De EU censureert geruisloos steeds meer Russische media. Deze Nederlandse internetprovider wil dat stoppen
Vlak nadat Rusland Oekraïne binnenviel, nam de Europese Unie een ongekend besluit: voor het eerst ging ze over tot censuur, van Russische staatsmedia. Een Nederlandse internetprovider spande daar een rechtszaak over aan. De uitspraak volgt binnenkort, en bepaalt hoe serieus de EU het recht op vrije meningsuiting en persvrijheid neemt.
Als ik op de redactie van De Correspondent ‘RT.com’ intoets in mijn browser, is er niets aan de hand. Ik kan de Russische nieuwssite Russia Today openen en er bekijken wat ik wil. Ik lees over de aanvallen van Israël in Libanon, de Amerikaanse presidentsverkiezingen en een Russische wet die de verspreiding van een ‘kindvrije ideologie’ strafbaar stelt.
Eigenlijk is het niet de bedoeling dat ik RT.com kan bezoeken. Het medium is op tv en online verboden in de Europese Unie – net als Sputnik News, Rossiya RTR, Pervyi Kanal, Voice of Europe, Rossiyskaya Gazeta en andere Russische media.
Juist: verboden. In de EU. Kort na de inval in Oekraïne schreef de Europese Unie sancties uit tegen Rusland.* Het doel: de invloed van het land zo veel mogelijk weren uit alle lidstaten. Rijke en belangrijke Russen konden van de ene op de andere dag niet meer bij hun geld in Europa. Russische luchtvaartmaatschappijen mochten niet meer in het luchtruim van de EU vliegen. Russische banken werden uitgesloten van het Europese systeem voor betalingsverkeer.
En: sommige Russische media mochten niet meer uitzenden in EU-landen. Deze sanctie geldt tot de ‘agressie tegen Oekraïne’ ophoudt en ‘Rusland en zijn mediakanalen stoppen met ‘hun giftige en schadelijke desinformatie in Europa’.* In de woorden van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen: ‘Wij zullen de mediamachine van het Kremlin uit de EU verbannen.’*
Het doel van die machine is volgens de Commissie om Europa te ‘destabiliseren’ en verdeeldheid te zaaien. Niets minder dan de openbare orde en veiligheid van de EU staan op het spel.* Josep Borrell, vicevoorzitter van de Commissie, noemde de beslissing om de Russische staatsmedia uit de EU te weren dan ook ‘niet meer dan logisch’.*
Maar logisch is het allerminst. Wel: ongekend. Want niet eerder besloot de Europese Unie – de gemeenschap van landen die ‘vrijheid’ een van haar kernwaarden noemt – over te gaan tot censuur.
Dit druist in tegen Europese waarden
Volgens Borrell wordt de soep niet zo heet gegeten. Hij zei: ‘Ze zijn geen onafhankelijke media, ze zijn instrumenten, ze zijn wapens in het manipulatie-ecosysteem van het Kremlin.’ *
Waarop juristen zeiden: dit is wél een ongekende stap. Het druist in tegen de waarden die de EU zegt te willen beschermen. Dit is wat Rusland doet en wat wij juist veroordelen. Dat dit gerechtvaardigde censuur zou zijn, is juridisch ondermaats beargumenteerd.
Daarbij: aan vrijheid van meningsuiting zitten twee kanten. Naast de vrijheid om informatie te uiten bestaat er de vrijheid om informatie te vergaren. De sanctie maakt het – op papier – voor wetenschappers, journalisten en andere geïnteresseerden onmogelijk om Russische media te onderzoeken. Dat past niet in een vrije, democratische samenleving. Sterker: volgens de vage tekst van de sanctie zou een journalist in de EU zelfs strafbaar kunnen zijn als zij content van Russia Today citeert.
De Nederlandse Vereniging van Journalisten noemde de sanctie dan ook ‘buitengewoon onverstandig’ en een ondermijning van ‘de fundamenten van een vrije pers’ die de deur openzet naar ‘een staatsgereguleerde nieuwsvoorziening, waar niet langer de burger in staat is om een vrije keuze te maken uit het nieuwsaanbod’.
De Europese Federatie van Journalisten vreest dat ‘deze censuur’ een ‘totaal averechts’ effect zou hebben op de mensen die deze media volgen: hun wantrouwen naar de EU zou alleen maar toenemen.
En hoewel Nederlandse internetproviders toegang tot de Russische media blokkeerden, zeiden ze dit ‘onder protest’ te doen, omdat ze ‘voor een vrij en open internet’ zijn.
Hoe serieus nemen wij vrije meningsuiting?
