Wie is hier nou de vogelaar: jij of je vogelspot-app?

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur
De beelden bij dit verhaal komen uit het vogeldagboek van muzikant en vogelaar Matthijs Lievaart.

Verslavend leuk, zo’n app die live vogelgeluiden voor je herkent. Van tjiftjaf tot halsbandparkiet: de volautomatische vogelaar spaart ze allemaal. Eenmaal thuis weet je precies welke vogels je hád kunnen zien – als je niet naar je telefoon had gekeken.

Thuis heb ik zo’n wekker met steeds feller wordend ledlicht en steeds intenser gekwinkeleer. Je ontwaakt op een bedje van mos in een bos vol vogels. Het fragmentje met vogelgeluiden duurt helaas maar twintig seconden, waarna het van voren af aan begint. Door die herhaling dringt de realiteit gauw tot je door.

Dat laatste is ook precies de functie van een wekker, dus ik klaag niet. Maar ik was wel nieuwsgierig: welke vogels maken me nu precies wakker? 

Ik dacht aan de app die collega-correspondent Valentijn De Hingh me een poosje geleden had aangeraden: Merlin Bird ID, die vogelgeluiden automatisch herkent. ‘Een soort Shazam voor vogelaars’, schreef De Hingh er vorig jaar over. ‘Leg deze app bij je open raam, en hij vertelt je welke vogels je toekwetteren.’

Dus ik legde die app laatst naast mijn wekker. Op het scherm verscheen de melding Listening for birds… En warempel, vrijwel meteen lepelde hij op: song thrush… blackbird… wren… rook…. Oftewel: zanglijster… merel… winterkoninkje… roek.… 

Van wat die app kon, maar ook wel van die rook in mijn slaapkamer: de roek (Corvus frugilegus) is een beschermde kraaiensoort die bijna was uitgeroeid omdat-ie als delicatesse gold. 

Al gauw zette ik de app overal aan waar ik maar vogels hoorde. Meestal op mijn werkplek, Soms begon ik de werkdag zittend op een boomstronk, luisterend naar het ochtendkoor van zangvogels. Of beter gezegd: die app luisterde; ik keek gewoon naar het schermpje, waarop de ene na de andere vogel tevoorschijn floepte:

…short-toed treecreeper…(boomkruiper)

…rose-ringed parakeet… (halsbandparkiet)

Vogelnamen lichten op als ze ‘aan het woord’ zijn: je ziet dus live de naam bij het gekwetter. Namen van vogels die een tijdje geleden aan het kwetteren waren, kun je aantikken: dan speelt de app het betreffende geluidsfragmentje af. Dit zorgde voor een verbluffend steile leercurve: tot voor kort wist ik nauwelijks een lijster van een merel te onderscheiden, maar dankzij Merlin leerde ik in een mum van tijd de roep en zang van enkele tientallen veelvoorkomende vogels herkennen.

Op een middag stond ik op een parkeerplaats op de Maasvlakte, toen ik vanuit de struiken een prachtig gezang hoorde komen. De app erbij gepakt, en warempel, een nachtegaal! Ik voelde me een analfabeet die van de ene op de andere dag kon lezen en schrijven. Ik raakte verslaafd. Soms legde ik tijdens het schrijven mijn telefoon in het open raam van mijn werkplek, om na een uurtje te kijken welke soorten ik in mijn netje gevangen had. Daar zaten soms relatief zeldzame beestjes bij,

Niet dat ik ze gezien had, maar het loutere feit dat de app zei dat ze er waren, gaf een kick. 

'Mass surveillance' van je achtertuin

Niet alle vogelaars zijn enthousiast over zulke vogel-apps, wist ik. Vast omdat die apps hun monopoliepositie ondermijnen, dacht ik. Zijzelf hadden jaren moeten ploeteren met beduimelde vogelgidsjes waar de geluiden van de vogels nogal cryptisch in beschreven staan (‘Zang hoog, versnellend en eindigend met triller. Roep explosief: tsieet, verder o.a. ook zeer hoge merelachtige triller’ – Nu ligt al hun kennis op straat. Nu kan iedereen volautomatisch vogelen. 

Op een dag had ik een dusky-legged guan te pakken gevolgd door een rufous-margined antwren Deze vogels zijn hier extreem zeldzaam: ze komen eigenlijk alleen in Brazilië, Uruguay, Paraguay en Argentinië voor. Misschien was er net toevallig iemand langsgereden met een aanhanger vol kooitjes met exotische vogels. Maar veel waarschijnlijker: de vogelgeluidenherkenningssoftware had het mis. 

Op zich geen ramp, vond ik. Zolang je maar zelf bleef nadenken en kijken, net als bij een navigatie-app: klopt het wat de computer zegt?

Maar zelf kijken en nadenken lijkt juist niet de bedoeling in dit tijdperk van volautomatisch vogelen. Op Instagram kreeg ik advertenties voorgeschoteld voor ‘slimme’ vogel-apparatuur. Zoals een kunstmatig intelligente verrekijker waarin een computerschermpje verwerkt zit dat automatisch de naam van de vogel die je in het vizier hebt op het scherm tovert Of een slimme camera die je bij je vogelvoederstation kan zetten en die begint te filmen zodra er een bepaald vogeltje komt eten, zodat je bij thuiskomst leuke filmpjes hebt.

