Als er een prijs zou bestaan voor het meest vredelievende protest tegen het allersmerigste onrecht, dan verdient de Sliedrechtse actiegroep Gezondheid Vóór Alles op zijn minst een nominatie.

Iedere zaterdagochtend steken deze betogers de rivier de Beneden-Merwede over. Achter op de fiets of in de achterbak van hun auto nemen ze emmertjes vervuilde grond uit Sliedrecht mee. Die emmertjes kieperen ze leeg voor de poort van de Chemours-fabriek in Dordrecht, die verantwoordelijk is voor de vervuiling. Want wie troep maakt, moet troep opruimen.

Dit wekelijkse ritueel voltrekt zich nu al jaren. De activisten schreeuwen niet, blokkeren geen snelwegen, steken al helemaal geen hooibalen in de fik. Ze beschouwen de politie als hun beste vriend. Maar fel zijn ze wel, en vooral volhardend: begin dit jaar staken ze

Alleen al daarom verdienen ze een prijs, al hoeven de oprichters van Gezondheid Vóór Alles zelf niet zo nodig in het zonnetje te worden gezet.

Ze hebben trouwens niets tegen industrie, zelfs niet tegen chemische industrie – waarom zouden ze? Kees van der Hel (69) is zelf handelaar in plastics. En Joop Keesmaat (71) had een sleepbotenbusiness. Waar ze wél tegen zijn: industrie die ongestraft afval in onze leefwereld dumpt. Tegen een wildplassende fabriek. Tegen Chemours.

Ziekmakende chemicaliën

Het Amerikaanse chemische bedrijf Chemours vervuilt al tientallen jaren de omgeving van Dordrecht met pfas. Die afkorting staat voor ‘poly- en perfluoralkylstoffen’, een verzamelnaam voor chemische stoffen met superhandige eigenschappen: Denk aan het materiaal van een regenjas, aan blusschuim, aan zonnepanelen. Via die spullen komen de stoffen in het milieu. Maar ook door rechtstreekse uitstoot van de fabriek in de rivier of de lucht. Als je vanochtend uit de kraan hebt gedronken,

Helaas hebben die pfas ook slechte eigenschappen. Zo zijn ze bijvoorbeeld vrijwel onafbreekbaar (vandaar dat ze ook bekendstaan onder de omineuze naam ‘forever chemicals’, En ze zijn ziekmakend. Bepaalde pfas ondermijnen je en zijn

De gezondheidsrisico’s waren bij Chemours maar het bedrijf hield die informatie voor zichzelf. Zo kon het gebeuren dat Chemours jarenlang probleemloos een vergunning kreeg van de Nederlandse overheidsinstanties om pfas in het milieu te dumpen.

De stoffen zitten nu in hoge concentraties in de grond rondom de Dordtse fabriek. Omwonenden krijgen het advies om en

Dat je het woord ‘pfas’ tegenwoordig in het nieuws tegenkomt, is mede te danken aan het Sliedrechtse duo Keesmaat en Van der Hel. Een paar dagen voordat ze voor de tweehonderdste keer zouden demonstreren, in februari 2024, sprak ik ze bij Joop Keesmaat thuis.

Zijn huis ligt aan de dijk in Sliedrecht en kijkt uit over de Beneden-Merwede. Links aan de overkant zie je een flard van De Biesbosch, een rechts het chemische complex van Chemours.

Omdat de wind in Nederland meestal uit het zuidwesten komt, waait de pfas meestal precies over het huis van Keesmaat heen. In zijn bloed zit ‘27 microgram aan pfas per liter’, terwijl de weet hij.

Keesmaat en Van der Hel zijn scheikundigen tegen wil en dank, gebruiken woorden als ‘trifluorazijn’ of  ook wel ‘Freon 22’ genoemd.

Maar als ze het over pfas hebben, zeggen ze ‘dat spul’. En als ze het over de fabriek hebben, over ‘de overkant’. En als ze boos zijn, zeggen ze: ‘Potjandorie.’

Het begon met een handjevol betogers

Ze begonnen hun wekelijkse protesten in 2018. Het Algemeen Dagblad had toen al over Chemours gepubliceerd, net als Er was ook al een protestoptocht geweest, georganiseerd door een andere, inmiddels overleden Sliedrechter. Bij dat protest had de fabriek de bezorgde burgers keurig onthaald met koffie, gezegd dat ze de zorgen begrepen, maar dat ze er alles aan deden om de uitstoot te beperken – en dat hun stoffen nu eenmaal onmisbaar waren.

