Er gaan véél minder asielzoekers naar Nederland komen. Niet dankzij minister Faber, maar door de EU
Onze nieuwe PVV-minister van Asiel en Migratie gaat haar doelen – minder asielzoekers, en minder overlast van asielzoekers – sowieso halen. Want in de luwte bereidt de EU zich voor op een extreem streng asielsysteem. En als dat in werking treedt, kan Faber met de eer strijken.
Het regeerakkoord van ons nieuwe kabinet leest alsof ons land een smerige keuken is. Gelukkig is de oplossing eenvoudig: met één knalgeel doekje kan alles weer spic en span worden.
Dat magische duizenddingendoekje? Een superstreng asielbeleid.
Onze hele keuken, zo suggereert dit kabinet, is namelijk vies gemaakt door asielzoekers. Ze hebben onze woningnood veroorzaakt, de wachtlijsten in de zorg verlengd, de druk op leraren in het onderwijs vergroot, de polarisatie in de samenleving verergerd.*
En dus belooft dit kabinet een radicaal nieuw asielbeleid. We noemen het: het strengste asielregime ooit.*
Even los van het feit dat asielmigratie natuurlijk níét de moeder aller problemen in onze samenleving is – en dat doen alsof dat wél zo is, echte oplossingen in de weg staat – kun je van alles vinden van de nieuwe asielplannen. En deze week buitelden journalisten, experts en politici dan ook over elkaar in de media om dat te doen.
Meest gehoord: dit mag niet.
Vaak gehoord: dit kán niet.*
Ook gehoord: dit dóé je toch niet.
Maar: onze nieuwe minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber gaat het wel degelijk doen. En of het nu mag, of kan, dat maakt ook niet zo veel uit. Want haar strategie, zoals opgetekend in het regeerakkoord, is praktisch waterdicht. Wat de toekomst ook brengt, Marjolein Faber en de PVV zullen hun doelen bereiken.
Dankzij hulp uit onverwachte hoek.
Wat wil Faber?
Over die hulp later meer. Maar eerst: wat wil dit kabinet precies?
De doelen die Faber zich stelt zijn vrij simpel, en bekend PVV-jargon: minder, minder, minder. Minder instroom van asielzoekers, minder overlast door asielzoekers, minder menselijke opvang van asielzoekers.
(Overigens is het best bizar dat het nieuwe ministerie van Asiel en Migratie zich vrijwel uitsluitend richt op slechts 11 procent van alle migratie naar Nederland: asielmigratie.* De grootste kluif, arbeidsmigratie, laat Faber over aan haar NSC-collega Eddy van Hijum, op Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maar dat terzijde.)
Faber gaat komend jaar van alles proberen om die doelen te bereiken. Ze zal pogen via een koninklijk besluit een noodsituatie af te kondigen,* waardoor een deel van de Vreemdelingenwet tijdelijk buiten werking wordt gesteld. Ze zal pogen de rechtsbijstand voor asielzoekers fors te beperken.* Ze zal pogen de voorzieningen in asielzoekerscentra nog verder uit te kleden. Ze zal pogen de procedure voor mensen die weinig kans maken op asiel extreem te versnellen, met minimale mogelijkheid om in beroep te gaan. Ze zal pogen om veel meer uitgeprocedeerde asielzoekers gedwongen uit te zetten naar hun land van herkomst.
De PVV moet hebben gejuicht toen ze in april 2024 hoorde wat EU-landen hebben afgesproken in het nieuwe Asiel- en Migratiepact
De kans is heel groot dat veel van deze voorstellen het niet zullen halen in de praktijk. Ofwel een rechter gaat ze afschieten, omdat ze in strijd zijn met internationale en Europese regels (dat afschaffen van de rechtsbijstand werd al onder premier Mark Rutte geopperd, maar sneuvelde in 2020).* Ofwel ze blijken in de praktijk niet haalbaar (elke staatssecretaris in de afgelopen dertig jaar heeft geprobeerd asielprocedures te versnellen en meer mensen uit te zetten – en dat lukt dus niet).*
Maar voor Faber zal het weinig uitmaken. Want in 2026 komt hulp om de hoek kijken die al haar wensen waar gaat maken. Hulp van: de Europese Unie.
De EU knapt Fabers werk op
Als het gaat om de EU, leest het regeerakkoord in eerste instantie als een tamelijk schizofreen stuk tekst. Prominent in het asielhoofdstuk – met een podiumplaats na ‘1. Activeren van de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet’ en ‘2. Asielcrisiswet’ – staat namelijk Fabers wens om een ‘opt-outclausule’ voor het Europese asiel- en migratiebeleid te bedingen. Die EU-regels, daar moet dit kabinet – en de PVV in het bijzonder – natuurlijk niets van hebben.