Dit was geen vogelen meer, dacht ik, dit was mass surveillance van je achtertuin. 

En mijn app deed in feite precies hetzelfde. Zelfs in het bos liep ik nu voorovergebogen naar mijn telefoon, in plaats van om me heen te kijken. Eenmaal thuis wist ik dankzij de app precies welke vogels ik níét had gezien.

Geen vogels kijken, maar vogels ontmoeten

En als ik eerlijk was: de meest sensationele vogelervaringen had ik de laatste tijd juist opgedaan door op pad te gaan met een mens van vlees en bloed, namelijk muzikant en vogelaar Matthijs Lievaart. Hij woont aan de rand van het natuurgebiedje waar ik werk. Steeds als ik met hem door het bos loop – of soms gewoon stilzit – zie ik iets bijzonders. Baltsende buizerds vlak boven me. Een ijsvogelflits. 

‘Vogels kijken doe je met je oren’, Hij is niet bang dat die vogel-app zijn expertise bedreigt, hij deelt zijn kennis juist gul. Bovendien levert zijn eigen methode veel rijkere resultaten op. Behalve zijn oren gebruikt hij ook zijn ogen. En pen en papier. Soms tekent hij na wat hij ziet. Hij heeft heel veel geduld. Hij zet zijn zintuigen open. Zitten we bijvoorbeeld op een steiger aan de rand van de Kralingse Plas, heeft hij al drie keer een ijsvogel gespot, terwijl mijn app al die tijd zwijgt.

Hij leerde me dat niet alles is wat het lijkt. Dat de Vlaamse gaai een buizerd kan nabootsen (wat de app niet per se bemerkt). Dat stilte ook iets betekent: dat je aan het plotselinge zwijgen van de kikkers bijvoorbeeld kunt horen dat er een reiger in de buurt is. En dat vogels vaak zwijgen – vooral als jij er bent. 

Een keer hoorden we gekwetter van merels; hij wees op een tak boven ons, waarop… een bosuil zat. Het schemerde, de uil wachtte kennelijk tot het donker was en hij verrassingsaanvallen kon plegen. Tot die tijd probeerden de merels hem te verjagen met duikvluchten. Een andere keer was het stil – de app zei dus ook niets – maar Lievaart wees me op een oranje-zwart-grijs vogeltje dat heen en weer vloog van en naar een oude wilg langs een pad. In de wilg zat een gat. Keek je in het gat, dan zag je een gevederde groepshug van piepende gekraagde-roodstaartkuikens. 

Dit was geen vogels kijken meer; dit was vogels ontmoeten. 

'In principe is alles een buizerd'

Lievaart leerde me ook het belang van humor bij vogelen. Neem zijn vuistregel ‘in principe is alles een buizerd’ (waarmee hij op de proppen kwam steeds als ik dacht bijvoorbeeld een zeearend te hebben gespot).

En dat het niet zo veel uitmaakt of je meteen de naam van een vogel kunt oplepelen. Soms verzon mijn gids Lievaart gewoon een naam, eentje die paste bij de verschijning, ongeveer zoals Adam en Eva dat ooit deden in het Paradijs. Het mysterie, het niet-weten, kan mooier zijn dan de determinatie, vond hij. Het gaat niet om het afvinken van een soort, maar om het aandachtig kijken en luisteren, het openzetten van je zintuigen, het fantaseren, het vragen stellen (Waar zie je de vogel? Wanneer? Wat doet-ie daar?).

Of, in de woorden van Lievaart: ‘Zelf onderzoeken en zelf associaties maken geeft niet alleen veel lol en waardevol avontuur; het wordt ook nog eens beloond met een uitbreidend neuraal netwerk in je dakpan. Deze groei van verbindingen in het brein blijft simpelweg uit door de instant gratification van zo’n app. Zo kun je fluiten naar je persoonlijke ornithologische ontwikkeling!’

Die insteek maakte me wakkerder dan zo’n vogelwekker ooit zou kunnen. 

Nu wil ik niets afdoen aan de technologie. Sterker: ik hoop dat die nog veel beter wordt dan nu. Het vakgebied van de bio-akoestiek – luisteren naar dieren, hun talen ontcijferen – neemt dankzij AI een vlucht. en de mens spreekt al Ik ga ervan uit dat er straks een app komt die niet alleen hoort welke vogel er zingt, maar ook wat-ie zegt en tegen wie. Straks kun je zelf misschien wel vogeltaal produceren, zodat je kunt communiceren met de koolmees in je raam.

Tie-tie, tsjurr, tsjurr. Goeiemorgen, geen paniek. 

Maar tot het zover is, houd ik mijn telefoon op zak. Want terwijl ik dacht dat mijn vogelaarskwaliteiten een enorme vlucht hadden genomen, was ik door die app juist gestopt met kijken.