Je zag niks van de pfas, je rook niks, je proefde niks. Dus men dacht: het zal wel meevallen

‘Wij hadden maar te slikken wat er over ons werd uitgeblazen’, zegt Van der Hel. En zo werd later dat idee geboren om niet eenmalig, maar iedere week te gaan demonstreren.

Bij het eerste emmertjesprotest kwam maar een handjevol mensen opdagen. In Sliedrecht haalden de meeste inwoners nog steeds hun schouders op.

Keesmaat: ‘Sliedrecht ligt in de Biblebelt, mensen zijn er gezagsgetrouw, van nature wat minder geneigd te demonstreren. “Daar lopen die gekken weer”, klonk het in de gemeente.’ Van der Hel: ‘Wij waren die roeptoeters, die wappies, die idioten. Mensen zeiden: “Denk je echt dat je het tegen die gigant kunt opnemen, je bent stapelgek!” Of ze waren bang dat de protesten hun banen in gevaar brachten: “Rot even op, je zit aan m’n eten!”’

Begrijpelijk, vinden de twee. Je zag niks van de pfas, je rook niks, je proefde niks. Dus men dacht: het zal wel meevallen.

Chemours wist de publieke opinie te bespelen

Chemours, opende zijn fabriek in 1962 in Dordrecht. Keesmaat: ‘Men was trots. Zo’n modern hoogtechnologisch Amerikaans bedrijf dat Dordrecht had uitgekozen. Ik was jaloers op vrienden die er werkten: die verdienden toen tweeënhalf keer zoveel als ik.’

‘En je hoefde de jongens aan de overkant niet te vertellen hoe je de publieke opinie bespeelt’, zegt Van der Hel. Chemours sponsort allerlei, vaak ‘groene’ initiatieven in de omgeving. Van volkstuintjes tot een klimbos in een natuurgebied. ‘Heeft een molen nieuwe wieken nodig? Hoppa! Chemours betaalt wel.’

‘Er waren heus dagen dat ik de schilderijen van de muur af heb staan vloeken. Uit onmacht’

Maar ja, dachten Keesmaat en Van der Hel, wat heb je daar allemaal aan als je ziek wordt?

Dus stonden ze daar, elke zaterdag, soms zeiknat van de regen. Omdat ze ervan overtuigd waren dat er aan de overkant dingen speelden die niet deugden. Van der Hel: ‘En als onze kinderen of kleinkinderen later vragen wat wij ertegen hebben gedaan, dan kunnen we zeggen: “Nou, dít.”’

Keesmaat had nog een extra motivatie. Enkele jaren geleden overleed zijn vrouw aan baarmoederkanker. Later hoorde hij dat ook die kanker

‘Ja, dat kwam wel even binnen. Maar met de boel verrot schelden, met agressie, bereik je niets’, zegt Keesmaat.

‘Jij houdt je ondanks alles zo ingetogen en drukt je zo bescheiden uit’, zegt Van der Hel. ‘Maar ik kan niet achter je luikies kijken, hè?’

Keesmaat: ‘Ik houd ze ook weleens dicht, hoor. Er waren heus dagen dat ik de schilderijen van de muur af heb staan vloeken. Uit onmacht. Maar dat lijkt me normaal, als je iemand verliest.’

De actiegroep gooit de emmers met vervuilde grond leeg in de vorm van een kruis.

Gaandeweg groeide de onrust

Wat ook motiveerde: gaandeweg kantelde de publieke opinie. We waren eerst een stel ‘zielige oude mannetjes’, zegt Keesmaat over dat eerste protest in 2018. ‘Zo zielig dat alleen het lokale sufferdje kwam kijken.’

Maar mede dankzij die lokale krant groeide de onrust. In de lokale supermarkt kregen de activisten opeens reacties als: ‘Jongens, wat goed dat jullie dit doen.’ Wat ook hielp, was de vertoning van de film Dark Waters in Dordrecht, over de

En wat vooral een boost gaf: een televisie-uitzending van Zembla. Het programma bewees dat Chemours al in de jaren zeventig signalen had gekregen dat pfas maar die informatie onder de pet hield. ‘Dat bedrijf heeft die gewetenloze Amerikaanse cultuur van: we doen het gewoon en daarna zien we wel’, zegt Keesmaat. ‘Die zouden bij wijze van spreken nog zoutzuur in de rivier gooien.’