Er staat, kortom, nogal wat op het spel. Om die reden spande de Nederlandse internetprovider Freedom Internet kort na het besluit een rechtszaak aan bij het Europese Hof van Justitie tegen de Europese Raad van Ministers, de EU-instelling die de beslissing nam.
Volgens de provider en zijn medeklagers A2B Internet en BIT druist de sanctie in tegen het recht op de vrijheid van meningsuiting. Internetproviders worden ingezet voor censuur door de overheid. Er is bovendien geen onafhankelijke en zorgvuldige toetsing aan deze veel te brede en onduidelijke maatregel voorafgegaan. Daarom willen de providers dat de sanctie nietig wordt verklaard.
Het Hof in Luxemburg doet binnenkort uitspraak.
Dat oordeel – hoe het ook zal luiden – is een belangrijke mijlpaal voor de Europese Unie: hoe serieus nemen wij het recht op vrije meningsuiting en persvrijheid als Europese gemeenschap?
De sancties zijn nauwelijks effectief
Maar ook los van het juridische oordeel is de maatregel van de EU bijzonder problematisch.
Allereerst zijn de sancties nauwelijks effectief – zo laat ook recent onderzoek zien. In de meeste gevallen zijn de verboden media toch online te vinden. Omdat je als internetgebruiker – individu of organisatie – bijvoorbeeld gebruikmaakt van een Amerikaanse DNS-dienst die niet onder de sancties valt – de reden dat ik op de redactie van De Correspondent de sites kon zien. Daarnaast is het ook niet ingewikkeld om de sancties te omzeilen. Met een simpele VPN-verbinding kunnen alle verboden media probleemloos bezocht worden.
Kortom: een substantieel deel van de Europese internetgebruikers kan de Russische staatsmedia moeiteloos blijven bekijken – bewust of onbewust.
Sowieso blijkt uit onderzoek dat mis- en desinformatie vooral geconsumeerd wordt door mensen die daar bewust naar op zoek zijn. Zij zijn vatbaar voor de inhoud van Russia Today, omdat die aansluit op wat ze toch al vinden. Het is niet zo dat de gemiddelde Nederlandse internetgebruiker vóór het verbod veel met Russische staatspropaganda in aanraking kwam – laat staan dat de inhoud ervan veel invloed op hem had.
Samenvattend schiet het verbod zo zijn doel voorbij: de mensen die deze media willen bekijken, kunnen dat blijven doen; de mensen die ze niet willen bekijken, bekeken ze toch al nauwelijks.
Het beste wapen tegen desinformatie? Democratie
De sancties waren overduidelijk een spoedklus, ingevoerd met zwakke juridische onderbouwing en zonder politiek debat in die chaotische eerste dagen na de Russische aanval op Oekraïne in 2022.
De snelheid en vaagheid van dit (symbolische) politieke besluit maken het ook een potentieel gevaarlijk besluit. Zo is er het gevaar van de glijdende schaal: nu al is de lijst met verboden media sinds 2022 flink uitgebreid. Oorspronkelijk gold de sanctie alleen voor Russia Today en Sputnik, maar inmiddels gaat het om achttien titels. Het is bovendien onduidelijk wanneer de sanctie eindigt.
Een van de punten die Freedom Internet met de rechtszaak aan wil kaarten, is dat er nauwelijks discussie bestaat over dit besluit. De Europese Unie blokkeert nu ruim tweeënhalf jaar steeds meer Russische media en doet dit vrijwel geruisloos.
Gezien de zwaarte van het middel – censuur – is serieus debat inderdaad gerechtvaardigd: over de effectiviteit van de maatregelen – nu uit onderzoeken blijkt dat die nogal tegenvallen.* Over de proportionaliteit ervan – nooit eerder censureerde de EU journalistieke media. En over de vraag of er geen andere manieren zijn om Russische desinformatie te bestrijden – ervan uitgaande dát Russische desinformatie een probleem is dat aangepakt moet worden in alle EU-lidstaten.
We zouden voor inspiratie naar Noorwegen kunnen kijken, dat geen lid is van de EU maar wel aan Rusland grenst. In reactie op het EU-verbod besloot de Noorse overheid Russische staatsmedia toe te blijven staan. ‘Onze inschatting is dat de Noorse samenleving en het publiek in staat zijn om pogingen tot manipulatie door Russische staatsmedia te weerstaan’, zei de voorzitter van de overheidsinstelling die over media gaat.*
Of in de woorden van de Deense hoogleraar en desinformatie-expert Michael Bang Petersen: ‘Democratische principes en wetenschappelijk bewijs zijn beide gekeerd tegen het verbieden van informatie. Desinformatie is niet zozeer een bedreiging voor de democratie. Het is eerder andersom: democratie – de vrije stroom van informatie – is het beste wapen tegen desinformatie.’