Wat een Israeliër van nu van deze zionist van toen kan leren
Verdedigers van Israëls militaire exercities zeggen vaak dat Israël niet anders kan. Het land moet zichzelf nu eenmaal verdedigen. Zijn er echt geen alternatieven? Ooit lagen deze nog gewoon op tafel. En filosoof Martin Buber was een van de pleitbezorgers.
We zouden het allemaal weleens anders willen zien, maar helaas: er is maar één versie van de geschiedenis en dat is degene waarin we ons nu bevinden.
Maar toch: wat tegenwoordig een voldongen feit is, was ooit onderwerp van debat. De argumenten werden nog gewogen. De kaarten waren nog niet geschud.
In zo’n situatie bevond de Oostenrijkse filosoof Martin Buber zich in de decennia voor in 1948 de staat Israël werd gesticht. Tot het allerlaatst heeft hij die stichting proberen te voorkomen, door bij de Verenigde Naties en andere platforms voor een alternatief te pleiten.
Niet omdat hij tegen het zionisme was, maar juist omdat hij als fervent pleitbezorger hiervan, de oprichting van een Joodse staat in Palestina als strijdig met zijn ideaal zag.
‘Het zionisme van toen is het anti-zionisme van nu’
En hij was bepaald niet de enige Joodse intellectueel die er zo over dacht. Beroemd zijn bijvoorbeeld de uitspraken van linguïst Noam Chomsky die in de jaren dertig nog naar zionistische jeugdkampen ging en zich daar later voor moest verantwoorden. Hij stelde dat ‘het zionisme van toen het anti-zionisme van nu’ was. ‘Niet ik ben veranderd, maar het zionisme.’
Toen Hannah Arendt in 1944 vooruitkeek naar wat zou komen, voorzag zij een eeuwigdurend conflict, wanneer bij de oprichting van zo’n staat tenminste geen rekening zou worden gehouden met de andere mediterrane volken in de regio.
Het gewapende conflict in Gaza is de zoveelste trieste bevestiging van wat veel oude zionisten al lang voorzagen
Nog sterker: er waren zelfs prominente zionisten die het ideaal van het Arabische dorp als alternatief zagen voor de ‘decadente grootstad’ waarin het Joodse volk zich in de diaspora thuis was gaan voelen. Een terugkeer naar Palestina zou een terugkeer naar de semitische wortels van het Joodse volk betekenen. Een hernieuwde kennismaking met lang verloren gewaande broers.
Het gewapende conflict in Gaza is kortom de zoveelste trieste bevestiging van wat veel oude zionisten al lang voorzagen. Zelfs David Ben-Gurion, een kleine twintig jaar later de ‘founding father’ van de Joodse staat, riep in 1930 zijn mede-zionisten nog op om ‘met alle ongemak die dat voor ons behelst [...] met liefde te erkennen dat er al honderden jaren grote groepen Arabieren in Palestina woonachtig zijn. Hun vaders vaders zijn er geboren en zij willen er blijven wonen.’
Daar had hij gelijk in, maar zoals bekend won het verlangen naar een veilig thuisland het van de waarschuwende woorden die toen de ronde deden in de Joodse gemeenschap. Nu episode zoveel van dit conflict in een beslissende fase lijkt te zijn beland, loont het de moeite deze argumenten nog eens uit de mottenballen te halen.
Een kleine introductie in het zionisme van Martin Buber, die tot op de dag vandaag van invloed is op de psychologie door zijn filosofie van de dialoog.
1: Zionisme is een cultureel ideaal, in plaats van een politiek doel
Buber meende dat het zionisme eerst en vooral ‘in de ziel’ geboren moest worden voordat het in de werkelijkheid gestalte zou kunnen krijgen. Net als andere zionisten van het eerste uur verlangde hij naar Zion, de plek die vaak als synoniem voor de stad Jeruzalem werd gezien. Net als in bijbelse tijden bevond het Joodse volk zich in de verstrooiing - diaspora - maar hield het vast aan het geloof dat het ooit weer een eigen land zou hebben.
Waar Buber zijn tijdgenoten telkens opnieuw op wees, is dat het niet om het land ging, maar om de wijze waarop in dat land geleefd zou worden. Als je Zion zou verwerven, maar je zou geen rechtvaardige vrede met je buren bereiken, dan heb je Zion nog altijd niet bereikt. Op eenzelfde manier stelde hij dat je Zion nooit kon veroveren, maar slechts kon bewonen. Want op het moment dat je het op anderen veroverd zou hebben, zou het al niet meer aan de standaard van ‘de Onzichtbare,’ zoals hij de Joodse God vaak noemde, voldoen.