Waar eerst enkele tientallen mensen kwamen opdagen bij de protesten, waren dat er na de uitzending al twee- tot driehonderd. En beetje bij beetje werden ook de overheidsinstanties, zoals het en de wakker.

Keesmaat: ‘Die hebben ook een klont boter op hun hoofd. Zeiden dat ze het niet wisten, schoven de verantwoordelijkheid af.’

Van der Hel: ‘Ik dacht altijd dat de overheid het beste voorhad met haar burgers. Maar dat vertrouwen is enorm geschaad. Burgers moeten tot in detail alle regeltjes volgen, maar de industrie – met macht en geld – krijgt verdimme alles voor elkaar.’

Niet de economie, maar gezondheid op nummer één

Keesmaat en Van der Hel zien inmiddels wél een omslag bij de controlerende instanties en de politiek: dat niet langer de economie, maar de gezondheid op één staat.

Sinds 2021 waarschuwt het RIVM bijvoorbeeld dat inwoners in een straal van een kilometer rondom de fabriek Ook in de Tweede Kamer krijgen de pfas veel aandacht, vooral van de en

Drinkwaterbedrijven eisten in december 2023 dat de provincie Zuid-Holland de En de begonnen een zaak tegen Chemours, waarin ze onder meer eisten dat het bedrijf zou opdraaien voor de schade. De rechter oordeelde in een tussenvonnis dat DuPont/Chemours in elk geval voor de periode 1984-1998

‘We worden eindelijk serieus genomen’, zegt Keesmaat. Hij sprak in Brussel met parlementariërs, ‘Ik denk weleens: dat had mijn vrouw eens moeten meemaken’, zegt hij. ‘Nu ja, dat zijn van die ouwemannetjesgedachten.’

Wie troep maakt, moet dat ook opruimen

De twee hebben goede hoop dat ze niet nog eens tweehonderd zaterdagen hoeven te demonstreren. Maar er is genoeg aanleiding om door te blijven gaan.

Zo proberen ze leidinggevenden van Chemours Willen ze dat er snuffelpalen bij de fabriek komen die permanent controleren op overtredingen, en dat er veel meer watermonsters worden genomen. En er zou één overheidsloket moeten komen voor alle pfas-zaken, want momenteel zijn de controle en ook de expertise versnipperd over allerlei instanties – van het RIVM en Rijkswaterstaat tot de milieudienst. En vooral: de pijp moet dicht.

‘Als Jantje, Pietje en Klaasje niet mogen vervuilen, waarom Dow, Chemours of BASF dan wel?’

Van der Hel en Keesmaat laten zich niet uit koers brengen door deskundigen die zeggen dat de gezondheidsschade door pfas meevalt en Er staan genoeg onderzoeken tegenover die zeggen ze. En toxicologie is nu eenmaal geen keiharde wetenschap: het is vreselijk lastig om een verband aan te tonen tussen ziekten en bepaalde stoffen in de omgeving.

Wat intussen buiten kijf staat: wie troep maakt, moet troep opruimen.

‘Als burger mag je het milieu niet belasten en dat is zó terecht’, zegt Van der Hel. ‘Maar als Jantje, Pietje en Klaasje niet mogen vervuilen, waarom Dow, Chemours of BASF dan wel? We krijgen maar één leven, één wereld, één natuur.’

Op 3 februari 2024, bij het tweehonderdste protest, was er landelijke en internationale pers en zelfs een beroemdheid als die in de buurt woont. Het was veel drukker dan normaal: honderden demonstranten. Maar ‘gelukkig niet té druk’, vond Joop Keesmaat: dat zou maar ‘gedoe’ kunnen geven. Houden ze niet van.

De twee activisten kregen een bos bloemen; iemand noemde hen in een toespraak ‘ridders van de rivier’ – ze keken naar de grond. Daarna kieperden ze zoals elke zaterdag hun emmers leeg.

Waarna, toen iedereen weer weg was, medewerkers van Chemours de gifgrond weer opschepten om die, zoals iedere zaterdag, te storten in een plantsoentje naast het hek.

Vandaag, op woensdag 7 augustus 2024, starten elf belangenorganisaties een rechtszaak tegen de Nederlandse staat. Die zou te weinig doen om pfas-vervuiling te beperken en te voorkomen. Advocaat Geert-Jan Knoops: Volgens Knoops wordt de zaak dan ook niet alleen aangespannen namens de belangenorganisaties, maar ook namens ‘bijna 18 miljoen Nederlandse burgers’. Inclusief Joop en Kees.