en chatbots als oplossing voor het personeelstekort in de gezondheidszorg. Maar, vraagt Sharon, weet je met welke niet-technologische oplossing je misschien ook wel het zorgtekort kunt oplossen en ervoor kan zorgen dat medewerkers meer tijd hebben om te zorgen?
Met het verhogen van salarissen.