‘Je eigen onafhankelijkheid kan nooit verworven worden ten koste van die van een ander,’ schreef hij. Gebeurt dat wel, dan bereik je misschien een politiek doel, maar blijft het ideaal onbereikt.
2: Zowel Joden als Arabieren claimen terecht hetzelfde stuk land
Het dispuut tussen de Joden en de Arabieren wordt geregeld als een tragedie, ofwel een probleem dat van nature zonder oplossing is, gezien. Ook Buber erkende dat beide partijen ongeveer evenveel recht en reden hebben om uitgerekend hier hun tenten te willen opslaan.
Anders dan veel andere waarnemers van dit conflict wilde hij niet in deze tragedie berusten. Hij streed tegen de Realpolitik van zijn tijd, die de tragedie als een gegeven beschouwde en zodoende nooit verder zou komen dan nu eens Pyrrusoverwinning voor de ene, en dan weer een Pyrrusoverwinning voor de andere strijdende partij.
Het kan voor de strijdende partijen geen kwaad om tenminste terug te gaan naar de vaststelling dat we hier met twee tragisch tegenstrijdige claims te maken hebben
Buber probeerde zijn hele leven de onoplosbaar geachte puzzel op te lossen. Hij zag die oplossing in de gedeelde liefde voor hetzelfde stuk land. ‘Jij wilt dat dit land tot bloei komt en ik wil precies hetzelfde,’ schreef hij meermaals aan zijn Arabische tegenpolen. Hij bepleitte een zionisme waar Arabische en Joodse arbeiders samen het land zouden bewerken in een soort ‘socialisme van onderop.’ Een land waarin de wapens zouden worden omgesmeed tot ploegscharen.
De volken zouden elk hun eigen culturele en religieuze gebruiken blijven hanteren, maar tegelijkertijd samen het goede voor het land zoeken. Nu klinkt dit met de kennis van nu wellicht nogal naïef, maar het kan voor de strijdende partijen geen kwaad om tenminste terug te gaan naar de vaststelling dat we hier met twee tragisch tegenstrijdige claims te maken hebben.
3: De oplossing is niet ‘twee staten,’ maar ‘twee volken’ in één staat
Al in 1918 voorzag Buber dat een Joodse staat die de Arabische claim op hetzelfde stuk land zou negeren, alleen zou kunnen overleven als een staat vol vlaggen, kanonnen en militaire decoraties. Tegenwoordig wordt vaak geroepen dat de uiteindelijke oplossing twee afzonderlijke staten zou zijn, die samen het beschikbare land verdelen.
Buber bepleitte in zijn tijd een alternatief, dat hij als realistischer zag dan deze gedachte. Want zo lang de streek Palestina niet in zijn geheel aan beide volken toekomt, zal er strijd blijven over de stukken land die naar de andere partij gegaan zijn. Alleen door twee volken gelijke rechten en plichten te geven, zou een vreedzaam samenleven op den duur mogelijk zijn.
In 1938 verliet Buber Duitsland om zich te vestigen in Jeruzalem. Van daaruit bleef hij zich tot zijn dood in 1965 bemoeien met de Joods-Arabische kwestie. Hij waarschuwde telkens voor het onverzoenlijke militarisme dat de samenleving begon te doordesemen.
Toen de Joodse staat in 1948 een voldongen feit was, legde hij zich daarbij neer. Toch bleef hij pleiten voor een federatie van staten in het nabije Oosten, waar Israël een gelijkwaardig deel van zou uitmaken. Ook daar is het nooit van gekomen. Zelfs van gelijke rechten voor de 20 procent Arabieren die in Israël wonen is het nooit echt gekomen.
U vraagt misschien af: vanwaar deze weemoedige bespiegelingen? Is het niet beter te berusten in de Realpolitik die dit conflict nu eenmaal domineert en er zodoende het beste van te maken?
Bubers argumenten laten in elk geval zien dat er wel degelijk alternatieven op tafel liggen. Alternatieven die het idee logenstraffen dat Israël niet anders kan dan zich oog om oog, tand om tand, te verdedigen. Hoewel de geschiedenis niet kan worden teruggedraaid, weet je nooit of oude, verloren gewaande ideeën niet ooit aan een nieuw leven toe zijn.
‘Oud worden is niet erg,’ zei Buber op het eind van zijn leven. ‘Als je de kunst opnieuw te beginnen maar niet verleert.’
Voor dit artikel maakte ik gebruik van de bundel A land of two people, waarin alle geschriften van Buber over de Joods-Arabische kwestie gebundeld zijn. Ook het in 1944 gepubliceerde On Zion - The history of an idea vormt een bron van inspiratie.