Val eens op je handjes, blij blij blij!
In onze serie De Betrokkenen geven we een podium aan mensen die dagelijks bijdragen aan een positieve verandering in de wereld. Vandaag: Loes, die met haar broer Sieb een buitenspeelclub oprichtte. Broodnodig, want één op de vijf kinderen speelt zelden of nooit buiten. Terwijl je risico’s leert inschatten door in een boom te klimmen.
‘Mag ik het blotevoetenpad doen?’ vraagt een jongen in een korte spijkerbroek aan Loes Heerink.
Het pad lijkt op een hinkelbaan waarop je alleen maar rechtdoor kunt. Hier liggen alleen geen tegels, maar stokjes waar Loes vierkanten mee heeft gemaakt. In elk vierkant ligt iets uit de natuur: takken, blaadjes, modder, houten blokken en – voor als je naast de blokken stapt – dennenappels.
Het is de eerste dag van festival Heimland in het Twentse Diepenheim, waar Loes een stukje van het terrein heeft omgebouwd tot buitenspeelplaats. Vanmiddag is het de beurt aan groep zes en zeven van de lokale basisschool om hier te spelen.
De jongen trekt zijn schoenen uit, en alsof hij een startschot heeft gegeven stormen zijn klasgenootjes het terreintje op. Ze slaan op pannen, stampen in plassen en manoeuvreren door het spionnenparcours van stokken en draadjes.
Even later staat Loes op blote voeten in de modder van het blotevoetenpad, met drie kinderen in een vierkant van takjes dat niet veel groter is dan een stoeptegel. ‘Hé, een pier!’ zegt ze, en trekt een regenworm uit de grond.
Buitenspelen is gezond
Het gaat niet goed met de gezondheid van de jonge generatie: kinderen kampen vaker dan vroeger met overgewicht,* diabetes* en slechtziendheid.* De motoriek van kinderen is zo achteruitgegaan dat velen van hen bijvoorbeeld geen bal kunnen vangen.* Slechts zo’n 60 procent van de kinderen tussen de vier en twaalf jaar voldoet aan de bewegingsrichtlijn van de Gezondheidsraad.*
Eén op de vijf kinderen speelt zelden of nooit buiten
Buitenspelen kan helpen om dat tij te keren. Bewegen is gezond; hollen, klimmen en klauteren dragen bij aan de motorische ontwikkeling van kinderen;* en het is goed voor hun ogen om buiten te zijn.* Toch is buitenspelen niet voor iedereen vanzelfsprekend: één op de vijf kinderen speelt zelden of nooit buiten.*
Ook Loes Heerink (35) kent die feiten. Met haar broer Sieb richtte ze drie jaar geleden buitenspeelclub Met Zonder Jas op. Het begon als een website waarop ze buitenspeeltips delen, al gauw volgde een Instagramaccount en intussen organiseren ze ook activiteiten, zoals vandaag in Diepenheim.
Hoe kan het dat buitenspelen zo belangrijk is maar dat kinderen toch niet vaker naar buiten gaan? ‘Veel kinderen vinden het binnen leuk’, zegt Loes. ‘Mijn kleine wil ook achter een scherm.’ Haar zoon Tobias is 2,5 jaar oud. ‘Hij moet huilen als het niet mag, maar dan leg ik uit: als je tot rust wilt komen, kunnen we beter even naar buiten of samen een rustig spelletje doen. Dus dan gaan we na het eten nog even stampen in een modderpoel of bloemen meppen.’
Het ‘bloemen meppen’ staat ook als buitenspeeltip op de website van Met Zonder Jas: met een hamer sla je viooltjes kapot op een kaartje, waardoor de kleurstof op het papier terechtkomt. Op de site zijn nog veel meer tips te vinden, voor allerlei leeftijden en seizoenen – van baby tot puber, van zomer tot winter. Je leest hoe je een modderkunstwerk schildert, een vlieger bouwt van plastic tassen of sneeuwsnoepjes maakt.
‘We vinden het belangrijk dat de tips laagdrempelig zijn en zo min mogelijk kosten’, vertelt Loes. ‘Dat doen we bewust: buitenspelen moet voor iedereen toegankelijk zijn.’
Tips voor buiten
‘Papa, kom!’ roept Loes vanaf het blotevoetenpad. Omdat Sieb net een kind heeft gekregen, helpt hun vader René een handje mee. René heeft een interieurzaak in Losser (Overijssel), maar vandaag is hij vrij. Hij stapt met zijn blote voeten naast zijn dochter in de modder. ‘Lekker’, zegt Loes, terwijl de modder zich tussen haar tenen door wurmt.
Zijn kinderen gingen altijd al graag naar buiten, vertelt René later. ‘Als er kinderfeestjes van anderen waren, dan was het: McDonald’s, McDonald’s, McDonald’s. Maar Sieb wilde met zijn feestje naar de beek in de buurt.’ Met vijf netjes vingen ze visjes (één punt) en kikkers (twee punten) in de Dinkel. ‘Later kwamen de ouders naar me toe om te zeggen hoe geweldig hun kinderen het hadden gevonden.’
