Geen oorlog, maar ook geen vrede. Hoe weerbaar is Nederland?
De Russische dreiging groeit, dus investeert Nederland fiks in defensie. Nieuwe tanks zijn niet genoeg, waarschuwen experts. We zijn pas echt goed voorbereid als niet alleen het leger maar de hele samenleving weerbaar is. Wat daarvoor nodig is, kan Nederland leren van Finland en Zweden.
De afgelopen maanden hoor en lees je het steeds vaker, vaak uit de mond van militairen of regeringsleiders:* de Russische dreiging groeit. ‘President Poetin gelooft dat hij het langer volhoudt dan wij’, zei NAVO-topman Jens Stoltenberg voordat hij werd opgevolgd door Mark Rutte.* Europa, bereid je voor. Nederland, bereid je voor. Ook hier kan het oorlog worden. ‘Als we vrede willen’, aldus voorzitter van de Europese Raad Charles Michel afgelopen maart, ‘moeten we ons voorbereiden op oorlog.’*
Hier in Nederland zitten we al in ‘de grijze zone’, waarschuwde defensieminister Ruben Brekelmans (VVD) vorige maand.* ‘Er is geen oorlog, maar ook geen vrede. We wórden aangevallen. Dagelijks. Onze digitale systemen. Onze universiteiten. Onze bedrijven. Onze havens, onze elektriciteitsnetwerken. We wórden bespioneerd. En die aanvallen nemen toe.’
Enkele maanden geleden bleek bijvoorbeeld nog dat Russische hackers ‘duizenden’ pogingen hebben gedaan om Europese treinen en vliegtuigen te dwarsbomen met cyberaanvallen.* Ook Nederlandse ziekenhuizen zijn het slachtoffer geweest van pro-Russische cyberaanvallen, als vergelding voor de Nederlandse steun aan Oekraïne.*
Nieuwe tanks, maar niet bestand tegen hackers
Om die dreiging het hoofd te bieden, investeert Nederland dit jaar 17 miljard euro in defensie, oplopend tot 24 miljard vanaf 2027.* Daarmee voldoen we voor het eerst aan de NAVO-norm,* die sinds 2014 vraagt dat lidstaten minimaal 2 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie uitgeven.* Met dat geld krijgt Nederland onder andere weer eigen tanks – die huurden we de afgelopen jaren van Duitsland.* Ook kopen we zes extra F-35-vliegtuigen en wordt er geïnvesteerd in twee nieuwe ASW-fregatten (anti-submarine warfare).
Maar nu de dreiging toeneemt, ligt de taak ons land te verdedigen niet alleen bij defensie. Want in het grijze gebied waar Brekelmans het over had, gaat het niet om aanvallen op ons leger, maar op burgerdoelen. Zo probeerden Russische hackers in 2018 een cyberaanval te plegen op de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag* en werden dit voorjaar de websites van vier Nederlandse provincies platgelegd.*
Het is aan de hele samenleving om Nederland voor te bereiden op een mogelijk conflict, zo concludeerde Brekelmans. Hij zei het er niet bij, maar die weerbaarheid is een eis van de NAVO. Artikel 3 van het NAVO-verdrag stelt dat een weerbare samenleving cruciaal is om toekomstige dreigingen te kunnen weerstaan.*
Op dat gebied kan Nederland heel wat leren van de nieuwste twee NAVO-lidstaten, Finland en Zweden.
Nederland is niet voldoende voorbereid op rampen en crises
‘Het eerlijke verhaal is: wat er ook op ons afkomt, we zijn er niet klaar voor. We zijn niet voldoende voorbereid, we zijn niet voldoende weerbaar – als overheid niet, als samenleving niet’, zei Pieter-Jaap Aalbersberg, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), aan het begin van dit jaar op een congres.* Hij wond er geen doekjes om.
De grootste reden voor zijn zorg is de Russische invasie in Oekraïne. Die roept ‘fundamentele vragen op rond het vormgeven van de eigen veerkracht en weerbaarheid’, schrijft de NCTV in de ‘Trendanalyse Nationale Veiligheid 2024’.* Dat rapport adviseert investeringen in ‘sterke instituties en in de algemene zelfredzaamheid van de bevolking ten tijde van rampen en crises’.
Ook cyberaanvallen en de verspreiding van desinformatie kan Nederland vooralsnog niet aan. Met name onze vitale infrastructuur (denk aan bruggen, sluizen en dijken) is gevoelig voor aanvallen, zo waarschuwde de Adviesraad Internationale Vraagstukken deze zomer* in het rapport Hybride dreigingen en maatschappelijke weerbaarheid. Zo zou Nederland in de nabije toekomst in één klap een zevende van zijn stroomopwekking kwijt kunnen raken als de kabels vanaf het grootste Nederlandse windpark op de Noordzee naar het vasteland kapotgaan.* En Schiphol is dan wel goed beveiligd, maar wie de dijken van de Haarlemmermeer saboteert, zet het hele vliegveld en alle treinverbindingen eromheen in korte tijd een halve meter onder water.*
Een weerbare samenleving, wat is dat?