Maar dan, enkele pagina’s verder en niet vetgedrukt, lezen we dat de nieuwe migratie-afspraken in de EU ‘essentieel [zijn] voor het beperken van de instroom in Nederland’ en naleving van EU-regels ‘de beste garantie [is] op het terugdringen van irreguliere migratie naar Nederland’.*
En dat klopt. Want hoewel de PVV de laatste zal zijn om de EU credits te geven, moet die partij hebben gejuicht toen ze in april 2024 hoorde wat EU-landen hebben afgesproken in het nieuwe EU Asiel- en Migratiepact.
Zocht iemand het strengste asielregime ooit? This is it.
Het nieuwe migratiepact van de EU bevat namelijk radicale veranderingen aan onze buitengrenzen, die enorme impact gaan hebben als ze in juni 2026 van kracht worden.*
Met stip op één: het invoeren van een nieuwe, zogenoemde grensprocedure. Kom je uit een land waarvan de inwoners minder dan 20 procent kans maken op asiel? Of ben je door een veilig land gereisd waar je ‘een band’ mee hebt, voor je aan de EU-grens kwam (denk: een Syriër die eerst een tijdje in Turkije verbleef voor hij doorreisde naar de EU)? Dan kom je in de grensprocedure: een versnelde asielprocedure, die maximaal drie maanden in beslag zou moeten nemen.*
In die tijd zitten de asielzoekers vast in een speciaal daarvoor ingerichte ‘faciliteit’ aan de grens. Lees: een detentiecentrum. En vanuit daar volgt directe deportatie na afwijzing (in hoeverre dat mogelijk is, dat vragen veel experts zich af, maar dat is weer een ander verhaal).
Die grensprocedure slaat twee vliegen in één klap: de reguliere asielsystemen in EU-landen worden ontlast, en omdat de asielzoekers met de minste kans op asiel vaak de meeste overlast veroorzaken,* zullen de overlastcijfers waarschijnlijk ook flink dalen.
Op twee: in het nieuwe EU-pact is ‘flexibele solidariteit’ opgenomen. Omdat grenslanden als Griekenland en Italië een onevenredige last van asielzoekers dragen, zijn andere EU-landen met het nieuwe pact voor het eerst juridisch verplicht om solidair te zijn en een deel van die asielzoekers over te nemen. Maar, en dat is het ‘flexibele’, die solidariteit is ook af te kopen. Door 20.000 euro per persoon te storten op rekening van de EU hoef je asielzoekers niet over te nemen, maar kunnen ze in, bijvoorbeeld, Italië blijven.* In het regeerakkoord staat al expliciet vermeld dat dit het plan is van het kabinet: afkopen.
Faber wint altijd
Met de invoering van het nieuwe EU Migratiepact gaat het aantal asielzoekers dat in Nederland aankomt dus sowieso kelderen. Omdat een deel van de asielzoekers al aan de EU-buitengrens wordt tegengehouden en teruggestuurd, en omdat we de herverdeling van asielzoekers kunnen afkopen. Wat hierdoor ook gaat afnemen: de overlast van asielzoekers. De mensen die het vaakst tot last zijn, zullen nu in detentiecentra aan de EU-buitengrenzen worden vastgehouden.
Lees je de miljoenennota aandachtig, dan zie je dat het kabinet ook in de begroting al voorsorteert op de invoering van dit Europese pact. Het nieuwe ministerie van Asiel en Migratie begroot voor 2025 9,5 miljard euro, voor 2026 zelfs 9,8 miljard, maar daarna – let op – 2,9 miljard voor 2027 en 1,2 miljard voor 2028.* Uit de asielbegroting blijkt ook dat het kabinet verwacht dat de instroom van asielzoekers pas ná 2026 zal kelderen.
Faber moet zich komend jaar dus vooral profileren als keihard. Of er iets van haar plannen terechtkomt, maakt weinig uit: vanaf juni 2026 gaan haar doelen sowieso worden bereikt door de EU. En aangezien geen enkele gemiddelde kiezer het Europese beleid op de voet volgt, kan de minister in 2027 dan met de eer strijken: kijk eens, het harde beleid heeft gewerkt.
Dat zal kloppen, maar het zal niet háár beleid zijn geweest.