Eenmaal volwassen ging Loes aan de slag als marketingstrateeg en kreeg Sieb een baan als verpleegkundige in het ziekenhuis, maar het buitenspelen bleef trekken. Het viel hun op dat ouders vaak niet weten wat ze buiten moeten doen met hun kinderen. ‘Vrienden vroegen ons om tips. Dus we zeiden tegen elkaar: “Wat als we die bundelen op een website? Dan hoeven we het niet elke keer uit te leggen.”’
Intussen verdienen ze geld met de evenementen, maar ze doen Met Zonder Jas naast hun werk. Nog altijd organiseren ze ‘slootjesdag’, geïnspireerd op wat ze vroeger deden met hun vader. Of ze bouwen een ‘XXL-knikkerbaan’ met kartonnen buizen, afkomstig van het tapijt dat vader René verkoopt in zijn winkel.
Loes vertelt dat er laatst een jongen van een jaar of twaalf kwam meebouwen aan zo’n knikkerbaan. ‘Hij wilde al weken niet naar buiten, vertelde zijn moeder, omdat hij binnen Minecraft wilde spelen’, zegt Loes. ‘Die heeft de hele middag bij ons gespeeld, en ook nog eens in de regen.’
Een beetje risico is goed
Even loopt Loes naar twee jongens die elkaar met stokken slaan. ‘Ik vind het weleens moeilijk wanneer ik moet ingrijpen’, zegt ze. ‘Maar hier zeg ik wat ik ook tegen mijn kleine zeg: “Je mag wel met stokken slaan, maar heb je om je heen gekeken of je voldoende ruimte hebt en niemand kunt raken?”’
Bij buitenspelen hoort een zekere mate van risico. En dat is ook goed: zo leren kinderen spelenderwijs om te gaan met gevaarlijke situaties. Broer Sieb leest veel over ouderschap en heeft zich verdiept in onderzoek hierover.* Kinderen die risicovol spelen, bewegen meer, leren risico’s inschatten en leren beter samenwerken.
Sommige mensen zeiden: “Je kind hoort ook niet in bomen te klimmen.” Dat hoort hij wel!
Laatst viel het zoontje van Loes uit een boom. ‘Stom, want ik hield me niet aan de regels van het bomen klimmen’, zegt ze. Je gooit kinderen namelijk niet zomaar in het diepe; je léért ze omgaan met risico. Een ‘regel’ van het bomen klimmen is bijvoorbeeld dat je zonder hulp omhoog moet klimmen. ‘Want als ze zelf omhoog kunnen komen, dan kunnen ze ook weer naar beneden.’ Daar ging het mis: Loes had haar zoontje omhoog geholpen en vervolgens viel hij een meter omlaag.
Tobias moest even flink huilen en daarna was het weer oké. Toen ze op het Instagramaccount van Met Zonder Jas deelde wat er was gebeurd, kreeg ze online veel reacties. ‘Sommige mensen zeiden: “Je kind hoort ook niet in bomen te klimmen.” Dat hoort hij wel! Hij hoort te onderzoeken wat er allemaal kan.’
Daarom delen Loes en Sieb vaker dingen over risicovol spelen op hun Instagramaccount. ‘Dan vertellen we waarom het wél oké is om met een stok te slaan of in de winter ijs kapot te slaan met een hamer.’ Alleen komt die boodschap niet altijd terecht bij de juiste mensen. ‘De mensen die je wilt bereiken, komen nooit buiten. Hoe bereik je die?’
Dan helpt haar ervaring met ‘see-oo’, vertelt Loes met haar Twentse tongval: search engine optimization, van haar werk als marketeer. Zo komt hun website hopelijk bovenaan te staan bij de zoekmachines. Ze scrolt op haar telefoon om te laten zien hoe de resultaten van elke post zijn op Instagram. Soms moet je juist even achter je scherm om het buitenspelen te stimuleren.
Hoe meer uitleg, hoe minder creatief
De stokjes van het blotevoetenpad liggen scheef, het spionnenparcours is ingestort en de lakens van de hut liggen in de modder op de grond. Het is weer stil op het terrein.
Loes gaf de kinderen vandaag wel wat tips, maar ze zochten het vooral zelf uit. ‘Hoe meer je uitlegt, hoe minder creatief ze worden’, zegt ze. Ze pakt wat stokken van de grond. Ze heeft ook ‘stick-lets’ meegenomen, dikke elastieken in felle kleuren, die speciaal bedoeld zijn om stokken mee aan elkaar te binden.
Ze laat een rode stick-let zien, die helemaal om twee takken heen is gedraaid, maar niet zoals het hoort volgens de website van het product. Ze schudt haar hoofd, vol bewondering: ‘Die kinderen, hè…’