De NAVO is zo weerbaar als de zwakste schakel, en heeft dan ook geprobeerd weerbaarheid te garanderen door in 2016 zeven basisvereisten op te stellen waar lidstaten zich aan moeten houden.* Die betreffen het waarborgen van het functioneren van overheidsdiensten; de energievoorziening; voedsel- en watervoorziening; de omgang met de verplaatsing van grote groepen mensen (denk aan NAVO-troepen en vluchtelingen); het vermogen om een groot aantal gewonden te kunnen opvangen in ziekenhuizen – inclusief genoeg medicijnen; en blijvend functionerende communicatie- en transportsystemen.
De NCTV coördineert de Nederlandse invulling van die weerbaarheidsdoelstellingen. Hoe het daar precies mee staat, is onduidelijk: de NCTV is ermee bezig, maar kan volgens een woordvoerder niet meer informatie geven. Het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps, een NAVO-eenheid, houdt er al rekening mee dat het, wanneer een lidstaat de zeven basisvoorschriften niet kan naleven, ‘als verzorger [moet] optreden in regio’s waar lokale autoriteiten tijdelijk niet effectief zijn en de bevolking in gevaar is’, aldus kolonel Paul van der Touw.*
Ook op het ministerie van Defensie staat weerbaarheid op de agenda. Zo worden er op dit moment vijf voltijds beleidsmedewerkers geworven voor een nieuwe afdeling Weerbaarheid. Deze afdeling gaat een ‘Whole of Society-benadering’ vormgeven, aldus de vacaturetekst. Oftewel: hoe kun je de gehele maatschappij betrekken bij de voorbereiding op een conflict?
Tijdens de conferentie Defensie en Samenleving in april kwamen bijna honderd vertegenwoordigers van werkgevers, vervoersbedrijven, ziekenhuizen en jongerenorganisaties in Den Haag samen om te bespreken hoe de samenleving zich kan voorbereiden op een mogelijk conflict.* Van werkgevers die hun personeel uitlenen om als cyberexpert aan de slag te gaan, tot transportexperts die bochten van het spoor moeten verbreden zodat ook tanks per trein naar het front kunnen worden vervoerd. Overheidsmedewerkers kan gevraagd worden zandzakken te leggen tegen hoogwater, of culturele erfstukken als De Nachtwacht te bewaken. En, misschien wel het meest voor de hand liggend: een groter aantal burgers moet reservist worden.
Kunnen we een week zonder internet?
Dan zijn we er nog niet: de weerbaarheidseisen van de NAVO hebben enkel betrekking op onze fysieke veiligheid, zo staat in het rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Maar er zijn nog twee aspecten van weerbaarheid. Zo is er onze grote afhankelijkheid van internet, onder andere voor informatie. ‘Hoe ver hebben we als burgers nagedacht als internet het een week niet zou doen?’ zegt luitenant-generaal Jan Broeks, voormalig Director-General International Military Staff bij de NAVO en een van de auteurs van het rapport. Met name de opkomst van smart apparaten vormt daarbij een gevaar (denk aan deurbellen, babyfoons en televisies). ‘Er zijn mensen die voor hun hele hebben en houden afhankelijk zijn van internet in hun huis.’
Daarbovenop komt de psychologische weerbaarheid van de bevolking. Hoe goed kunnen we met desinformatie en tegenslagen omgaan? ‘Dat meten is lastig’, zegt Broeks. ‘Weerbaarheid in de zin van die basisvereisten, daar kun je denk ik best wel een checklistje voor opstellen. Maar weerbaarheid zit ook in je mentaliteit.’ Nederlanders zijn geen tegenslagen gewend, zegt Broeks. Finnen daarentegen zijn volgens hem ‘extreem weerbaar’.
Sisu: Finse weerbaarheid
Finland staat bekend om zijn grote psychologische weerbaarheid, in het Fins aangeduid als ‘sisu’.* Tijdens de Tweede Wereldoorlog wist Finland in de Winteroorlog (1939-1940) onafhankelijk te blijven van de Sovjet-Unie, hoewel het land wel een deel van zijn grondgebied verloor.* De hele samenleving droeg bij aan die weerbaarheid: Finnen legden binnenlandse rivaliteiten opzij om samen op te trekken tegen de vijand. Sindsdien is deze saamhorigheid omgevormd tot een model waarin de overheid, het bedrijfsleven en andere organisaties samenwerken in een ‘allesomvattende veiligheidsaanpak’.*
Tegenwoordig betekent dit dat de Finse krijgsmacht nationale verdedigingscursussen organiseert voor mensen uit de hele samenleving: van CEO’s en parlementsleden tot aan kunstenaars en wetenschappers.* De nadruk ligt op voorbereid zijn en zo het vermogen te ontwikkelen om zowel de effecten van een crisis te weerstaan als daarna terug te veren. Finland heeft de dienstplicht – alleen voor mannen – nooit afgeschaft en kan tot 900.000 reservisten oproepen.* Daarnaast beschikt het land over meer dan 50.000 schuilkelders* en grote strategische voorraden (denk aan geneesmiddelen en stralingsmeters).* Alles om klaar te zijn voor een confrontatie – mocht die ooit komen.
Ter vergelijking: er zijn in ons land sinds de jaren tachtig geen openbare schuilkelders meer.
De Zweedse ‘totale verdediging’
Ook Zweden, dat geen landgrens met Rusland deelt, kent een lange traditie van weerbaarheid. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd daar het concept ‘totale verdediging’ geïntroduceerd.* Dat concept bestond naast militaire verdediging ook uit economische verdediging (inclusief het aanleggen van strategische voorraden), psychologische verdediging (het tegengaan van desinformatie)* en civiele verdediging (waaronder de aanleg van schuilplaatsen).
Naar aanleiding van de Russische dreiging is het concept recent teruggekeerd in Zweden. In 2018 kreeg elk Zweeds huishouden een folder op de mat ter voorbereiding op een mogelijke oorlog of crisis. Zo werd de bevolking aangemoedigd een kijkje te nemen in de dichtstbijzijnde schuilkelder en werd hun uitgelegd hoeveel water (3 liter per dag), eten (in blik, met veel calorieën en makkelijk te bereiden) en brandstof je in huis dient te halen. De Zweedse regering die in 2022 aantrad heeft zelfs een minister van Civiele Verdediging, die zich richt op het uitbreiden van de dienstplicht (naar bijvoorbeeld de reddingsdiensten), het vergroten van de productie- en leveringszekerheid en het versterken van de negentien vrijwillige defensieorganisaties (zoals de schietclubs en het Zweedse Rode Kruis).*
En dat betaalt zich uit. Meer dan 80 procent van de Zweedse bevolking is bereid te vechten voor zijn land, concludeerden onderzoekers in 2020.* In Finland was het 75 procent; in Nederland nog niet eens de helft.
In een weerbare samenleving draagt de burger een steentje bij
Om dat percentage op te krikken moet Nederland ook naar een alomvattende aanpak toe, aldus CDA-Kamerlid Derk Boswijk. Hij is pleitbezorger van een Nederlandse invulling van het totale-verdedigingsconcept en lanceerde in april het pamflet ‘Bouwen aan een weerbare samenleving’.* Geïnspireerd door Finland en Zweden pleit hij voor de herinvoering van de (maatschappelijke) dienstplicht en een moderne variant van de Bescherming Bevolking, een vrijwillige burgerhulpverleningsorganisatie. Die bestond ooit uit 165.000 mensen die konden helpen met het blussen van brand en eerste hulp konden verlenen, maar werd in 1986 ontmanteld* . Ook deze nieuwe BB zou niet alleen in oorlogssituaties maar bijvoorbeeld ook bij natuurrampen kunnen optreden.
Vooralsnog heeft Boswijk niet genoeg politieke steun kunnen vinden voor zijn plannen. Dat heeft niets te maken met geld, maar met de liberale ideologie, zegt hij. Binnen die ideologie wordt vrijwilligerswerk wel gewaardeerd, maar als een persoonlijke aangelegenheid beschouwd, aldus Boswijk. ‘Ik ben meer van een stroming die zegt: we hebben niet alleen rechten in dit land, maar we hebben ook plichten. En ja, daar kan soms een verplichting bij komen vanuit de samenleving, omdat je zoveel krijgt dat er ook weleens van wat van je gevraagd mag worden.’
In Nederland verwacht de overheid inmiddels dat je je voorbereidt op de eerste 48 uur na een ramp. Sinds december 2022, naar aanleiding van de Russische invasie in Oekraïne, bestaat de overheidswebsite denkvooruit.nl. Daarop staat wat er in je noodpakket moet zitten om de eerste twee dagen na een noodsituatie door te komen.* Denk daarbij aan minstens 3 liter water per persoon per dag, eten in blik, kaarsen, een zakradio op batterijen, een kopie van je ID en contant geld.
In de toekomst zal er wellicht meer van ons worden gevraagd. Het idee dat burgers offers moeten brengen om de collectieve weerbaarheid te versterken, komt ook terug in de Trendanalyse Nationale Veiligheid van de NCTV. Dat vraagt om strategische keuzes van politici. ‘Het creëren van weerbaarheid kan “pijn” doen. Er zullen keuzes moeten worden gemaakt die niet altijd op brede maatschappelijke steun kunnen rekenen’, aldus het rapport. Denk bijvoorbeeld aan meer oefenterreinen voor de krijgsmacht, en dus ook meer (geluids)overlast voor burgers in de buurt.
Maar, benadrukt de NCTV: ‘Al met al is het versterken van de generieke weerbaarheid nadrukkelijk een opgave van de maatschappij als geheel, met niet alleen een nadruk op de uiteindelijke baten, maar soms ook de lasten.’ Minder klagen en meer doen voor elkaar dus. Die baten, zoals rustig kunnen slapen in vrede, zijn van onschatbare waarde.